doelpaal
Uiterlijk
- doel·paal
- samenstelling van doel en paal [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | doelpaal | doelpalen |
verkleinwoord | - | - |
de doelpaal m
- (sport) paal die een doel begrenst
1.
- Het woord doelpaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "doelpaal" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be