Lostpedia

De ijsbeer (Ursus maritimus) is een grote geelwitte beren|beer, die langer en groter is dan de andere beren (Ursidae). De ijsbeer komt enkel voor in en rond het Noordpoolgebied. Hij is het meest carnivoor van alle beren, en leeft vooral van zeehonden. De ijsbeer is een vrij jonge soort die tijdens het Pleistoceen, in de laatste 200.000 jaar ontstaan is, vermoedelijk uit Siberië|Siberische populaties van de bruine beer.

Beschrijving[]

De ijsbeer is zeer groot: hij kan tot 2,8 meter lang en 800 kilogram zwaar worden. Hij heeft een lange nek en een grote neus. De huid is zwart, ook naakte delen als de neus en de lippen. De haren in de vacht zijn niet wit, maar doorzichtig en hol.[1] De kleur van de vacht is, afhankelijk van de tijd van het jaar, lichtval en de hoeveelheid vuil in de vacht, gelig wit tot vuilgrijs. Het is waterafstotend en houdt de warmte van de zon vast. Daarnaast heeft de ijsbeer een dikke onderhuidse vetlaag, waarmee hij warmte vasthoudt.

De ijsbeer heeft vliezen tussen zijn tenen, waardoor hij beter kan zwemmen. Zijn achterpoten gebruikt hij als een soort roer om mee te sturen.

Mannetjes zijn groter dan vrouwtjes en hebben een opvallend grotere neus. Mannetjes worden gemiddeld 190 tot 240 centimeter lang en 300 tot 600 kilogram zwaar, vrouwtjes 170 tot 200 centimeter lang en 150 tot 300 kilogram zwaar. IJsberen hebben een klein staartje, ongeveer acht tot tien centimeter lang.

Voortplanting[]

De paringstijd is van maart tot juni, met een piek in april. De ijsbeer kent een verlengde draagtijd, en het embryo komt waarschijnlijk pas in oktober of november in ontwikkeling. De dracht duurt daardoor 200 tot 250 dagen. Er zijn meestal 2 jongen, die in december of januari in een sneeuwhol worden geboren. Een enkele keer worden één tot vier welpen geboren. Bij de geboorte zijn de jongen ongeveer 600 gram zwaar en 25 centimeter lang. De oogjes zitten dicht en de diertjes zijn bedekt met dun haar.

Een drachtig vrouwtje brengt de winter door in een sneeuwhol dat zij zelf heeft gegraven. Het hol wordt gegraven in een sneeuwheuvel, op plaatsen waar de sneeuw hard en stevig is. Na een tunnel bevindt zich de kraamkamer. Soms bevinden zich meerdere kamers in een hol, maar meestal slechts eentje, waarin het ijsbeervrouwtje overwintert. Het hol bevindt zich over het algemeen op het vasteland, aan de kust, maar soms wordt het gegraven op het pakijs.

De jongen verlaten het hol voor het eerst in maart of april, als ze ongeveer drie maanden oud zijn. Ze wegen dan ongeveer negen tot elf kilogram. Alleen het vrouwtje zorgt voor het jong. Mannetjesberen worden gemeden, aangezien deze welpen kunnen doden. De moedermelk is rijk aan vetten en joules.

De jongen worden 1-3 jaar gezoogd en worden na 24 tot 28 maanden onafhankelijk. Na drie tot zes jaar zijn ze geslachtsrijp. Vrouwtjes zijn volgroeid als ze vijf à zes jaar oud zijn, mannetjes pas na acht tot tien jaar. IJsberen worden tot 32 jaar oud in het wild. In gevangenschap kunnen ze 40 jaar oud worden.

Gedrag[]

De ijsbeer leeft meest alleen en is zowel overdag als 's nachts actief. Ook in de lange, donkere winter zijn ze actief. Drachtige vrouwtjes houden dan echter een winterslaap. De ijsbeer is een bijzonder goede zwemmer die vele kilometers van de kust aangetroffen kan worden. De naam Ursus maritimus betekent dan ook "zeebeer". Hij kan tot 72 seconden onder water blijven en in het water snelheden van twee tot drie kilometer per uur behalen. Toch jaagt hij ook te land en is daar bijzonder snel. Ze kunnen tot twintig kilometer per dag afleggen, en trekken mee met de grens van het pakijs, die zomers noordelijker ligt dan 's winters.

