eenmansorkest

• Geluid:  eenmansorkest    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈenmɑnsɔrˌkɛst / (4 lettergrepen)

• een·mans·or·kest

• samenstellende samenstelling van  een ht "1",   man zn "(mannelijk) persoon"  en  orkest zn "samenspelende muzikanten"  met het invoegsel -s- 

het eenmansorkest o

1. (muziek) één muzikant die tegelijkertijd verschillende instrumenten bespeelt

• eenmandsband

• Het woord eenmansorkest staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• Zie Wikipedia voor meer informatie.