ISO 639-3
ast
bestand
  • As·tu·risch
enkelvoud bezitsvorm meervoud
naamwoord Asturisch - -
verkleinwoord - - -

het Asturischo

  1. geen meervoud (taal) taal die gesproken wordt in Asturië
    • Hoe goed beheerst u het Asturisch? 


  • IPA: /asˈtuʀɪʃ/
  • As·tu·risch
enkelvoud meervoud
nominatief Asturisch,
das Asturische
-
genitief (des) Asturischen -
datief (dem) Asturischen,
auf Asturisch
-
accusatief Asturisch,
das Asturische
-

Asturisch o

  1. (taal) Asturisch
    «Asturisch wird in großen Teilen Asturiens, einer Region im nördlichen Spanien, gesprochen.»
    Asturisch wordt in grote delen van Asturië, een regio in Noord-Spanje, gesproken.
  • (ISO 639-2) ast