Theodoor Weustenraad: verschil tussen versies
Nieuw |
Redactie, kleine edits en aanvullingen |
||
(72 tussenliggende versies door 16 gebruikers niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
{{Infobox auteur |
|||
⚫ | |||
| naam = Theodoor Weustenraad |
|||
| afbeelding = Théodore Weustenraad1850.jpg |
|||
| onderschrift = Theodoor Weustenraad ([[ets]], 1850) |
|||
| citaat = |
|||
| volledige naam = Jean Théodore Hubert Weustenraad |
|||
| pseudoniem = |
|||
| beter-bekend-als = |
|||
| bijnaam = |
|||
| genoemd = |
|||
| geboren = [[5 november]] [[1805]] |
|||
| geboorteplaats = [[Maastricht]] |
|||
| overleden = [[25 juni]] [[1849]] |
|||
| overlijdensplaats = [[Jambes]] |
|||
| land = |
|||
| beroep = |
|||
| jaren-actief = |
|||
| genre = |
|||
| stroming = |
|||
| invloeden = |
|||
| bekende-werken = |
|||
| uitgeverij = |
|||
| onderscheiding = |
|||
| dbnl = weus002 |
|||
| handtekening = |
|||
| website = |
|||
| lijst = |
|||
| ander portaal = |
|||
| portaal2 = |
|||
| portaal3 = |
|||
}} |
|||
'''Jean Théodore Hubert Weustenraad''' ([[Maastricht]], [[5 november]] [[1805]] - [[Jambes]], [[25 juni]] [[1849]]) was een [[Nederland]]s, na 1830 [[België|Belgisch]] [[dichter]] en [[publicist]], die schreef in het [[Nederlands]], [[Frans]] en [[Maastrichts]]. |
|||
==Levensschets== |
|||
⚫ | Weustenraad was een kind van de Revolutie |
||
⚫ | |||
Ofschoon hij zich had laten inschrijven aan de balie van de Maastrichtse rechtbank, ontwikkelde Weustenraad zich al snel tot dagbladschrijver. Hij werd redacteur van de ''L'Éclaireur, journal politique, commercial et littéraire'' (1827-30), een gematigd oppositionele krant, waarin hij, vervuld van liberale sympathieën, vanaf 1828 de regeringspolitiek van [[Willem I van Oranje-Nassau|Willem I]] bestreed.<ref>In tegenstelling tot wat eerder werd aangenomen, behoorde niet Theodoor Weustenraad tot de oprichters van ''L'Éclaireur'', maar zijn vader Michel Weustenraad. Ubachs/Evers (2005), pp. 578-579 |
|||
In Maastricht werd Weustenraad redacteur van het dagbad ''L’ Éclaireur'', waarin hij de regeringspolitiek van Willem I bestreed. Hij was een van de getalenteerde pro-Belgische Maastrichtse intellectuelen die na de Belgische opstand van 1830 naar België uitweken. Hij vestigde zich in Brussel, waar hij meewerkte aan de [[Revue Belge]]. |
|||
(Weustenraad); p. 159 (L'Éclaireur). Spronck (2009), p. 67.</ref> Zijn kritiek werd hem niet in dank afgenomen: op 10 september 1828 werd hij gearresteerd en zou tot 31 oktober in hechtenis zitten op de [[Tweede Minderbroedersklooster|Minderbroedersberg]]. Ofschoon hij toen zijn vrijheid terug had, zou 'de zaak Weustenraad' eerst op 3 januari 1829 definitief worden afgesloten.<ref>Spronck (2009), pp. 114-122.</ref> Op 13 oktober 1830, enkele weken na het begin van de [[Belgische Revolutie]], week hij uit naar België.<ref>Spronck (2009), 178-179.</ref> Aanvankelijk vestigde hij zich te [[Tongeren (België)|Tongeren]] (1831-32), later te Luik (1832-47), daarna te [[Brussel (stad)|Brussel]] (1847-49).<ref>Spronck (2009), 180-182 (Tongeren); 205-210 (Luik); 210 (Brussel).</ref> |
|||
In 1831 raakte Weustenraad te Luik in de ban van het [[saint-simonisme|Saint-Simonisme]], het aan het [[socialisme]] verwante 'nieuwe christendom', dat een samenleving zou scheppen waarin voor lege voorrechten geen plaats meer was. In de dichtbundel ''Chants de réveil'' beleed hij zijn nieuwe geloof. Ook na zijn saintsimonistische periode bleef hij geloven in een betere toekomst dankzij de industrie en bezong hij in lange gedichten zoals ''Le Remorqueur'' (de locomotief) en ''Le Haut-Fourneau'' (de hoogoven) de wonderen van de techniek. |
|||
==Voornaamste werk== |
|||
