Over de liefde: “Ik bewonder Luc dat hij met mij kan leven”

Interview uit Het Nieuwsblad door Lotte Debrouwere.
“Bolleke”, zegt hij tegen haar. “Luc”, zegt zij tegen hem. Al meer dan veertig jaar zijn ze samen. Minister van Sociale Zaken, Asiel en Migratie Maggie De Block en haar Luc Asselman. Voor één keer praat ze honderduit over de liefde. Wat het met haar doet. Hoe het voelt. “Ik zeg niet meer elke dag dat ik hem graag zie. Maar ik zet ’s ochtends zijn bordje klaar en zijn kopje koffie. Dat zegt genoeg.”
“Nee, nee, nee.” Maggie De Block (Open VLD) is stellig tegen haar woordvoerder. “Gij moogt daar niet bij zitten, als ik over de liefde praat.” Dus druipt de woordvoerder af. Ik giechel. Zij ook. Als twee meisjes onder elkaar. “Ach ja, dat gaat niet. Laat vrouwen dat maar onder elkaar doen. Mannen moeten niet luistervinken.” Dus gaat de deur dicht en verschijnen de pretlichtjes in haar ogen. “De liefde. Ja, dat is schoon, hé. Weet je wat ik het schoonste vind? Samen wakker worden. Wij geven elkaar nog altijd een knuffel. Mijn dochter kon daar vroeger niet tegen. Dan stond ze ’s ochtends met haar twee staartjes in onze kamer. Boos. “Zeg, jullie knuffelkanonnen.” Eigenlijk zijn we dat nog altijd een beetje.”
(lees verder onder de foto)
Jullie knuffelen nog vaak?
“Ja, elke ochtend pakken we elkaar vast.”
Dat is best bijzonder.
“Ja? Ik vind dat normaal. Weet je wanneer ik zo moet lachen? Als ik nog in bed lig en als ik mijn man hoor zingen in de douche. Ik hoor graag zijn stem. Ik vind dat liefde.”
Wat zingt uw man dan ’s ochtends?
“Dat wil je niet weten. (lacht) Dingen die hij zelf uitvindt. Dan denk ik: ja, dat is toch leuk, dat is mijn man.”
Hoe heeft u uw man leren kennen?
“Ik had op mijn zestiende wel een knuffelliefje op de volleybal, maar dat betekende niet zoveel. Dat verwaterde toen ik ging studeren voor arts. Na hem had ik een echt liefje, maar die was veel te bezitterig. Ik moest mijn beste vriend voor hem laten vallen en dat wou ik niet. En toen kwam Luc. Op een avond ging ik mee met mijn mama naar een speech van Willy De Clercq luisteren. Ik kende het bestuur van de VLD wel, die het organiseerde. Daar zaten alleen maar jongens. Ik wilde daar eigenlijk wel instappen. Quizzen en debatten organiseren, praten over de wereld, dat was iets voor mij. Luc was voorzitter. Op een dag namen we op een vergadering de standpunten door. Ik was het met iets niet eens. Zei dat ik wat bedenkingen had. Luc greep zijn kans en antwoordde: ‘Ja oké, maar dan gaan gij en ik daar eens alleen over praten. Op café.’ En zo geschiedde.”
(lees verder onder de foto)
Hij was eerst zot van u.
“Het viel me al op dat hij altijd was waar ik was. Bleek dat hij altijd informeerde waar ik naartoe ging, zodat hij me zou tegenkomen. (lacht) Hij had een dikke boon voor mij, maar ik had dat niet door. Na dat gesprek op café kwam de vonk. Een beetje later gingen we naar de film. Kramer versus Kramer. Over een echtscheiding en de impact op een klein kindje. Ik zat daar te snotteren, maar had geen zakdoek mee. Hij gaf me een propere. We moesten daarna nog naar een bal. Mijn ogen waren zo gezwollen, ik zag er niet uit.”
Hij heeft lang achter u aan moeten lopen.
“Ik denk bijna een jaar.”
Waarom?
