pedel

• Geluid:  pedel    (hulp, bestand)

• pe·del

• Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘die academische plechtigheden regelt’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1592 ^{[1] [2][3]}

de pedel m

1. (beroep) bode van een universiteit met een vooral ceremoniële functie

• conciërge, gerechtsbode, koster, ordenans

• pedelstok

• Het woord pedel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pedel" herkend door:

• Zie Wikipedia voor meer informatie.