Naar inhoud springen

Mathenesse (Mensingeweer)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Martijn425 (overleg | bijdragen) op 25 jun 2017 om 09:52. (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Infobox kasteel | naam = Mathenesse | afbeelding = Jacobus Stellingwerf - Matenes te Mensingeweer.jpg | onderschrift = Matenes (Mathenes...')
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Mathenesse
Matenes (Mathenesse) te Mensingeweer door Jacobus Stellingwerf, circa 1724-1756
Matenes (Mathenesse) te Mensingeweer door Jacobus Stellingwerf, circa 1724-1756
Locatie Mensingeweer, Vlag van Nederland Nederland
Algemeen
Kasteeltype borg
Gebouwd in 1556 (vermelding van waarschijnlijk dezelfde heerd)
1708 (eerste vermelding)
Gesloopt in 1803
De huidige boerderij uit 1872 bij de vroegere borgstee van Mathenesse
De huidige boerderij uit 1872 bij de vroegere borgstee van Mathenesse

Mathenesse (ook wel: Mattenesse, Matenesse, Mattenes en Matenes) was een borg bij het Groningse dorp Mensingeweer. De borgstee is niet duidelijk meer te herkennen, enkel de oprijlaan resteert.

Geschiedenis

De naamgever van de borg is naar alle waarschijnlijkheid Willem van Mathenesse. Hij was getrouwd met Maria Manninga. De Manninga's waren een geslacht uit Oost-Friesland en zij kwamen door een huwelijk in het bezit van de borg Dijksterhuis te Pieterburen. Maria is geboren in Den Haag en was een dochter van Luirt Manninga en Emerentiana Sonoy. Emerentia was een dochter van de bekende watergeus Diederik Sonoy. Sonoy hertrouwde met Johanna de Mepsche en woonde tot zijn dood bij zijn dochter op Dijksterhuis. Willem van Mathenesse is geboren in Schiedam en was de zoon van een eveneens bekende watergeus, namelijk Johan van Mathenesse. Willem was een Hollandse edelman en door zijn huwelijk met Maria kwam hij in de Ommelanden terecht. Hij behield echter zijn betrekkingen in Holland; zo was hij rentmeester-generaal van de Abdij van Rijnsburg en raad ter Admiraliteit van Amsterdam. Mathenesse heeft de borg vermoedelijk gekocht van de erfgenamen van Christoffer van Ewsum. In 1602 kocht hij namelijk Mathenesse te Rasquert van hen en in 1608 was hij de belangrijkste collator van Mensingeweer. Zijn weduwe Maria was in 1624 zelfs unica collatrix, blijkens de in dat jaar gegoten klok van de Michaelkerk te Mensingeweer. Wat ook voor deze verklaring pleit is het feit dat Christoffer in 1556 vier heerden te Mensingeweer van zijn moeder Beetke van Rasquert had geërfd. Eén van deze heerden had een grootte van 30,5 juk, de exacte grootte van Mathenesse.

In 1646 werd de heerd publiekelijk verkocht door Abbe Itema. Itema is dus voor 1646 in het bezit gekomen van Mathenesse. Zijn vrouw Trijntien Fraterma overleed in 1640 en werd begraven in het koor van de plaatselijke kerk. Abel Schultes kocht de heerd met hoven, grachten en plantages ter grootte van 31 jukken voor ƒ16.200. Wegens wanbetaling werd de heerd opnieuw geveild. Koper werd ditmaal Gerhardus Swartte, later burgemeester van Groningen, voor ƒ14.600. Na de dood van Swartte in 1665 kwam Mathenesse in het bezit van zijn zoon Hendrik, secretaris van Groningen. Hendriks weduwe, Titia Verrucius, moest de 'plaatse' Matenes laten verkopen in 1708. Er is inmiddels sprake van een borg met grachten en singels. Tegelijkertijd worden ook de gerechtigheden en het collatierecht van Mensingeweer verkocht. Het goed werd gekocht door Jacobus van Aelst, man van Titia's dochter Aurelia. Het ging Van Aelst ook financieel te boven en in 1712 lieten de crediteuren Mathenesse verkopen. Hendrik Ferdinand von Inn- und Kniphausen, Heer van de Asingaborg te Ulrum kocht de borg voor ƒ7100. Von Inn- und Kniphausen overleed in 1716 waarna zijn dochter Anna direct haar intrek nam in Mathenesse. De rechten op Mathenesse en de bijbehorende collatie bleven echter bij de Asingaborg horen.

