• jo·pen·bier
enkelvoud meervoud
naamwoord jopenbier jopenbieren
verkleinwoord jopenbiertje jopenbiertjes

het jopenbiero

  1. (drinken) dik, bruin, Duits bier gemaakt van de vrucht van de meidoorn
     Mutter en Zoutman kregen volgens Mutter alle medewerking van de gemeente. Toch besloten ze vorig jaar de stekker uit hun project te trekken. Volgens Ton Mutter omdat de samenwerking tussen Jopenbier en Lindeman spaak liep.[3]
  2. (drinken) bier gemaakt door Brouwerij Jopen in Haarlem
     Zoals de naam al doet vermoeden, is de Jopenkerk een echte (ex)kerk, vernoemd naar het Haarlemse Jopenbier, dat ter plekke wordt gebrouwen: op de begane grond zijn de koperen ketels achter de bar niet te missen.[4]
40 % van de Nederlanders;
19 % van de Vlamingen.[5]
  1. jopenbier op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3.   Weblink bron “Misschien toch stadsbrouwerij in Enschedese Menistenkerk” (04-09-2017), Tubantia
  4.   Weblink bron “De biermis van Haarlem” (01/04/2011), HP de Tijd
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be