aanvoerster
- Geluid: aanvoerster (hulp, bestand)
- IPA: / ˈaɱvurstər / (3 lettergrepen)
- aan·voer·ster
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanvoerster | aanvoersters |
verkleinwoord | aanvoerstertje | aanvoerstertjes |
de aanvoerster v
- vrouwelijke aanvoerder
- Deze Nederlandse wielrenster is de nieuwe aanvoerster van de wereldranglijst.
- Zij was de aanvoerster van het team.
1. vrouwelijke aanvoerder
- Het woord aanvoerster staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aanvoerster" herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be