Anna legde zich toe op het opknappen van Mathenesse. In 1717 trouwde zij met Joost Lewe, afkomstig van de Blauwborg te Obergum, Winsum. Lewe liet zich vanaf toen ook 'Heer van Mathenesse' noemen. Tot de dood van Lewe in 1758 werd de borg ingrijpend veranderd en steeg deze ook in aanzien; in 1756 is er sprake van een 'hoogadelijk' huis. Na zijn dood volgde zijn zoon Hendrik Ferdinand hem op als Heer van Matenesse. Hendriks zuster Anna Aurelia kreeg echter het huis en de bijbehorende rechten in 1784. Ze overleed in 1790 en haar man, Barthold Canter, in 1796. Daarmee kwam de borg in het bezit van Anna's zus Everdina Josina Lewe, getrouwd met Maurits Clant van de Hanckemaborg te Zuidhorn. Lewe en Clant lieten de borg met grachten, singels, landerijen en bijbehorende rechten publiekelijk verkopen in 1792. Piet Knijpinga kocht het goed en liet het huis in 1820 op afbraak verkopen. Berend Hayes Harkema van Warfhuizen kocht Mathenesse voor ƒ925. Vlakbij werd een nieuw huis gebouwd: 'buiten' Mathenesse. Dit kwam na het overlijden van Knijpinga in 1822 in het bezit van zijn schoonzoon Hendrik Edzens Hagenouw Brongers, eveneens Tweede Kamerlid. Brongers overleed in 1840 op Mathenesse. Vervolgens woonde mr. P. Knijpinga op Mathenesse tot zijn dood in 1867. In 1872 werd Mathenesse verkocht door de erfgenamen van Hendrik Brongers aan Klaas Harms Wijk. Deze liet het huis afbreken, waarna een nieuwe boerderij 'Mattenesse' verrees ten noordwesten van de oorspronkelijke borgstee.

Mathenesse (kadasterkaart, 1832)

Ligging

Mathenesse bevond zich zo'n 500 meter ten noordoosten van het dorp Mensingeweer aan het Kanaal Baflo-Mensingeweer, met aan de andere kant van het kanaal het dorp Eenrum. Nog verder naar het noordoosten ligt het buurtschap Ernstheem. De oprijlaan naar de borg is nog aanwezig en de borg bevond zich in het verlengde van deze oprijlaan. De borgstee was een omgracht terrein van zo'n 50 bij 40 meter. Aan de noordkant van de oprijlaan stond het schathuis. Rond de borg bevond zich een tuin in Engelse landschapsstijl, die in opdracht van Brongers aangelegd werd. Theodorus Beckeringh vermeldde de borg op zijn kaart als 'Matenes', terwijl de borg op de kaart van Coenders niet weergegeven wordt.

Huidige situatie

Door het dempen van de grachten en latere verkavelingen is de borgstee niet meer te herkennen. Enkel de oprijlaan kan nog dienen ter oriëntatie. De weg tussen Mensingeweer en Ernstheem draagt ook de naam Mathenesserweg. Tegenwoordig staat de boerderij 'Mattenesse' bij de vroegere borgstee. De kop-hals-rompboerderij uit 1872 heeft een statig voorhuis met schilddak en kelder. In de achtermuur van de schuur herinnert een gedenksteen aan de bouw. Deze achtermuur heeft ook twee bovenlichten met daarin een beeltenis van een koe en een paard verwerkt.

Zie ook

Zie de categorie Mathenesse (Mensingeweer) van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.