“Omdat ik zeker wilde zijn. Ik voelde mij ook nog zo jong om me te binden. Ik ging ooit bij een vriendin in Brakel slapen. Dat was toen de andere kant van de wereld. Hij heeft aan mijn ma gevraagd welke trein ik nam en hij stond daar. Met de woorden: ‘Als je vier dagen weggaat, denk je dan aan mij? Want ik wil met je verder gaan.’ Ik zei dat ik dat ook wel wilde, maar dat ik altijd had gedroomd van een man met een baard. En vier dagen later stond hij in het station met een beginnende baard.”
Hoe heeft hij u ten huwelijk gevraagd?
“In de auto. Na een weekendje aan de Opaalkust. We kwamen net terug van een salon de dégustation de langoustines. ‘Wil je met mij trouwen?’, vroeg hij. En ik antwoordde: ‘Moet ik dat nu al weten?’”
Romantisch antwoord.
“Dat was niet romantisch, hé. Ik heb uiteindelijk ja gezegd en zei dat hij het maar moest zeggen tegen mijn ma. Dus heeft hij het haar moedig verteld. Ik heb later aan mijn moeder gevraagd waarom ze me niet heeft tegengehouden.”
Oei, waarom?
“Omdat ik nog zo jong was, als ik daar nu op terugkijk. (Ze was 19, nvdr.) Ze zei dat ik niet tegen te houden was.” (lacht)
Hoe komt het dat jullie relatie standhoudt?
“Ik kan me niet voorstellen dat hij niet in mijn leven is en ik niet in het zijne. Dat wil niet zeggen dat er niet af en toe een discussie is. We zijn allebei mensen met nogal een karakter, hé. Maar hij heeft mij altijd gesteund. En ik hem. Toen ik als dokter een praktijk had met moeilijke uren en weekendwerk, moest hij het vaak alleen rooien. Ook toen ik later in de politiek stapte, vond hij dat goed. En als minister ben ik heel vaak weg en toch blijft hij aan mijn zijde staan. Tijdens de moeilijke periodes met Asiel en Migratie heb ik zijn steun altijd gevoeld. Dat geeft een veilig gevoel.”
Wat bewondert u in hem?
“Ik bewonder Luc dat hij met mij kan leven. Ik heb geen gewoon leven. Ik kom ’s nachts soms thuis rond vier uur. Ik zit soms dagen en weken op Hertoginnedal waardoor hij altijd overal alleen naartoe moet. Hij zaagt daar nooit over. Hij zegt wel eens: ‘Wat zitten jullie daar eigenlijk al die nachten te doen, gaat dat daar wel vooruit?’ Dan zeg ik: ‘Drie miljard vind je niet onder een platte steen.’ Dan lacht hij eens. Let op, hij leeft daar wel mee, maar hij is ook blij als het gedaan is. Dan blijf ik eens een avond in mijn kot. De afwezigheid is goed voor de liefde. Ik vind het plezant dat je nog verlangt om elkaar terug te zien. Dat je blij bent als je weer bij elkaar bent. Ik zou niet elke dag om vijf uur kunnen thuiskomen en samen met mijn man mijn sloefen aandoen en de hele avond tv kijken. Dan word ik zot. Dat kan ik niet.”
Hoe noemen jullie elkaar?
“Hij zegt ‘bolleke’. En ik zeg gewoon ‘Luc’. Ik ben de nuchtere van de twee.”
Horen jullie elkaar vaak?
“We zien elkaar niet veel, dus sms’en we veel. En we sturen emoticons. Hij meestal blauwe hartjes. En als hij te laat is, stuur ik zo’n paars duiveltje.” (lacht)
Uw man zegt dat er misschien wel mooiere vrouwen in de wereld zijn dan u, maar dat u voor hem de ideale vrouw bent. En dat u zich mooi kleedt.
“Ja, dan kijkt hij toe hoe ik me ’s morgens aankleed en zegt hij dat ik er mooi uitzie. Hij heeft wel graag dat ik er goed uitzie. Als ik weer met nieuwe schoenen thuiskom, zegt hij ook nooit: ‘Allez, heb je nu weeral iets nieuws gekocht?’ Hij koopt ook graag juwelen voor me. Deze halsketting bijvoorbeeld, die kocht hij voor mijn veertigste verjaardag. Maar ook op onze trouwdag koopt hij een cadeautje. Op oudjaar gaf hij me nog een lange parelketting. Ik zei: ‘Oei, daar heb ik nu geen oorringen bij.’ Hij is er nog gaan halen.” (lacht)
Wat doet u voor hem?
