slorpen
Uiterlijk
- slor·pen
- van Middelnederlands, vermoedelijk klanknabootsing [1][2]
slorpen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
slorpen |
slorpte |
geslorpt |
zwak -t | volledig |
- (informeel) iets met veel geluid opzuigen
- [2] slurpen
- Het woord slorpen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "slorpen" herkend door:
57 % | van de Nederlanders; |
79 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ slorpen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Klanknabootsing in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Informeel in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 57 %
- Prevalentie Vlaanderen 79 %