Lutetium
Lutetium is een scheikundig element met symbool Lu en atoomnummer 71. Het is een zilverwit lanthanide.
Ontdekking
[bewerken | brontekst bewerken]Onafhankelijk van elkaar is lutetium in 1907 ontdekt door Georges Urbain en Carl Auer von Welsbach. Beide troffen het element als verontreiniging aan in het mineraal ytterbia, waarvan eerder vermoed werd dat het volledig uit ytterbiumverbindingen bestond. Aangezien Urbain het isolatieproces als eerste beschreef, wordt deze Franse chemicus gezien als de ontdekker van lutetium. Zelf noemde hij het element neoytterbium, maar dat werd in 1949 veranderd in lutetium. Welsbach stelde de namen cassiopeium en aldebaranium voor, maar deze namen werden afgewezen. Toch wordt in vooral Duitse literatuur de naam Cassiopeium (Cp) nog regelmatig gebruikt.
De naam lutetium is afgeleid van de Latijnse naam voor Parijs, Lutetia.
Toepassingen
[bewerken | brontekst bewerken]Lutetium kan bereid worden uit lutetium(III)chloride en metallisch calcium. Het isoleren van lutetium is echter een kostbaar proces en het wordt daarom slechts zeer sporadisch gebruikt voor industriële toepassingen:
- Als katalysator in de olieraffinage.
- Voor alkylerisatie, polymerisatie en hydrogenatie.
Daarnaast kan lutetium worden gebruikt voor legeringen en medicijnen, zoals lutetium-octreotaat.
Opmerkelijke eigenschappen
[bewerken | brontekst bewerken]Lutetium is de zwaarste en hardste lanthanide en wordt niet aangetast door zuurstof uit de lucht.
Als laatste element van de lanthanidereeks heeft lutetium een volle f-schil: 4f14 en nog drie elektronen in 6s25d1. Het gedraagt zich daarom als een overgangsmetaal uit de scandiumgroep en vormt vrijwel uitsluitend driewaardig positieve Lu3+-ionen. Doordat de f-schil vol is zijn deze ionen niet magnetisch en hebben zij geen optische overgangen in het zichtbare gebied.
Voorkomen
[bewerken | brontekst bewerken]Bijna alle lanthanidebevattende mineralen bevatten lutetium, maar altijd in uiterst lage concentraties. De commercieel aantrekkelijkste bron is het mineraal monaziet dat ongeveer 0,0001% lutetium bevat
Bereiding
[bewerken | brontekst bewerken]Het isoleren van zuiver lutetium is een lastig en kostbaar proces. Lutetium wordt eerst van andere lanthaniden gescheiden door middel van een ionenwisselaar. Vervolgens wordt watervrij lutetiumchloride of -fluoride gereduceerd met een alkali- of aardalkalimetaal, zoals calcium:
Isotopen
[bewerken | brontekst bewerken]Stabielste isotopen | |||||
---|---|---|---|---|---|
Iso | RA (%) | Halveringstijd | VV | VE (MeV) | VP |
173Lu | syn | 1,37 j | EV | 1,298 | 173Yb |
174Lu | syn | 3,31 j | EV | 1,374 | 174Yb |
175Lu | 97,41 | stabiel met 104 neutronen | |||
176Lu | 2,59 | 3,78·1010 j | β− | 1,193 | 176Hf |
In de natuur is 175Lu de enige stabiele lutetiumisotoop. In totaal zijn er 33 radioactieve isotopen bekend waarvan 176Lu als gevolg van de lange halveringstijd op aarde nog voorkomt. 174Lu en 173Lu hebben een halveringstijd van respectievelijk 3,31 en 1,37 jaar. Alle andere radio-isotopen hebben halveringstijden van minder dan enkele dagen.
Toxicologie en veiligheid
[bewerken | brontekst bewerken]Over de toxicologische eigenschappen van lutetium is weinig bekend en lutetium zou daarom zorgvuldig moeten worden behandeld. Van poedervormig lutetium is bekend dat het brandbaar is en explosiegevaar kan opleveren.