Kasteel Het Geudje
Kasteel Het Geudje (Limburgs ’t Gäötje (= het goedje)), ook wel Huis Hasselholt genaamd, is gelegen aan de rand van het Nederlands-Limburgse dorp Ohé en Laak in de gemeente Maasgouw.
Huis Hasselholt | ||
---|---|---|
Locatie | Ohé en Laak | |
Algemeen | ||
Stijl | Maaslandse renaissance | |
Gebouwd in | 1544-1548 | |
Monumentale status | Rijksmonument | |
Kasteel Het Geudje, achtergevel
|
Geschiedenis en bewoners
bewerkenDe naam Hasselholt is afkomstig van de familie Hasselholt, die al in de 14e eeuw bezittingen had in Ohé en die het kasteeltje moet hebben laten bouwen. Dit was waarschijnlijk een vierkante (houten?) woontoren uit vakwerk geweest. Op 31 januari 1474 was Lambrecht Raets leenman van "een goet geheiten Hasselhoutsleen in den kerspel van Echt gelegen op gen Oe".[1]
Toen Catharina Hillen in 1544 huwde met Lodewijk in der Horst van het kasteel Hattem bij Roermond, had zij de voorkeur om op het platteland te gaan wonen en niet in het drukke Roermond. Daarom liet het echtpaar het kasteel bij Ohé bouwen, op de plaats van de woontoren. Het werd een luxueus en comfortabel buitenhuis. Het echtpaar liet het alliantiewapen aanbrengen in de gevel. In tweede instantie liet het echtpaar een traptoren toevoegen.
Hun kleindochter trouwde met ridder Harthard van Spee, de drossaard van Montfort. Hij zou het kasteel hebben uitgebreid met de noordvleugel. Zijn dochter, Elisabeth van Spee, trouwde met Johan van der Velden.[2] In 1713 kwam het landgoed Hasselholt door huwelijk met Maria Theresia de Mouwens aan jonker Johan Harthardt von Holthausen. Op 5 augustus 1715 werd hij hier officieel mee beleend.[3]
Tegen het midden van de 18e eeuw moet het huis behoorlijk vervallen geweest zijn. In de jaren 1760 verkocht de familie Holthuijsen het aan Willem van Laar, die het huis vooral voor agrarische doeleinden gebruikte. Rond 1777 vond een uitgebreide renovatie plaats. Hierbij werden de traptoren en de topgevel aan de hofzijde verwijderd en kreeg het kasteel hiervoor een schuin dak in de plaats.[4]
Tegen het midden van de 20e eeuw was het kasteel in het bezit van de uit België afkomstige Leo Smets, die het erfde van de familie Vencken. Smets liet het na zijn dood na aan zijn zoon Mathieu Smets, burgemeester van Roosteren. Deze verkocht het eind mei 1969 aan baron Hans van Hövell tot Westerflier, stadsarchivaris van Roermond, en zijn vrouw Els Guljé. Zij lieten in 1970 een uitvoerige restauratie uitvoeren, waarbij de achtkantige toren werd gereconstrueerd.[5] Van Hövell tot Westerflier overleed in 2009.
Beschrijving
bewerkenHet kasteel bestaat uit een tweelaags hoofdgebouw met een lagere uitbouw aan de noordzijde en dit geheel is voorzien van een zadeldak op een netgewelf. Aansluitend op het hoofdgebouw en de uitbouw staat een achthoekige toren met torenspits. Het hoofdgebouw is opgetrokken uit mergelsteen en heeft aan beide uiteinden een trapgevel met overhoekse pinakels en laatgotische korfboognissen. Het vermoedelijke bouwjaar is 1548 getuige een gedateerd alliantiewapen van de bouwers van het kasteel. De zuidelijke bakstenen langsgevel in Maaslandse renaissance stijl draagt de jaartalankers 1651, het jaar waarin deze vermoedelijk is vernieuwd.
De toren is in 1972 gebouwd op de restanten van een woontoren die vóór de bouw van het kasteel op deze plek zou hebben gestaan. Opvallend zijn de hardstenen kruisvensters met hardstenen omlijsting en waarvan de horizontale banden door heel de muur lopen.
De haaks op het hoofdgebouw gelegen noordelijke vleugel is, volgens jaartalankers aan de oostzijde, in 1629 gebouwd. Deze vleugel heeft een vakwerkbovenbouw aan de zijde van de binnenplaats.
Het interieur van het kasteel heeft een 17e-eeuwse schouw met kariatiden en een 18e-eeuwse schoorsteenmantel met stucwerk.
Lijst van eigenaren
bewerkenDe data tot 1813 zijn bij benadering.
- 1369 Reijner van Hasselholt
- 1381 Willem van Hasselholt
- 1419 Reijnolt van Hasselholt
- 1466 Willem van Hasselholt
- 1467 Thomas van Aldenhoven
- 1474 Lambrecht Raets
- 1510-1538 Lendrich in der Horst
- 1538-1580 Lodewijck in der Horst (zoon)
- 1583-1585 Jan in der Horst (zoon)
- 1620-1632 Hartart van Spee (trouwde Elisabeth in der Horst, dochter van vorige)
- 1637-1647 Antoine Olimar (trouwde Catharina van Spee, dochter van vorigen)
- 1647-1677 Johannes van der Velden (trouwde Elisabeth van Spee, zus van Catharina van Spee)
- 1677-1697 Guillelmus de Mouwens (trouwde Maria van der Velden, dochter van vorigen)
- 1697-1730 Johan Hattard von Holthausen (trouwde Maria de Mouwens, dochter van vorigen)
- 1737-1765 Arnold van Holthuijsen (zoon)
- 1765-1813 Willem van Laar (aankoop van vorige)
- 1813-1844 Sevrijn van Laar (zoon; overl. 1813) en Catharina Mintgens (overl. 1844)
- 1844-1883 Maria Ida van Laar (dochter)
- 1883-1902 Maria Catharina Canoy (dochter)
- 1902-1948 Leontine Vencken (dochter), trouwde Leo Smets
- 1948-1969 Mathieu Smets (zoon)
- 1969-2009 Hans van Hövell tot Westerflier (aankoop van vorige)
Bronnen
- Hövell tot Westerflier, Mr. R.H.M.J. Baron van (1984) ‘Het edelmanshuis Hasselholt te Ohe’, Amici Insulae. Jaarboek, deel 2. Zie amici-insulae.nl.
Noten
- ↑ mr. R.J.Chr. Houben (1986) ‘Enkele etymologische kanttekeningen bij een aantal plaats- en persoonsnamen’, Amici Insulae. Jaarboek, deel 4. Zie amici-insulae.nl. Gearchiveerd op 3 juli 2022.
- ↑ Ben Hendriks, Kasteel Hasselholt of Het Geudje (absolutefacts.nl). Gearchiveerd op 12 oktober 2022.
- ↑ A.F. van de Port (juni 1912) ‘Lijst van verschillende stukken betreffende de familie von Holthausen’, De Maasgouw, jrg. 34, nr. 6, p. 43-44.
- ↑ Van Hövell tot Westerflier (1984).
- ↑ Paul Haimon (20 januari 1973) ‘Het Geutje te Ohé werd weer kasteel Hasselholt’, Limburgs Dagblad, [p. 9].