IJsberen leven solitair. Soms komen ze in groepen voor, en zijn dan vrij tolerant tegenover elkaar. Groepsvorming komt vooral voor op plaatsen waar bijzonder veel voedsel voorhanden is, als vuilnisbelten en karkassen van gestrande walvissen. Mannetjes zijn agressief tegenover elkaar in de paartijd. Ook doden mannetjes wel eens berenwelpjes en andere beren.

Bij slecht weer graven veel ijsberen een tijdelijk hol (voornamelijk moeders met jongen), maar ze drukken zich ook vaak tegen de grond, waarbij de vallende sneeuw de beer bedekt.

De ijsbeer leeft van zeehonden. Vooral de ringelrob is geliefd, maar ook andere soorten, als baardrob, en in mindere mate zadelrob en klapmuts, worden gedood. Ook Aas (kadaver)|aas, walrus, kleinere walvissen als Witte dolfijn|beloega's en narwallen, vissen (dieren)|vis, sneeuwhaas, lemmingen, zeevogels, eieren, rendier en muskusos worden soms gegrepen. In de zomer trekken enkele ijsberen naar land, waar ze ook plantaardig voedsel als bessen en grassen eten, evenals menselijk afval.

Hij maakt gebruikt van zijn grote klauwen en zijn goed ontwikkelde reukzin om zijn prooi te vinden en doden. De witte vacht dient daarbij als camouflage. Er wordt gezegd dat ijsberen tijdens de jacht hun poten voor de (zwarte) neus houden, zodat deze niet zou opvallen. Waarschijnlijk komt dit gedrag niet voor. Op zeehonden jaagt hij door te wachten bij ademgaten, maar ook worden ze gedood in holen (ringelrobben werpen hun jong in een sneeuwhol), in het water en op het ijs, waarop de zeehonden rusten.

De ijsbeer heeft een circumpolair verspreidingsgebied. Op Groenland komt de soort zowel op de oost- als op de westkust voor. Op het Europa (continent)|Europese vasteland komt de ijsbeer niet in het wild voor, maar in het noorden van IJsland worden regelmatig verdwaalde ijsberen waargenomen. Een groot gedeelte van het jaar is de beer te vinden op het drijfijs.

Bedreiging[]

De ijsbeer heeft geen natuurlijke vijanden. Er is echter in de beren van Oost-Groenland gebleken dat de niveaus van door de mens in het milieu gebrachte stoffen zoals polychloorbifenyl|PCB en DDT erg hoog is. Op Spitsbergen is de concentratie zelfs zo hoog dat er gevreesd wordt voor het voortbestaan van de soort omdat de voortplantingsorganen en het immuunsysteem er door aangetast worden. Sinds mei 2006 staat de ijsbeer als "kwetsbaar" (VU) op de IUCN Rode Lijst, omdat verwacht wordt dat door de gestage afname van drijfijs in de zomer door het broeikaseffect de populatie de komende 45 jaar met minstens dertig procent zal dalen. Overigens werd de ijsbeer ook in veel oudere Rode Lijsten (tot 1994) als "kwetsbaar" beschouwd. Daarna werd de status "van bescherming afhankelijk" (LR/CD) gegeven voor deze soort. Op 27 december 2006 stelt de Amerikaanse regering voor om de ijsbeer als bedreigde diersoort te beschouwen. Er zouden er nog ongeveer 20.000 - 25.000 leven op de hele wereld. 2.200 in Alaska.

Trivia[]

  • In de lever van de ijsbeer wordt vitamine A in zulke hoge concentraties opgeslagen dat deze giftig is voor de mens. Er zijn reizigers in de poolstreken die dat tot hun schade ondervonden hebben.
  • Van het gedrag van sommige dieren in gevangenschap (de dierentuin) is de uitdrukking IJsberen|ijsberen afgeleid. Door verveling en het ontbreken van normale prikkels vervallen veel dieren, dus niet alleen de ijsbeer, in de gewoonte om steeds maar weer dezelfde bewegingen te maken of dezelfde rondjes te lopen.
  • Leden van zwemclubs, die in de winter (in ijskoud water) buiten zwemmen, noemt men ook ijsberen.
  • De ijsbeer zal volgens sommige wetenschappers wellicht na 2030 of 2040 zijn uitgestorven op de Noordpool omdat de Noordpool in de zomer volledig gesmolten zal zijn, indien het internationale beleid faalt om de klimaatverandering door het broeikaseffect een halt toe te roepen.