Naar inhoud springen

Soera De Mensheid

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
سُورَةُ النَّاسِ
De Mensheid
Soera 114
Transcriptie An-Naas
Geopenbaard in     Mekka
Aantal aya's 6
Djuz' 30
Geopenbaard na De Doorbraak
سُورَةُ النَّاسِ

Soera De Mensheid (Arabisch: ٱلنَّاس, an-nās) is de laatste, honderdveertiende soera van de Koran. Deze soera is vernoemd naar de mensheid, genoemd in de eerste aya. De soera is een gebed om bescherming tegen het kwaad.

Verzen en vertaling

[bewerken | brontekst bewerken]

Vertaling: Malak Faris Abdalsalaam

بِسْمِ ٱللَّهِ ٱلرَّحْمَـٰنِ ٱلرَّحِيمِ ۝

[bewerken | brontekst bewerken]

Bismi l-lāhi r-raḥmāni r-raḥīm(i)

In de naam van Allah, de meest Barmhartige, de meest Genadevolle.


قُلْ أَعُوذُ بِرَبِّ ٱلنَّاسِ ۝١

1 Qul ’a‘ūdhu birabbi n-nās(i)

Zeg: “Ik zoek mijn toevlucht tot de Heer der mensen.


مَلِكِ ٱلنَّاسِ ۝٢

2 Maliki n-nās(i)

De Koning der mensen.


إِلَـٰهِ ٱلنَّاسِ ۝٣

3 ’ilāhi n-nās(i)

De God der mensen.


مِن شَرِّ ٱلْوَسْوَاسِ ٱلْخَنَّاسِ ۝٤

4 Min sharri l-waswāsi l-khannās(i)

Tegen het kwaad van de wegsluipende fluisteraar (d.w.z. Sjaitaan, deze trekt zich terug zodra Allah wordt herdacht).

ٱلَّذِى يُوَسْوِسُ فِى صُدُورِ ٱلنَّاسِ ۝٥

5 ’al ladhī yuwaswisu fī ṣudūri n-nās(i)

Degene die in de harten van de mensheid fluistert.


مِنَ ٱلْجِنَّةِ وَٱلنَّاسِ ۝٦

6 Mina l-jinnati wannās(i)

Vanuit het midden der Djinn en mensen.”

Bijzonderheden

[bewerken | brontekst bewerken]

Samen met Soera De Doorbraak, de voorlaatste soera van de Koran, staat deze soera bekend als Mu'awwidhatayn: het zijn de twee soera's waarin de toevlucht tot God wordt gezocht. Volgens de overlevering zijn ze direct na elkaar geopenbaard aan Mohammed.

Externe link