“Mijn zoon zegt dat ik hem schandalig verwen. Ik kook graag voor hem. Zaterdag waren we voor het eerst sinds lange tijd samen thuis. Ik heb gamba’s gegrild met een slaatje. Ik ben ook attent voor hem. Hij heeft graag dat ik meega als hij kleren of schoenen koopt. Dan doe ik dat.”
Zegt u hem vaak dat u hem graag ziet?
“Neen. Ik vind niet dat je, als je al veertig jaar bij elkaar bent, nog altijd moet zeggen dat je van elkaar houdt. Dan is het precies alsof je dat moet zeggen. Ik zeg wel dat ik content ben dat ik thuis bij hem ben. En ik meen dat ook. Ik ben echt content als we eens een avond bij elkaar zitten. Ik zeg niet meer elke dag dat ik hem graag zie, maar ik zet ’s ochtends zijn placemat klaar, zijn bordje en zijn kopje koffie. Dat zegt genoeg.”
Is seks belangrijk?
“Ja, het hoort er wel bij, vind ik. Maar het is niet het belangrijkste. Ik zeg dan tegen Luc: ‘Vroeger hadden we geen tijd om te vrijen en nu hebben we geen adem.’” (lacht)
Seks bindt.
“Voilà. Maar met ouder worden knuffel je meer. Seks is belangrijk, maar na een drukke en lange dag zeg ik: ‘Een knuffel is voor mij wel goed nu’.” (lacht)
Zijn jullie één?
“Nee. Ik bedoel: we blijven onszelf. We gaan niet morfen. Helemaal in elkaar opgaan. We zijn eerder aanvullend, zoals twee handschoenen. We hebben ook echt onze kantjes. Hij heeft altijd de neiging om te eten in de zetel als hij televisie kijkt. Dan kan hij met een potje aardbeien, een appel of een ijsje afkomen en dat dan naast de zetel zetten. Dan zou ik het krijgen. Dan kom je de volgende dag in de living en zie je daar op die vloer dat potje of dat klokhuis staan. Dan denk ik: hoe is dat mogelijk? Maar van iemand die je graag ziet, kun je veel meer zaken verdragen dan van iemand die je niet graag ziet. Kijk maar naar je kinderen. Wat je daar allemaal niet van kunt verdragen. Als wij op restaurant een balorig kind zien en ouders die onder de tafel kruipen van schaamte, zeg ik vaak: ‘Ge moet daar niet mee inzitten, we hebben dat ook meegemaakt.’ En je denkt dan altijd: mijn kind zal zo niet zijn en ik zal dat en dat niet toelaten. Tot het zover is.”
Wat heeft de liefde u geleerd?
“Dat je elkaar moet vrijlaten. Je niet met elkaar moet moeien. ‘Ge moet dit doen of dat doen.’ Liefde is loslaten. Dat is niet alleen met je kinderen zo, maar ook met je geliefde. Ik ben niet zijn bezit en hij is niet het mijne. Khalil Gibran omschrijft het mooi: ‘Maar laat er ruimte zijn in jullie samenzijn. En laat de winden des hemels tussen jullie dansen.’”
Dat is mooi. Hoe kijkt u naar ontrouw?
“Ik ben daar nog niet mee geconfronteerd geweest. Ik weet niet hoe ik zou reageren. Ik denk dat me dat zou kwetsen. Ik zeg hem ook altijd dat ik liever heb dat hij zegt dat hij een ander graag ziet dan dat ik het te weten moet komen. Dat is een kwestie van respect. Maar let op, als mensen ontrouw in hun relatie dulden, heb ik daar alle begrip voor. Niemand moet zich moeien met een ander. Ik ben blij als mensen gelukkig zijn, op welke manier ook.”
Heeft u ooit liefdesverdriet gehad?
