Tallinn

Tallinn werd voor het eerst in 1154 door een Arabische bron genoemd. De nederzetting heette toen Rävala, later Reval. In 1219 raakte de stad in het bezit van de Deense koning Waldemar II (aan de Deense periode heeft de stad ook haar naam te danken: Tallinn is een samentrekking van Taani linn, wat "Denenburg" betekent), die een burcht liet bouwen op de Domberg (Toompea). Tallinn kreeg in 1248 stadsrechten en werd in 1285 een Hanzestad. In 1346 verkocht de Deense koning Waldemar IV de stad aan de Duitse Orde. Tussen 1561 en 1710 behoorde Tallinn tot Zweden, dat aan het einde van de Grote Noordse Oorlog (1700-1721) zijn Baltische bezittingen kwijtraakte aan het tsaristische Rusland. Onder Peter de Grote werd Tallinn verrijkt met het Slot Kadriorg (Catharinadal, tegenwoordig de presidentiële residentie). Op 24 februari 1918 werd de republiek Estland uitgeroepen met Tallinn als hoofdstad. In 1940 was het afgelopen met de jonge republiek: Estland werd door de Sovjet-Unie bezet en Tallinn werd de hoofdstad van de Estische SSR. De republiek Estland herwon zijn onafhankelijkheid in 1991 na de Zingende Revolutie waarna Tallinn opnieuw de hoofdstad werd van Estland.

Tallinn had veel te lijden van de Tweede Wereldoorlog; ruwweg de helft van de stad werd in die periode verwoest. De oude binnenstad bleef grotendeels gespaard (zo'n 90%), maar ook die kon een opknapbeurt goed gebruiken. Geld voor sloop en nieuwbouw was er in het naoorlogse Tallinn echter niet, waardoor de meeste vooroorlogse gebouwen gedurende de Sovjetperiode weliswaar (verder) in verval raakten, maar wel behouden bleven. Na de onafhankelijkheid werd de bebouwing van de binnenstad grondig gerestaureerd, wat de binnenstad uiteindelijk de status van Unesco werelderfgoed wist te bezorgen.

Als je echt het Tallinn van vroeger wil leren kennen moet je zeker de oude binnenstad bezoeken. Enkele tips:

• Het Raadhuisplein
• Het Pikk Jalg-straatje (Nederl: lang been)
• De Alexander Nevski-kathedraal
• Toompea-kasteel Toompea loss
• Kiek in de kök - dit is een toren met een verhaal.

Meistrite Hoov is een doodlopend niet-toeristisch straatje in de oude binnenstad, waar verschillende ambachtslui hun kunnen tonen. Sowieso is het rondlopen door de middeleeuwse stad Tallinn een lust voor het oog. Hoewel een groot gedeelte van de stad in de Tweede Wereldoorlog is verwoest, werd veel in de oude stijl hersteld.

Bezoek de stadsomwalling met haar 26 bewaard gebleven torens. Al deze torens hebben ook een (vreemde) eigen naam en de meeste torens zijn te bezichtigen. Zo is de Kiek in de Kök-toren, wat letterlijk kijk in de keuken betekent, omgebouwd tot een museum waar je de oude wapens en martelwerktuigen kunt zien.

Sinds 1 januari 2011 is de nationale munt, de Estse Kroon, vervangen door de euro (€).

• Viru Centre - Dit winkelcentrum aan de Ringlaan is een overdekt winkelparadijs.

Tallinn is niet goedkoop, in elk geval niet ten opzichte van de beide andere Baltische hoofdsteden Riga en Vilnius. Reken op West-Europese prijzen. Restaurantjes zijn in de binnenstad her en der te vinden, en er is voor elk wat wils. Een grote hoeveelheid restaurants vind je onder meer aan de Raekoja platz (het plein in het hart van de stad), en in de straat Viru, die loopt van de stadspoort naar het eerder genoemde plein loopt.

De taal van de Esten is het Ests, maar in het Engels en het Duits kan je eveneens terecht met je vragen.

• Niet ver van Tallinn, even ten oosten van de stad, ligt het Nationaal Park Lahemaa. Je kunt hier goed fietsen, er is mooie natuur te bewonderen (kustlijnen, moerassen, enorme zwerfkeien), er zijn enkele schilderachtige plaatsjes te bekijken en te fotograferen, en enkele landgoederen die je ook van binnen kunt bewonderen.