Scharnhorst: verschil tussen versies
Regel 117: | Regel 117: | ||
Op 30 maart 1943 veroverden de Scharnhorst en Tirpitz het zeegebied nabij de Spitzbergen. Gedurende een periode van 9 maanden wisten de twee schepen het gebied bezet te houden en ze brachten talloze Amerikaanse koopvaardijschepen tot zinken. |
Op 30 maart 1943 veroverden de Scharnhorst en Tirpitz het zeegebied nabij de Spitzbergen. Gedurende een periode van 9 maanden wisten de twee schepen het gebied bezet te houden en ze brachten talloze Amerikaanse koopvaardijschepen tot zinken. |
||
Op eerste kerstdag voerde de Scharnhorst een aanval |
Op eerste kerstdag voerde de Scharnhorst een aanval op een Amerikaans konvooi uit. Het gehele konvooi werd vernietigd maar een van de schepen gaf over de radio de exacte locatie van de Scharnhorst weer. De Britse marine besloot nu een klopjacht uit te voeren, dit zou de ondergang van het succesvolle oorlogschip betekenen. |
||
== De ondergang == |
== De ondergang == |
Versie van 30 apr 2006 21:07
Bestand:Scharnhorst-1.jpg De Scharnhorst (1939) | |
Kriegsmarine | Vlag Kriegsmarine |
---|---|
besteld: | 25 januari 1934 |
kiel gelegd: | 15 mei 1935 |
te water gelaten: | 3 oktober 1936 |
in gebruik genomen: | 7 januari 1939 |
lot: | gezonken 26 december 1943 |
Algemene gegevens | |
waterverplaatsing: | 31.552 ton (standaard) 38.900 ton (volgeladen) |
lengte: | 229,8 m (waterlijn) 235.4 m maximaal |
breedte: | 30.0 m |
diepgang: | 10 m (standaard) |
aandrijving: | 3 Brown-Boveri turbines; 161.164 pk (120,18 MW) drie 3-bladige schroeven met een diameter van 4,8 m |
snelheid: | 31,65 knopen (58,6 km/u) |
bereik: | 10.100 zeemijlen (18.700 km) met een snelheid van 19 knopen (35 km/u) |
bewapening: | 9-283 mm (3x3) 12-150 mm (4x2, 4x1) |
vliegtuigen: | 3 Arado Ar196A-3, 1 katapult |
bemanning: | 1.968 waarvan 60 officieren |
De Scharnhorst was een Duitse slagkruiser uit de Tweede Wereldoorlog. Het oorlogschip stond bekend als de meest succesvolle van alle Duitse bovenwaterschepen. Het schip werd legendarisch door haar vele overwinningen maar ook door haar spectaculaire ondergang op 26 december 1943.
De slagkruiser had nog een zusterschip, de Gneisenau, deze was identiek aan de Scharnhorst.
De bouw
In 1934 begon de Duitse Kriegsmarine in het kader van het bewapeningsplan van de zonet aangestelde NSDAP-regering met de bouw van een nieuw slagschip. Het zou de naam Scharnhorst krijgen, naar de Pruisische generaal Gerhard von Scharnhorst, die vooral tijdens de Napoleontische oorlogen actief was.
Nadat de kiel was gelegd werd de bouw echter stopgezet omdat men nieuwe plannen voor een geheel nieuw type slagschip had ontwikkeld. De bedoeling was om een goede balans te vinden tussen snelheid en bewapening. Men koos ervoor om het schip langer en veel minder breed te maken. Hierdoor sneed het schip sneller door het water en was het veel wendbaarder. Het nadeel was echter dat men de bewapening van het schip moest inperken: men koos voor lichtere 283mm kanonnen i.p.v van de gebruikelijke 360mm kanonnen. Hierdoor verloor het schip haar classificering als slagschip (een slagschip moet minimaal 320mm kanonnen hebben om tot te categorie slagschip te worden gerekend) en kreeg het de benaming slagkruiser. De Scharnhorst bleef echter haar zwaar gepantserde, 180mm dikke, stalen romp behouden waardoor het wel de bepantsering van een slagschip had.
De nieuwe kiel werd uiteindelijk in 1935 gelegd. Zestien maanden later, in oktober 1936, werd het schip ingewijd en mocht het uitvaren.
