Naar inhoud springen

Nederlands taalgebied

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Nederlandse taalgebied)
Dit artikel gaat over het gebied van de Nederlandse taal op wereldvlak. Voor het Nederlandse taalgebied in de Belgische staatsstructuur, zie Taalgebied#Belgische taalgebieden.
Nederlands Taalgebied
Het Nederlands taalgebied is in het zwart aangegeven en de (half-)creolen zijn rood gekleurd.
Het Nederlands taalgebied is in het zwart aangegeven en de (half-)creolen zijn rood gekleurd.
Taal Afrikaans
Nederlands
e.a. creoolse talen
Sprekers 45 miljoen
Moedertaal - 25 miljoen (nld)
- 8 miljoen (afr)
Vreemde taal - 8 miljoen (nld)
- 10 miljoen (afr)
Gesproken in Vijf soevereine landen:

en wereldwijd als taal van immigranten (zijnde niet erkend).

Officiële status
Officieel in Zie bovenstaande, aangevuld met:
Taalorganisatie Nederlandse Taalunie (nld)
Suid-Afrikaanse Akademie vir Wetenskap en Kuns (afr)
Variëteiten
Dialecten Nederlandse dialecten
Creolen Nederlandse creoolse talen
Portaal  Portaalicoon   Taal
Nederlands
Het Nederlands taalgebied in Europa met in rood het Nedersaksisch taalgebied in Duitsland. In de oranje gebieden in Oost-Friesland en Bentheim was het Nederlands de cultuurtaal tot de 19e eeuw
Nederlands wereldwijd
Vlag van België Vlag van Nederland Vlag van Suriname Vlag van Aruba Vlag van Curaçao Vlag van Sint Maarten
Map of the Dutch World.svg
Nederlands
Nederlandse creoolse talen
Portaal  Portaalicoon   Nederlands

Met het Nederlandse taalgebied wordt het gebied bedoeld, waar mensen in het dagelijks leven gebruikmaken van het Nederlands of een op basis van het Nederlands gecreoliseerde taal. De taal moet dan als moedertaal of als dagelijkse omgangstaal functioneren.

Het Nederlands of zijn creoolse varianten worden tegenwoordig als moedertaal gesproken in delen van Afrika, Europa en Noord- en Zuid-Amerika. Europa is verreweg het belangrijkste vanwege het feit dat meer dan de helft van alle moedertaalsprekers er woont.

Hoofdtaal (Nederlands)

[bewerken | brontekst bewerken]

Het exacte aantal Nederlandstaligen is onbekend. Verschillende bronnen noemen verschillende cijfers. De Taalunie stelt dat er "ongeveer 24 miljoen Nederlandstaligen [zijn]. Ongeveer 17 miljoen van hen wonen in Nederland, 6,5 miljoen in België, en 400.000 in Suriname."[2] Volgens een website van de Nederlandse overheid zijn er 23 miljoen sprekers.[3] Deze cijfers gaan nog voorbij aan het feit dat er in Noord-Frankrijk ongeveer 80.000 mensen een West-Vlaams dialect spreken.[4] Het gaat hierbij om sprekers die Nederlands als moedertaal hebben: er zijn geen cijfers over het aantal mensen dat Nederlands als tweede of verdere taal spreekt.

Zie Nederlands voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Officieel en moedertaal

[bewerken | brontekst bewerken]

Het Nederlands wordt gebruikt als officiële landstaal in:

Verder wordt het Nederlands gesproken in:

Als cultuurtaal was het Nederlands in gebruik in:

  • vanaf de Reformatie tot in de jaren tachtig van de 19de eeuw in de westelijke gemeenten van Oost-Friesland (Ostfriesland) en in de Graafschap Bentheim (Grafschaft Bentheim), waar de bevolking vanouds tot de Hervormde Kerk behoort; in afgescheiden Oudgereformeerde Gemeenten werd daar zelfs nog tot in de jaren zeventig van de 20ste eeuw in het Nederlands gesproken.
Zie Erkenning van Nederlands in Zuid-Afrika voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Immigrantentaal

[bewerken | brontekst bewerken]

Andere gebieden waar Nederlands wordt gesproken door economische belangen of door grote aantallen immigranten zijn:

Hoofdtaal (Afrikaans)

[bewerken | brontekst bewerken]
Zie Afrikaans voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Het Afrikaans is een creooltaal die geldt als dochtertaal van het Nederlands en een zelfstandige status heeft gekregen. Zodoende functioneert het in Namibië en Zuid-Afrika als onafhankelijke taal. Aan het einde van de 19de eeuw werd daar het Nederlands als cultuurtaal ingewisseld voor de eigen Zuid-Afrikaanse variant, die zich sindsdien heeft verzelfstandigd en naast het Engels de officiële taal werd. De spelling van het Afrikaans is nog altijd gebaseerd op de Algemeen Vereenvoudigde Spelling van Kollewijn.

