dort
- dort
vervoeging van |
---|
dorren |
dort
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dorren
- Jij dort.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dorren
- Hij dort.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van dorren
- Dort!
- Het woord dort staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Geluid: dort (hulp, bestand)
- Geluid: dort (hulp, bestand)
- Geluid: dort (hulp, bestand)
- Geluid: dort (hulp, bestand)
dort
- In het geschreven Duits en in de zuidelijke en oostelijke spreektalen komt het verschil tussen da en dort ongeveer overeen met het Nederlandse verschil tussen er (≈ da) en daar (≈ dort). In het noorden en westen wordt dort nauwelijks gebruikt in de spreektaal.
vervoeging van |
---|
dormir |
dort
- derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van dormir