Het schip werd in januari 1939 toegewezen aan kapitein Otto Ciliax. In april nam de pas benoemde bevelhebber van de Duitse marine, admiraal Erich Raeder, plaats op het dek.
De oorlogsmissies
1e missie
De eerste oorlogsoperatie waaraan de Scharnhorst deelnam was een missie in de Noord-Atlantische oceaan om een Britse patrouille tot zinken te brengen. Tijdens deze missie zou het slagschip ondersteund worden door zijn zusterschip de Gneisenau. De vloot voer uit op 21 november 1939 en onderschepte op 23 november de Rawalpindi, een bewapende handelskruiser van de Britse vloot. De Rawalpindi had geen enkele kans en werd naar de kelder gejaagd. Slechts 38 van de 276 bemanningsleden overleefden de aanval. De Duitse vloot werd na de aanval echter door een Britse vloot achtervolgd. Deze vloot bestond uit enkele sterk bewapende slagschepen zoals de Hood en de Repulse. De Duitse vloot kon echter ontkomen en zocht een onderkomen in Wilhelmshaven.
2e missie
Na deze operatie nam de Scharnhorst deel aan de invasie van Noorwegen, in April 1940. De Duitse troepen mochten de neutraliteit van het Zweedse grondgebied niet schenden en waren daarom volledig toegewezen aan een invasie over zee. Tijdens deze operatie moest de Scharnhorst, naast haar gebruikelijk bemanning van 1900 koppen, nog eens 800 soldaten vervoeren en daarmee de Noorse havenstad Trondheim veroveren. De Scharnhorst vuurde enkele schoten landinwaards op strategische doelen nabij Trondheim en zette daarna de Duitse soldaten aan land. Trondheim werd in enkele uren veroverd.
Vervolgens ondernam de Britse marine een poging om de Noorse kusten te bevrijden van de Duitsers. De Scharnhost moest hierbij Britse oorlogschepen van de kust weren. Op 9 april bracht de Scharnhorst de Britse kruiser HMS Renown tot zinken. Een dag later voerde de Scharnhorst, samen met haar zusterschip Gneisenau, een aanval uit op het Britse vliegdekschip HMS Glourius en de twee torpedobootjagers HMS Ardent en HMS Alcasa, die het vliegdekschip escorteerden. Na een twee uur durend gevecht werden zowel de Glourius als de Alcasa en de Ardent tot zinken gebracht. Vlak voordat de Ardent ten onder ging vuurde dit schip nog een torpedo af die de Scharnhorst midden in de boeg trof. De pantsering van de boeg was echter te sterk om een groot gat te veroorzaken en dus bleef de Scharnhorst drijven. De Scharnhorst was echter zwaar beschadigt en moest, voor reparatie, terugkeren naar Wilhelmshaven. Op de terugweg werd de Scharnhorst aangevallen door 4 Short Shunderland bommenwerpers. Alle 4 bommenwerpers werden door de luchtafweer neergeschoten maar men kon niet voorkomen dat het schip door een 600kg bom op het voordek getroffen werd. De Scharnhorst was nu zeer zwaar beschadigt.
3e missie
Na een reparatie van 8 maanden was de Scharnhorst weer volledig zeewaardig en het schip voer in december 1940 uit om de zeeblokkade van torpedobootjagers, die de Britse marine, tussen Groot Britanie en IJsland had gelegt te vernietigen. De Scharnhorst schoot samen met haar zusterschip Gneisenau een aantal kanonskogels af op de Britse torpedobootjagers maar moest haar aanval afbreken toen de veel sterkere Britse slagschepen Revenge en Warspite aan de horizon verschenen.
Later bleek de Gneisenau technische problemen met haar stoomketel te krijgen waarop de twee schepen terugkeerden naar Duitsland.
4e missie
In januari 1941 voer de Scharnhorst opnieuw uit, ditmaal onder commando van Admiraal Gunther Lütjens, de latere gezagvoerder van de Bismarck. Het doel van deze missie was de Britse konvooien ten westen van Ierland aan te vallen. (Britse olietankers afkomstig uit Noord-Afrika voeren, uit angst voor U-boten, nooit langs Frankrijk en maakte liever een omweg over de Atlantische oceaan. Ze gingen dan achter Ierland langs en kwamen in Noord-Engeland aan.)
De missie was zeer gevaarlijk omdat U-boten, vanwege de dichtheid van torpedobootjagers, nauwelijk het gebied konden betreden. De scharnhorst moest het dus zonder U-boot steun doen.
