aldaar
Uiterlijk
- al·daar
- samenstelling van al en daar [1]
aldaar
- in de eerder genoemde plaats
- Hij woont in Rotterdam en heeft aldaar een goedlopend bedrijf.
1. in de eerder genoemde plaats
- Het woord aldaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aldaar" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ aldaar op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be