• schrijf·les
enkelvoud meervoud
naamwoord schrijfles schrijflessen
verkleinwoord schrijflesje schrijflesjes

de schrijflesv / m [1]

  1. (onderwijs) les waarin men schrijven leert
     Onmiddellijk na zijn brieven aan Zijne ed. en stadhouder Wouters had hij zijn silhouet in zijn kamer opgehangen, en dezelfde avond nog gaf hij Perk de eerste schrijfles.[2]
     Mijn moeder leerde me dat tegelijk met mijn lees- en schrijflessen.[3]