morsig
Uiterlijk
- mor·sig
- Naamwoord van handeling van morsen met het achtervoegsel -ig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | morsig | morsiger | morsigst |
verbogen | morsige | morsigere | morsigste |
partitief | morsigs | morsigers | - |
morsig
- onzindelijk, slonzig
- Wees toch niet zo'n morsige jongen en ruim je rotzooi op!
1. onzindelijk, slonzig
- Het woord morsig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "morsig" herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
66 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be