voortuin
- voor·tuin
- samenstelling van voor en tuin [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | voortuin | voortuinen |
verkleinwoord | voortuintje | voortuintjes |
de voortuin m
- een tuin aan de voorzijde van een huis
- Er staan prachtige tulpen in hun voortuintje.
1. een tuin aan de voorzijde van een huis
- Het woord voortuin staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "voortuin" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ voortuin op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be