0 3 1 1
driehonderdelf,
op een abacus
  • drie·hon·derd·elf

driehonderdelf

  1. "311", het getal tussen driehonderdtien en driehonderdtwaalf, driehonderd plus elf
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen driehonderdelf euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer driehonderdelf van het grootste hotel. 

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "driehonderdelf" ht als linkerdeel

enkelvoud meervoud
naamwoord driehonderdelf driehonderdelfs
verkleinwoord driehonderdelfje driehonderdelfjes

de driehonderdelfv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 311 is aangeduid
    • Als jij driehonderdelf opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

de driehonderdelfmv

  1. groep van 311 eenheden
    • Die driehonderdelf kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.