Nog in 1830 schreef hij voor zijn Maastrichtse vrienden en mede-vluchters een eerste versie van een satirisch gedicht in het Maastrichts, niet bestemd voor uitgave, in de traditie van de libertijnse roman, handelende over een groep bedevaartgangers: 'De Persessie vaan Sjerpenheuvel'. Tot aan zijn dood bleef hij er verder aan werken en heeft het waarschijnlijk niet meer kunnen voltooien. |
|||
In Luik was hij in 1834 medeoprichter van de Association nationale pour l'encouragement et le développement de la littérature en Belgique, die de ''Revue belge'' (1835-1844) uitgaf, een [[tijdschrift]] dat zich sterk maakte voor '' 'het tot leven wekken van de Belgische identiteit op cultureel, vooral literair gebied'''.<ref>Spronck (2009), 211-212, alwaar citaat.</ref> <ref>Deze ''Revue belge'' moet niet worden verward met de ''[[Revue Belge]], Journal scientifique, philosophique et littéraire'' (1830-1843).</ref> |
|||
In zijn ''Handboek voor de geschiedenis van Limburg'' (Maaslandse Monografieën 63), oordeelt de kunsthistoricus en neerlandicus P.J.H. Ubachs (2000) over dit werk nog als volgt: |
|||
De Neerlandicus Lou Spronck omschreef Weustenraad in 2009 als volgt:<br> |
|||
‘De licht scabreuze "Persessie vaan Sjerrepenheuvel" was misschien des te verwerpelijker, omdat de dichter het waagde de geestelijkheid te hekelen om haar slechte omgangsvormen, geringe aandacht voor de uiterlijke verzorging van de eredienst en oppervlakkige preken.’ |
|||
⚫ | |||
Met zijn essays en gedichten droeg Weustenraad bij aan de natievorming van de jonge Belgische staat.<ref>Spronck (2009), 217-226.</ref> Deze verleende hem voor zijn verdiensten als 'dichter des Vaderlands' verschillende onderscheidingen. Hij ontving het [[IJzeren Kruis (België)|IJzeren Kruis van Verdienste]] en was [[Ridder (ridderorde)|Ridder]] in de [[Leopoldsorde (België)|Leopoldsorde]]. |
|||
==Idealen== |
|||
Weustenraad raakte in de ban van het [[Saint-Simonisme]], het ‘nieuwe christendom’, dat een samenleving zou scheppen waarin voor lege voorrechten geen plaats meer was. Hij geloofde in een betere toekomst dankzij de industrie en hij bezong de wonderen van de techniek in 'Le Remorqueur' (de locomotief) en 'Le Haut-Fourneau' (de hoogoven). Met zijn essays en gedichten droeg hij bij aan de natievorming in de jonge Belgische staat. Kort voor zijn overlijden publiceerde hij in 1848 een bloemlezing van zijn gedichten, ''Poésies lyriques''. |
|||
Théodore Weustenraad huwde, 23 jaar oud, op 13 mei 1829 te Maastricht de veel oudere Anna Maria (Marie) Poswick-Neven (35). <ref>Marie Poswick-Neven was weduwe en bracht uit haar eerste huwelijk een dochtertje - Henriëtte - mee. Haar huwelijk met Weustenraad bleef kinderloos. Spronck (2009) 483.</ref> Geheel onverwacht stierf hij op 24 juni 1849 als gevolg van een besmetting door de [[cholera]]. Hij was pas 43. |
|||
⚫ | |||
*Lou Spronck (2009): ''Théodore Weustenraad en de ‘Percessie van Scherpenheuvel ’'', dissertatie Maastricht(handelseditie verschenen in de reeks Maaslandse monografieën 72). |
|||
==Werken== |
|||
*Lou Spronck (met een inleiding door Geert van Istendael en illustraties van Toussaint Essers) : ''De percessie van Sjerpenheuvel / Théodore Weustenraad'', Stichting Manutius Maastricht, 1994 (derde gedrukte uitgave van dit satirisch epos). |
|||
''''De Persessie van Scherpenheuvel'''' (1931) |
|||
Vanaf 1831 heeft Weustenraad gewerkt aan een lang, maar onvoltooid gebleven, satirisch gedicht in het [[Maastrichts]]e dialect over de belevenissen van een deelnemer aan een voettocht ('percessie') van Maastricht naar de bedevaartplaats Scherpenheuvel (B). Hij schreef het ter ontspanning van zichzelf en tot vermaak van zijn Maastrichtse vrienden en mede-uitwijkelingen in België: '' 'een veelkleurig palet van lichtvoetigheid, erotiek, antiklerikale satire, zelfspot, religiositeit, maatschappijkritiek.'' ' Dat het gedicht niet door iedereen gewaardeerd werd, was te verwachten. De historicus [[Pierre Ubachs]] schreef in 2000 met betrekking tot de reacties van tijdgenoten op dit licht scabreuze werk: '' 'Die "Persessie" (Maastrichts dialect voor bedevaart) was misschien des te verwerpelijker, omdat de dichter het waagde de geestelijkheid te hekelen om haar slechte omgangsvormen, geringe aandacht voor de uiterlijke verzorging van de eredienst en oppervlakkige preken.' '' <ref>Ubachs (2000), p. 450.