De Scharnhorst vertrok op 21 januari vanuit Wilhelmshaven en trok door de Denemarkenstraat (de zeestraat tussen IJsland en Groenland) en voer vervolgens achter Groot-Britanie langs. Op 30 Janauri arriveerde de Scharnhorst in de Westelijke wateren bij Ierland.
Na een week vruchteloos gepatrouilleerd te hebben zag de Scharnhorst op 8 Februari voor het eerst een Brits konvooi varen. De Scharnhorst voerde een aanval uit, bracht 1 schip tot zinken en moet daarna weer weg vluchten toen het Britse slagschip HMS Ramillies het konvooi te hulp schoot.
Na weer 12 dagen gepatrouilleerd te hebben zag de Scharnhorst opnieuw een ander konvooi varen. De Scharnhorst wist 4 schepen tot zinken te brengen maar kon niet voorkomen dat de andere schepen in een storm wisten te ontkomen.
Op 7 maart zag de Scharnhorst ten Zuidwesten van Ierland een konvooi varen, de Scharnhorst viel aan maar werd lastig gevallen door Britse bommenwerpers die het schip bij toeval gezien hadden. De Scharnhorst wist alle luchtaanvallen af te slaan maar het konvooi was ontsnapt.
De meest succesvolle aanval voerde de scharnhorst uit op 15 maart. Door de mist was een konvooi uit elkaar gedreven, de Scharnhorst besloot van de gelegenheid gebruik te maken en viel een groepje van 11 onbewaakte olietankers aan. Geen van de olietankers wist te ontkomen. De volgende dag vernietigde de Scharnhorst nog eens 8 andere transportschepen.
Hierna besloot de Scharnhorst naar de haven van Brest in het bezette Frankrijk om daar nieuwe brandstof en munitie in te slaan. Toen de Scharnhorst op 22 maart in de haven van Brest arriveerde gaf het Franse verzet per radio de locatie van het schip door aan de Britse luchtmacht. De luchtmacht besloot nog diezelfde dag ee luchtaanval uit te voeren en het schip raakte zwaar beschadigt bij een bombardemten. Een 1000kg bom drong viel door het dek en kwam in de machinekamer. Hierbij werd een van de twee stoom turbines werd vernietigd.
Omdat in Brest te weinig reparatie facalteiten waren moest de scharnhorst nu op een stoomturbine terug naar Wilhelmshaven varen. Het schip kon slechts een snelheid van 5 knopen behalen en moest door het zwaarbewaakte nauw van Calais. Admiraal Lutjens besloot het er toch op te wagen en hij nam een gigantische risico: onder begeleiding van een aantal luchtverdedigingschepen voer hij dwars door het kanaal. De britse marine was op de hoogte van deze tocht en patrouilleerde met vliegtuigen boven het kanaal. Wonder boven wonder, hebben ze de Scharnhorst nooit gezien: het langzaam varende schip wist moeiteloos het kanaal te doorkruisen.
Bij aankomst in Wilhelmshaven werd Lutjens en zijn bemanning als helden ontvangen. Tussen 21 januari en 22 maart 1941, had de scharnhorst niet minder dan 24 schepen to zinken gebracht. Een record dat de gehele oorlog ongebroken zou blijven.
Terwijl de Scharnhorst gerepareert werd, kreeg Lutjens tijdelijk het bevel over de Bismarck. Met dit schip moest hij eveneens ten westen van Ierland konvooien aanvallen. Lutjens zou tijdens deze reis met de Bismarck ten onder gaan.
Nadat Lutjens gesneuveld was, kreeg admiraal Erich Bey het commando over de slagkruiser.
5e missie
De schade aan de ketel en gebrek aan geld voor reparaties zouden er toe leiden dat het tot maart 1943 duurde voordat de Scharnhorst weer actief kon deelnemen aan de oorlog. Onder commando van Erich Bey, moest de scharnhorst nu een aanval uitvoeren op de Amerikaanse konvooien die vanuit Oost-Amerikaanse kust munitie en wapens brachten naar Moermansk aan de Russische kust. Deze bevoorrading gebruikten de russen voor hun strijd tegen de Duitsers. De Scharnhorst moets samen met het slagschip Tirpitz een zeeblokkade opwerpen in de Noordelijke IJszee nabij het eiland Spitzbergen. De Amerikaanse konvooien voeren langs dit eiland. Zou de missie slagen dan zouden de bevoorradinglijnen naar Rusland worden afgesneden en dan zou het Russische leger spoedig zonder munitie komen te zitten.
