Dutch

edit

Etymology

edit

From ver- +‎ voeren.

Pronunciation

edit
  • Audio:(file)
  • Rhymes: -urən

Verb

edit

vervoeren

  1. (transitive) to transport, to move

Conjugation

edit
Conjugation of vervoeren (weak, prefixed)
infinitive vervoeren
past singular vervoerde
past participle vervoerd
infinitive vervoeren
gerund vervoeren n
present tense past tense
1st person singular vervoer vervoerde
2nd person sing. (jij) vervoert, vervoer2 vervoerde
2nd person sing. (u) vervoert vervoerde
2nd person sing. (gij) vervoert vervoerde
3rd person singular vervoert vervoerde
plural vervoeren vervoerden
subjunctive sing.1 vervoere vervoerde
subjunctive plur.1 vervoeren vervoerden
imperative sing. vervoer
imperative plur.1 vervoert
participles vervoerend vervoerd
1) Archaic. 2) In case of inversion.

Derived terms

edit

Descendants

edit
  • Afrikaans: vervoer
  • Aukan: fufuu

Anagrams

edit