lankmoedig
- Geluid: lankmoedig (hulp, bestand)
- IPA: / lɑŋkˈmudəx / (3 lettergrepen)
- lank·moe·dig
- van Middelnederlands lancmoedich, een samenstellende afleiding van lanc "lang" en moed "gemoed" met het achtervoegsel -ich, in de betekenis van ‘toegevend’ voor het eerst aangetroffen in 1450 [1] [2] [3]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | lankmoedig | lankmoediger | lankmoedigst |
verbogen | lankmoedige | lankmoedigere | lankmoedigste |
partitief | lankmoedigs | lankmoedigers | - |
lankmoedig
- blijk gevend van bereidheid om de voorkeur van anderen te volgen
- Zijn lankmoedige houding werd door profiteurs misbruikt.
- ▸ Na decennia gesjacher door de staat, past voor een zo kleine groep resterende hoogbejaarde mensen een lankmoedig beleid.[4]
- (verouderd) bereid te wachten en tegenslagen te verdragen, geduldig
- ▸ Europese politici reageren lankmoedig op de escalerende gascrisis, alsof de gasmarkt nog normaal functioneert.[5]
- [1] toegevend
- [1] tolerant
- [1] verdraagzaam
1. blijk gevend van bereidheid om de voorkeur van anderen te volgen
- Het woord lankmoedig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lankmoedig" herkend door:
75 % | van de Nederlanders; |
61 % | van de Vlamingen.[6] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ lankmoedig op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "lankmoedig" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron “Een museum maakt de ‘Indische kwestie’ niet tot geschiedenis : Batig saldo” (27 juni 2019) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Chris Hensen & Clara van de Wiel“‘Grijp nu in om een ramp in de winter te voorkomen’, zeggen energie-experts” (8 juli 2022) op nrc.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be