Naar inhoud springen

Ergatief

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is de huidige versie van de pagina Ergatief voor het laatst bewerkt door 2a02:a467:325a:1:a74:d43:41c5:14 (overleg) op 31 aug 2022 13:46. Deze URL is een permanente link naar deze versie van deze pagina.
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naamvallen
Abessief
Ablatief (zesde naamval)
Absolute naamval
Absolutief
Accusatief (vierde naamval)
Adessief
Adverbialis
Algemene Latijnse vervoegingen en verbuigingen
Allatief
Apudessief
Associatief
Aversief
Benefactief
Causalis-finalis
Causatief
Comitatief
Datief (derde naamval)
Delatief
Dieptecasus
Distributief
Elatief
Ergatief
Essief
Exessief
Factitief
Genitief (tweede naamval)
Illatief
Inessief
Instructief
Instrumentalis (achtste naamval)
Intratief
Locatief (zevende naamval)
Multiplicatief
Nominatief (eerste naamval)
Objectief
Obliquus (Hindi)
Obliquus
Partitief
Pegatief
Pertingent
Prepositionalis
Prolatief
Sociatief
Sublatief
Superessief
Temporalis
Terminatief
Translatief
Vocatief (vijfde naamval)

De ergatief is de naamval waar in ergatieve talen - zoals het Baskisch, Georgisch, Groenlands en Sumerisch - het onderwerp van transitieve zinnen in staat. In dit geval is de ergatief meestal voorzien van een suffix als grammaticale markeerder, terwijl de tegenhanger van de ergatief - de absolutief - geen uitgang heeft. In termen van thematische relaties is de ergatief volgens de recent ontwikkelde naamvalstheorie de naamval die de functie van agens uitdrukt. In het Groenlands staat ook bij constructies met het werkwoord "hebben" het onderwerp in de ergatief.

  • Gizona etorri da 'de man is gekomen'
  • Gizonak mutila ikusi du 'de man zag de jongen'

In deze twee Baskische zinnen is gizon, "man", het onderwerp. In de eerste zin is gizon het onderwerp bij een intransitief werkwoord: het staat dus in de absolutief, die geen naamvalsuitgang heeft. De enige uitgang is de -a, die de functie van bepaald lidwoord heeft (de man). In de tweede zin staat een transitief werkwoord en krijgt het onderwerp de ergatiefmarkeerder -k. Het lijdend voorwerp mutila 'de jongen' staat in deze zin in de absolutief.

In dit voorbeeld is het onderwerp een substantief. Is het onderwerp een persoonlijk voornaamwoord, dan gebruikt het transitieve werkwoord in principe een andere reeks voornaamwoorden dan het intransitieve.