Soera De Mensheid
سُورَةُ النَّاسِ | ||
---|---|---|
De Mensheid | ||
Soera | 114 | |
Transcriptie | An-Naas | |
Geopenbaard in | Mekka | |
Aantal aya's | 6 | |
Djuz' | 30 | |
Geopenbaard na | De Doorbraak |
Soera De Mensheid (Arabisch: ٱلنَّاس, an-nās) is de laatste, honderdveertiende soera van de Koran. Deze soera is vernoemd naar de mensheid, genoemd in de eerste aya. De soera is een gebed om bescherming tegen het kwaad.
Verzen en vertaling
[bewerken | brontekst bewerken]Vertaling: Malak Faris Abdalsalaam
بِسْمِ ٱللَّهِ ٱلرَّحْمَـٰنِ ٱلرَّحِيمِ
[bewerken | brontekst bewerken]Bismi l-lāhi r-raḥmāni r-raḥīm(i)
In de naam van Allah, de meest Barmhartige, de meest Genadevolle.
قُلْ أَعُوذُ بِرَبِّ ٱلنَّاسِ ١
1 Qul ’a‘ūdhu birabbi n-nās(i)
Zeg: “Ik zoek mijn toevlucht tot de Heer der mensen.
مَلِكِ ٱلنَّاسِ ٢
2 Maliki n-nās(i)
De Koning der mensen.
إِلَـٰهِ ٱلنَّاسِ ٣
3 ’ilāhi n-nās(i)
De God der mensen.
مِن شَرِّ ٱلْوَسْوَاسِ ٱلْخَنَّاسِ ٤
4 Min sharri l-waswāsi l-khannās(i)
Tegen het kwaad van de wegsluipende fluisteraar (d.w.z. Sjaitaan, deze trekt zich terug zodra Allah wordt herdacht).
ٱلَّذِى يُوَسْوِسُ فِى صُدُورِ ٱلنَّاسِ ٥
5 ’al ladhī yuwaswisu fī ṣudūri n-nās(i)
Degene die in de harten van de mensheid fluistert.
مِنَ ٱلْجِنَّةِ وَٱلنَّاسِ ٦
6 Mina l-jinnati wannās(i)
Vanuit het midden der Djinn en mensen.”
Bijzonderheden
[bewerken | brontekst bewerken]Samen met Soera De Doorbraak, de voorlaatste soera van de Koran, staat deze soera bekend als Mu'awwidhatayn: het zijn de twee soera's waarin de toevlucht tot God wordt gezocht. Volgens de overlevering zijn ze direct na elkaar geopenbaard aan Mohammed.
Externe link