kjetting
Uiterlijk
- kjet·ting
- Afkomstig van het Nederlandse zelfstandige naamwoord keten
Naar frequentie | 39188 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | kjetting | kjettingen | kjettinger | kjettingene |
genitief | kjettings | kjettingens | kjettingers | kjettingenes |
kjetting m
- (gereedschap) keten (groot)
- kjet·ting
- Afkomstig van het Nederlandse zelfstandige naamwoord keten
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | kjetting | kjettingen | kjettingar | kjettingane |
kjetting m
- (gereedschap) keten (groot)
- (gereedschap) gedoornde sneeuwketting
- [1-2]: kjede
- [1]: ankerkjetting
- [1]: kjettinglås
- [2]: piggkjetting
Categorieën:
- Woorden in het Noors
- Woorden in het Noors van lengte 8
- Woorden in het Noors met audioweergave
- Woorden in het Noors met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Noors
- Gereedschap in het Noors
- Woorden in het Nynorsk
- Woorden in het Nynorsk van lengte 8
- Woorden in het Nynorsk met audioweergave
- Woorden in het Nynorsk met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nynorsk
- Gereedschap in het Nynorsk