</ref> In 1831 werd ''De Persessie van Scherpenheuvel'' voor het eerst uitgegeven, clandestien, vanwege het [[libertijn]]se karakter. Heruitgaven volgden in 1964, 1994 (met CD) en 2009.<ref>Voor de latere versies van de ''Persessie'' zie Spronck (2009), pp. 299-314 en 315-457 (tekstuitgaven).</ref> |
|||
[[fr:Théodore Weustenraad]] |
|||
[[li:Théodore Weustenraad]] |
|||
===Gedichten=== |
|||
Weustenraad schreef in het [[Nederlands]] enige [[patriottisme|patriottische]] gedichten, die echter het vuur en elan ontbeerden van zijn [[Frans]]talige werk. Onder het pseudoniem Charles Donald publiceerde hij de bundel ''Chants de réveil'' (1831). ([https://www.dbnl.org/tekst/weus002chan01_01/colofon.php online tekst]). |
|||
Zijn verzamelde Franstalige poëzie verscheen in januari 1849 te Brussel bij de uitgever Auguste Decq onder de titel ''Poésies lyriques'' (jaar van uitgave: 1848); ([https://www.dbnl.org/tekst/weus002poes01_01/index.php online tekst]). Daarin onder meer: |
|||
*''Le Remorqueur'' (1841) ([https://www.dbnl.org/tekst/weus002poes01_01/weus002poes01_01_0024.php online tekst]) |
|||
*''Le Haut-Fourneau'' (1844) ([https://www.dbnl.org/tekst/weus002poes01_01/weus002poes01_01_0015.php online tekst]) |
|||
Voor de bibliografie van Weustenraads Nederlandstalige en Franstalige poëzie, zie Spronck (2009), pp. 462-464. |
|||
{{Appendix||2= |
|||
⚫ | |||
* {{en}} {{aut|Grant, Elliott M.}} (1927): ''French Poetry and Modern Industry, 1830-1870. A study of the treatment of mechanical power in French poetry during the reins of Louis Philippe and Napoleon III''. Cambridge (Mass., USA). |
|||
* {{fr}} {{aut|Severin, Fernand}} (1914): ''Théodore Weustenraad, poète belge.'' (essay). Bruxelles. |
|||
* {{li}} {{aut|Spronck, Lou}} (1994): ''De persessie van Scherpenheuvel / Théodore Weustenraad''. Maastricht, Stichting Manutius. |
|||
* {{aut|Spronck, Lou}} (2009): ''Theodoor Weustenraad (1805-1849) en de ‘Percessie van Scherpenheuvel’'', (Maaslandse Monografieën, #72). Hilversum (Verloren), {{ISBN|978-90-8704-107-6}}. Dissertatie Universiteit Maastricht ([https://docplayer.nl/18212828-Theodoor-weustenraad-18-5-1849-en-de-percessie-van-scherpenheuvel.html tekst deels online]). |
|||
* {{aut|[[Pierre Ubachs|Ubachs, Pierre J.H.]]}} (2000): ''Handboek voor de geschiedenis van Limburg'', (Maaslandse Monografieën, #63). Hilversum (Verloren), {{ISBN|90-6550-097-9}} ([https://books.google.nl/books?id=KCg_3mxdsZoC&pg tekst deels online]). |
|||
* {{aut|[[Pierre Ubachs|Ubachs, Pierre J.H.]]}}, en {{aut|[[Ingrid Evers|Ingrid M.H. Evers]]}} (2005): ''Historische Encyclopedie Maastricht''. Zutphen (WalburgPers). |
|||
---- |
|||
{{References}} |
|||
}} |
|||
{{Bibliografische informatie}} |
|||
{{DEFAULTSORT:Weustenraad, Theo}} |
|||
[[Categorie:Nederlands dichter]] |
|||
[[Categorie:Nederlands Franstalig schrijver]] |
|||
[[Categorie:Belgisch Franstalig schrijver]] |
Huidige versie van 11 okt 2023 om 14:49
Theodoor Weustenraad | ||||
---|---|---|---|---|
Theodoor Weustenraad (ets, 1850)
| ||||
Algemene informatie | ||||
Volledige naam | Jean Théodore Hubert Weustenraad | |||
Geboren | 5 november 1805 | |||
Geboorteplaats | Maastricht | |||
Overleden | 25 juni 1849 | |||
Overlijdensplaats | Jambes | |||
Dbnl-profiel | ||||
|
Jean Théodore Hubert Weustenraad (Maastricht, 5 november 1805 - Jambes, 25 juni 1849) was een Nederlands, na 1830 Belgisch dichter en publicist, die schreef in het Nederlands, Frans en Maastrichts.