Op 30 maart 1943 veroverden de Scharnhorst en Tirpitz het zeegebied nabij de Spitzbergen. Gedurende een periode van 9 maanden wisten de twee schepen het gebied bezet te houden en ze brachten talloze Amerikaanse koopvaardijschepen tot zinken.
Op eerste kerstdag voerde de Scharnhorst, in de Barendszee, een aanval op een Amerikaans konvooi uit. Het gehele konvooi werd vernietigd maar een van de schepen gaf over de radio de exacte locatie van de Scharnhorst weer. De Britse marine besloot nu een klopjacht uit te voeren, dit zou de ondergang van het succesvolle oorlogschip betekenen.
De ondergang
Een dag later op 26 december 1943 kwam het einde. Tijdens een hevige sneeuwstorm werd de Scharnhorst onderschept door twee sterke Britse eskaders, maar kon dankzij het slechte weer ontsnappen.
Enige tijd later werd de Scharnhorst opnieuw belaagd door een drie Britse kuisers. De Scharnhorst vuurde enkele schoten af en wist een van de kruiser licht te beschadigen. De kruisers vuurden echter terug en schoten de radartoren van de scharnhorst kapot. Hierdoor hadden kanonnen geen begeleiding van de radar meer en de bemanning moest nu hun kanonsschoten met het blote oog mikken. door de hevige sneeuwval was dat echter onmogelijk. De scharnhorst moest opnieuw vluchten.
Verder in zuidelijke richting werd de Scharnhorst opnieuw onderschept door de Duke of York en even later ook door de Jamaica. De twee schepen vuurde verscheidene kogels af op de scharnhorst en de geschutstoren op het voordek werd vernietigd. Ook werd de hangar van het Arado verkenningvliegtuig kapot geschoten waardoor de, daar aanwezige, vliegtuigbrandstof een hevige fik op het schip veroorzaakte.
De Scharnhorst wist toch te ontkomen maar werd 5 uur later ’s nachts opnieuw bestookt en kreeg enkele treffers van de Duke of York te verwerken. Een kogel trof door de Scharnhorst onder de waterlinie waardoor water het schip binnen stroomde. Het water zorgde voor kortsluiting waardoor het munitie magazijn in de achtersteven explodeerde. Het schip stond in de brand en maakte flink water.
Hierdoor kon het schip geen snelheid meer maken en ook niet meer ontsnappen. De torpedobootjagers onder leiding van de Jamaica schoten een reeks torpedo's af maar die misten allen hun doel doordat admiraal Erich Bey zijn schip net op tijd dwars wist te sturen waardoor de torpedo's rakelings langs de romp schuurden. De scharnhorst vuurden nog een keer terug op de torpedobootjagers maar alle kogels misten. De jagers besloten nog een tweede golf torpedos'te lanceren en gaven daarmee de Scharnhorst de genadestoot. Het schip werd getroffen door 5 torpedo's, explodeerde en maakte slagzij. De Scharnhorst ging in minder dan 5 minuten, volledig brandend en et de schroeven nog draaiend, ten onder. Door het ijskoude water en de donkere nacht konden slechts 36 van de 1.968 bemanningsleden worden gered.
De Britse marine sprak vol lof over de dapperheid van de duitse bemanning die tot het einde toe bleef vechten. volgens veel engelse zeevaarders weigerde de bemanning van de scharnhorst zich over te geven en kozen ze ervoor om met het schip ten onder te gaan. De gezagvoerder van de Duke of York noemde de Duitse bemanning later de grootste helden uit de oorlog. Zelf Churchill zag de Duitsers als een voorbeeld voor iedere Britse matroos.
Met de Scharnhorst verloor de Duitse marine een belangrijk oorlogsschip. Van nog groter belang was dat het verlies van dit slagschip een psychologische klap betekende voor Duitsland. Door de vernietiging van dit schip werden de routes voor de konvooien tussen Groot-Brittannië en Moermansk (Rusland) ook veel veiliger. Deze slag was verder het begin van het einde voor de met kanonnen bewapende schepen. Daarna werden vliegdekschepen veel belangrijker.