voorhoofdsbeen
- voor·hoofds·been
- samenstelling van voorhoofd en been met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | voorhoofdsbeen | voorhoofdsbeenderen |
verkleinwoord | voorhoofdsbeentje | voorhoofdsbeentjes |
het voorhoofdsbeen o
- (anatomie) een van de beenderen van de schedel
- Het bleek dat het voorhoofdsbeen door de kogel geraakt was.
1. een van de beenderen van de schedel
- Het woord 'voorhoofdsbeen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.