Omdat het apartheidsregime tussen 1961 en 1994 gedomineerd werd door de 'Afrikaanders', kreeg hun taal een slechte naam. Na opheffing van de apartheid werd ze als officiële taal onttroond en geboycot. Omdat een talrijke zogenaamde 'kleurlingen'bevolking in de Kaapprovincie Afrikaans in een eigen vorm spreekt, heeft deze boycot uiteindelijk niet tot een verbod geleid. De positie van de taal is wel verzwakt, mede doordat een deel van de Afrikaanders is geëmigreerd.

Er zijn wereldwijd ongeveer 17 miljoen Afrikaanstaligen. Dit aantal kan als volgt worden berekend: ruim 7 miljoen moedertaalsprekers in Zuid-Afrika (census 2011); naar schatting ongeveer 300.000 moedertaalsprekers in Namibië, en naar schatting 9.500.000 mensen in Zuid-Afrika en Namibië, die Afrikaans als tweede of derde taal spreken. In Namibië vervult het Afrikaans de rol van lingua franca. Het aantal moedertaalsprekers van het Afrikaans ligt dus aanzienlijk lager dan het aantal mensen dat Afrikaans als tweede of derde taal beheerst.

Officieel en moedertaal

[bewerken | brontekst bewerken]

Het Afrikaans werd in 1925 erkend als onafhankelijke taal, daarvoor werd het beschouwd als enkel een dialect of creoolse variant van het Nederlands. In dat jaar werd Afrikaans. Echter, door de Zuid-Afrikaanse grondwet werden Afrikaans en Nederlands tot 1984 nog als synoniemen bestempeld. Als officiële taal wordt het gebruikt in:

  • Vlag van Namibië Namibië, als erkende regiotaal
  • Vlag van Zuid-Afrika Zuid-Afrika, als een van de elf officiële talen van het land

Verder wordt Afrikaans ook gesproken door kleine gemeenschappen in andere landen:

Immigrantentaal

[bewerken | brontekst bewerken]
Zie Problematiek van de "Transformasie" voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Na de afschaffing van de apartheid zijn veel Afrikaners verhuisd naar andere landen. Daardoor wordt het Afrikaans als immigrantentaal gesproken in:

Overige creoolse talen

[bewerken | brontekst bewerken]

Nederlandse creoolse talen werden gesproken in voormalige Nederlandse koloniën en handelsvestigingen en door vóór 1900 gevestigde immigrantengroepen. Nu zijn ze vrijwel uitgestorven. Er zijn nog maar een handjevol sprekers verspreid over de wereld, bijvoorbeeld in Guyana, Indonesië, de Verenigde Staten, Brazilië en op Puerto Rico, en vroeger ook op de Maagdeneilanden en Sri Lanka (Ceylon).

Grootste gemeenschappen in het taalgebied

[bewerken | brontekst bewerken]
De grootste Nederlands- en Afrikaanstalige steden wereldwijd.

In het Nederlands taalgebied liggen de tien grootste gemeenschappen verspreid over België, Nederland en Zuid-Afrika.[5] Hoewel een groot deel van de Afrikaans- en Nederlandstalige gemeenschap in Nederland woont, te weten ongeveer 17 miljoen sprekers, ligt de grootste stad, wat betreft het aantal Afrikaans of Nederlands sprekenden, in Zuid-Afrika. Kaapstad heeft met bijna 1,2 miljoen Afrikaanstaligen de grootste stedelijke gemeenschap van het taalgebied binnen haar grenzen. Deze stad wordt gevolgd door de drie grootste steden in Nederland: Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. Antwerpen sluit met ongeveer 470.000 Nederlandstaligen de top vijf van grootste gemeenschappen in het Nederlands taalgebied. In de grootste metropool van de Lage Landen, Brussel, werd het Nederlands, waar rond 1850 nog de meerderheid van de bevolking een Brabants dialect sprak, tijdens de intensief voortgaande verfransing van Brussel sinds de Eerste Wereldoorlog teruggedrongen tot de taal van een kleine minderheid.

De gemeenschappen in Aruba, Curaçao, Namibië, Sint Maarten en Suriname vormen te kleine gemeenschappen om in de top van de lijst voor te komen.