“Neen, dat is me bespaard gebleven. Ik heb het wel vaak gezien in mijn praktijk als huisarts. Mensen die er helemaal onderdoor gingen. Hoe pijnlijk een scheiding ook is, het mag geen afbreuk doen aan je eigenwaarde. Als de mayonaise niet meer pakt, mag dat geen mislukking zijn van jezelf. Het moeilijke is ook dat je rouwt om iemand die er nog is. Ik heb mensen gezien die bitter en verongelijkt waren. De keerzijde van de liefde.”
Kunt u liefdesverdriet vergelijken met een depressie?
“Ik zou het eerder vergelijken met een rouwreactie. Ik heb als huisarts ook veel mensen gezien die hun partner moesten afgeven. Sommigen raken er niet over, anderen bouwen een nieuw leven op en dat is dan heel schoon om te zien.”
U heeft het ook gezien bij uw dochter. Zij verloor haar man toen ze 29 was.
“Ja, en als moeder lijd je mee. Omdat Koen ook al een beetje als je eigen zoon aanvoelt omdat hij al zo lang in je leven is. En omdat je kind zo veel verdriet heeft. Ik wilde als mama Julie steunen, maar dat is niet evident. Ze is geen klein kind meer. Ik heb haar de eerste nacht mee naar huis gepakt, ze heeft bij ons geslapen. Om half vier ’s nachts hoorde ik getokkel. Ze was foto’s aan het zoeken op haar laptop. Ik ben bij haar in bed gekropen en dan hebben we samen foto’s zitten bekijken. Na een uurtje wou ze weer slapen en ben ik weer bij mijn man gaan liggen. Om zeven uur hoorde ik haar in de badkamer en dan ben ik samen met haar opgestaan. Na drie dagen zei ze dat ze weer naar huis wou gaan slapen.”
Uw hart moet breken als u zoiets meemaakt.
“Ik vond dat ze zo jong was om al zo’n groot verdriet te hebben. Mijn man en ik zijn nu veertig jaar samen. Als ons iets overkomt, dan zal ik toch kunnen denken dat we toch veertig jaar samen gelukkig zijn geweest. Maar wat zeg je aan iemand van 29 jaar die haar partner verliest? Je hebt toch wel geluk gehad dat jullie elkaar gevonden hebben? Nee, hé. Je denkt dat je daar nog je hele leven verder mee zult gaan.”
Was u opgelucht toen ze een andere man had?
“Ja. Ze zegt ook dat Koen niet weg is bij haar. Maar dat ze vooruit moet met het leven. Dat ze weer moet kunnen lachen en zeveren. Ik vond dat ook.”
Welke schoonheid van liefde raakt u?
“De liefde tussen een moeder en haar kind. Als je kind geboren wordt en ze leggen dat in je armen, dan voel je de zuiverste vorm van liefde. Daar mag nooit iets mee gebeuren. Waar ook ter wereld, als een moeder haar kind voor het eerst in haar armen heeft, zie je die blik.”
Tenzij er een postnatale depressie om de hoek loert.
“Ook waar. Of als er kindjes direct worden weggenomen omdat ze in de couveuse moeten liggen. Ook de liefde bij oudere mensen is schoon. Als de ene dan wegvalt, lijkt het of de andere een stuk van zichzelf kwijt is. Ik ben als huisarts ook 25 jaar bij mensen thuis geweest. Ook bij oudere mensen die elkaar nog doodgraag zagen. Dan mogen daar al drie hoorapparaten, twee kunstbenen en een glazen oog op tafel liggen, toch zien die elkaar nog even graag. Ik hoop dat ik dat met Luc ook zal hebben. Niet de kunstbenen, wel die liefde.” (lacht)
Stel dat uw man zorgbehoevend wordt.
“Dan ga ik voor hem zorgen. Hij is al ziek geweest, jaren geleden. Er moest een stuk uit zijn darmen verwijderd worden, maar dat bracht complicaties met zich mee. Vier maanden lag hij in het ziekenhuis. Ik heb toen alles gedaan. Hem gewassen en hem verzorgd. Ik voelde toen ook heel erg dat ik er wou zijn voor hem. Dat ik er hem zou doorhelpen. In goede en kwade dagen.”
Tot de dood u scheidt.
“Voilà. Maar dat hij nog maar een beetje wacht met zijn kaars uitblazen.” (lacht)