Levensschets
[bewerken | brontekst bewerken]Theodoor (of Théodore) Weustenraad werd in 1805 in de Franse Tijd (1794-1814) als oudste van 16 kinderen geboren te Maastricht. Zijn vader was procureur van het Franse departement Nedermaas, waarvan Maastricht de hoofdstad was. In 1823 ging hij naar Luik om aan de Rijksuniversiteit Luik rechten en wijsbegeerte te studeren (promotie 1827). Hij vestigde zich als advocaat in Maastricht.
Ofschoon hij zich had laten inschrijven aan de balie van de Maastrichtse rechtbank, ontwikkelde Weustenraad zich al snel tot dagbladschrijver. Hij werd redacteur van de L'Éclaireur, journal politique, commercial et littéraire (1827-30), een gematigd oppositionele krant, waarin hij, vervuld van liberale sympathieën, vanaf 1828 de regeringspolitiek van Willem I bestreed.[1] Zijn kritiek werd hem niet in dank afgenomen: op 10 september 1828 werd hij gearresteerd en zou tot 31 oktober in hechtenis zitten op de Minderbroedersberg. Ofschoon hij toen zijn vrijheid terug had, zou 'de zaak Weustenraad' eerst op 3 januari 1829 definitief worden afgesloten.[2] Op 13 oktober 1830, enkele weken na het begin van de Belgische Revolutie, week hij uit naar België.[3] Aanvankelijk vestigde hij zich te Tongeren (1831-32), later te Luik (1832-47), daarna te Brussel (1847-49).[4]
In 1831 raakte Weustenraad te Luik in de ban van het Saint-Simonisme, het aan het socialisme verwante 'nieuwe christendom', dat een samenleving zou scheppen waarin voor lege voorrechten geen plaats meer was. In de dichtbundel Chants de réveil beleed hij zijn nieuwe geloof. Ook na zijn saintsimonistische periode bleef hij geloven in een betere toekomst dankzij de industrie en bezong hij in lange gedichten zoals Le Remorqueur (de locomotief) en Le Haut-Fourneau (de hoogoven) de wonderen van de techniek.
In Luik was hij in 1834 medeoprichter van de Association nationale pour l'encouragement et le développement de la littérature en Belgique, die de Revue belge (1835-1844) uitgaf, een tijdschrift dat zich sterk maakte voor 'het tot leven wekken van de Belgische identiteit op cultureel, vooral literair gebied'.[5] [6]
De Neerlandicus Lou Spronck omschreef Weustenraad in 2009 als volgt:
'Theodoor Weustenraad was een kind van de Revolutie: hij was gegrepen door de idealen van vrijheid en gelijkheid en kende de onvrede van de romanticus die droomt van een nieuwe aarde. Zijn leermeester aan de Luikse universiteit, Johannes Kinker, scherpte zijn kritische blik.' [7]
Met zijn essays en gedichten droeg Weustenraad bij aan de natievorming van de jonge Belgische staat.[8] Deze verleende hem voor zijn verdiensten als 'dichter des Vaderlands' verschillende onderscheidingen. Hij ontving het IJzeren Kruis van Verdienste en was Ridder in de Leopoldsorde.
Théodore Weustenraad huwde, 23 jaar oud, op 13 mei 1829 te Maastricht de veel oudere Anna Maria (Marie) Poswick-Neven (35). [9] Geheel onverwacht stierf hij op 24 juni 1849 als gevolg van een besmetting door de cholera. Hij was pas 43.
