er
- er
- Deels afkomstig van een oude genitief van het voornaamwoord het, deels een verzwakte vorm van daar, in de betekenis van ‘bijwoord van plaats’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1237 [1] [2]
er
- onbepaald bijwoord van plaats: ergens
- Er is honger.
- als locatief deel van een voornaamwoordelijk bijwoord vervangt het een persoonlijk voornaamwoord: het, ze
- Je kunt de bergen boven het (landschap) zien => Je kunt er de bergen boven zien.
- partitief onder weglating van van
- Hij heeft er drie van => hij heeft er drie.
- als inleiding van een onpersoonlijke lijdende vorm van overgankelijke werkwoorden
- Er werden veel broden gebakken.
- als inleiding van een onpersoonlijke lijdende vorm van inergatieve werkwoorden
- Er werd gelachen en gejoeld.
voornaamwoordelijke bijwoorden afgeleid van "er"
|
|
2. als locatief deel van een voornaamwoordelijk bijwoord vervangt het een persoonlijk voornaamwoord: het, ze
- Het woord er staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "er" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ er op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "er" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- er
Naar frequentie | 1 |
---|
er
- tegenwoordige tijd van være
- «En 26-årig mand er død, efter at han lørdag morgen blev ramt af et S-tog.»
- Een 26-jarige man is overleden nadat hij zaterdagmorgen werd aangereden door een sprinter.
- «En 26-årig mand er død, efter at han lørdag morgen blev ramt af et S-tog.»
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
mannelijk | vrouwelijk | onzijdig | ||
nominatief | er | sie | es | sie |
genitief | seiner | ihrer | seiner | ihrer |
datief | ihm | ihr | ihm | ihnen |
accusatief | ihn | sie | es | sie |
- er
er
- er
er
- tegenwoordige tijd van vera
- «Noreg er kongsveldi.»
- Noorwegen is een monarchie.
- «Niðurlond ella Háland er kongaríki í Evropa.»
- Nederland of Holland is een koninkrijk in Europa.
- «Noreg er kongsveldi.»
- er
Naar frequentie | 3 |
---|
er
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van vera
er
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van vera
- IPA: /ær/ (Etsbergs)
er
- er
er
- tegenwoordige tijd van være
- er
er
- tegenwoordige tijd van vera
er
- tegenwoordige tijd van vere
er
- Cyrillische transcriptie: эр.
- er
er
- jullie (voorwerpsvorm)
er