Werken
[bewerken | brontekst bewerken]'De Persessie van Scherpenheuvel' (1931)
Vanaf 1831 heeft Weustenraad gewerkt aan een lang, maar onvoltooid gebleven, satirisch gedicht in het Maastrichtse dialect over de belevenissen van een deelnemer aan een voettocht ('percessie') van Maastricht naar de bedevaartplaats Scherpenheuvel (B). Hij schreef het ter ontspanning van zichzelf en tot vermaak van zijn Maastrichtse vrienden en mede-uitwijkelingen in België: 'een veelkleurig palet van lichtvoetigheid, erotiek, antiklerikale satire, zelfspot, religiositeit, maatschappijkritiek. ' Dat het gedicht niet door iedereen gewaardeerd werd, was te verwachten. De historicus Pierre Ubachs schreef in 2000 met betrekking tot de reacties van tijdgenoten op dit licht scabreuze werk: 'Die "Persessie" (Maastrichts dialect voor bedevaart) was misschien des te verwerpelijker, omdat de dichter het waagde de geestelijkheid te hekelen om haar slechte omgangsvormen, geringe aandacht voor de uiterlijke verzorging van de eredienst en oppervlakkige preken.' [10] In 1831 werd De Persessie van Scherpenheuvel voor het eerst uitgegeven, clandestien, vanwege het libertijnse karakter. Heruitgaven volgden in 1964, 1994 (met CD) en 2009.[11]
Gedichten
[bewerken | brontekst bewerken]Weustenraad schreef in het Nederlands enige patriottische gedichten, die echter het vuur en elan ontbeerden van zijn Franstalige werk. Onder het pseudoniem Charles Donald publiceerde hij de bundel Chants de réveil (1831). (online tekst). Zijn verzamelde Franstalige poëzie verscheen in januari 1849 te Brussel bij de uitgever Auguste Decq onder de titel Poésies lyriques (jaar van uitgave: 1848); (online tekst). Daarin onder meer:
- Le Remorqueur (1841) (online tekst)
- Le Haut-Fourneau (1844) (online tekst)
Voor de bibliografie van Weustenraads Nederlandstalige en Franstalige poëzie, zie Spronck (2009), pp. 462-464.
Literatuur, bronnen, noten
- (en) Grant, Elliott M. (1927): French Poetry and Modern Industry, 1830-1870. A study of the treatment of mechanical power in French poetry during the reins of Louis Philippe and Napoleon III. Cambridge (Mass., USA).
- (fr) Severin, Fernand (1914): Théodore Weustenraad, poète belge. (essay). Bruxelles.
- (li) Spronck, Lou (1994): De persessie van Scherpenheuvel / Théodore Weustenraad. Maastricht, Stichting Manutius.
- Spronck, Lou (2009): Theodoor Weustenraad (1805-1849) en de ‘Percessie van Scherpenheuvel’, (Maaslandse Monografieën, #72). Hilversum (Verloren), ISBN 978-90-8704-107-6. Dissertatie Universiteit Maastricht (tekst deels online).
- Ubachs, Pierre J.H. (2000): Handboek voor de geschiedenis van Limburg, (Maaslandse Monografieën, #63). Hilversum (Verloren), ISBN 90-6550-097-9 (tekst deels online).
- Ubachs, Pierre J.H., en Ingrid M.H. Evers (2005): Historische Encyclopedie Maastricht. Zutphen (WalburgPers).
- ↑ In tegenstelling tot wat eerder werd aangenomen, behoorde niet Theodoor Weustenraad tot de oprichters van L'Éclaireur, maar zijn vader Michel Weustenraad. Ubachs/Evers (2005), pp. 578-579 (Weustenraad); p. 159 (L'Éclaireur). Spronck (2009), p. 67.
- ↑ Spronck (2009), pp. 114-122.
- ↑ Spronck (2009), 178-179.
- ↑ Spronck (2009), 180-182 (Tongeren); 205-210 (Luik); 210 (Brussel).
- ↑ Spronck (2009), 211-212, alwaar citaat.
- ↑ Deze Revue belge moet niet worden verward met de Revue Belge, Journal scientifique, philosophique et littéraire (1830-1843).
- ↑ Spronck (2009), citaat op de achterflap van de in 2009 uitgegeven dissertatie.
- ↑ Spronck (2009), 217-226.
- ↑ Marie Poswick-Neven was weduwe en bracht uit haar eerste huwelijk een dochtertje - Henriëtte - mee. Haar huwelijk met Weustenraad bleef kinderloos. Spronck (2009) 483.
- ↑ Ubachs (2000), p. 450.
- ↑ Voor de latere versies van de Persessie zie Spronck (2009), pp. 299-314 en 315-457 (tekstuitgaven).