Wilhelmus Wulfingh
Wilhelmus Antonius Ferdinandus Wulfingh ('s-Hertogenbosch, 30 mei 1839 – 5 april 1906) was apostolisch vicaris van Nederlands Guyana-Suriname.
W.A.F. Wulfingh | ||||
---|---|---|---|---|
Bisschop van de Rooms-Katholieke Kerk | ||||
Geboren | 30 mei 1839 | |||
Plaats | 's-Hertogenbosch | |||
Overleden | 5 april 1906 | |||
Plaats | Atlantische oceaan | |||
Wijdingen | ||||
Priester | 1867 | |||
Bisschop | 1889 | |||
Kerkelijke loopbaan | ||||
1889-1906 | Apostolisch vicaris van Nederlands-Guyana te Paramaribo | |||
|
Carrière
bewerkenWulfingh werd in 1839 geboren als zoon van de uit Kleef afkomstige Wilhelm Anton Justinus Wulfingh, controleur bij het r.k. armbestuur in 's-Hertogenbosch, en Maria Elisabetha Frietman.
Op 15 oktober 1861 trad Wulfingh toe tot de Congregatie van de Allerheiligste Verlosser (Redemptoristen) en op 1 oktober 1867 werd hij in Wittem tot priester gewijd. Daarna was hij in Nederland actief als volksmissionaris en als rector van het redemptoristenklooster aan de Keizersgracht in Amsterdam. In de zomer van 1888 vertrok hij als missionaris naar Suriname.
In maart 1889 overleed de toenmalige apostolisch vicaris van Suriname Johannes Schaap. Op 6 juni daarop werd pater Wulfingh benoemd tot apostolisch vicaris van Suriname en titulair bisschop van Cambysopolis (in het huidige Turkije). Terug in Nederland werd hij op 15 december van dat jaar in 's-Hertogenbosch tot bisschop gewijd door bisschop A. Godschalk, bijgestaan door onder andere aartsbisschop Snickers. Wulfingh koos als wapenspreuk Succure miseris (Help de ellendigen). Daarop keerde hij terug naar Suriname.
Tijdens zijn ambtsperiode bouwde Wulfingh 37 kerkjes, 6 kapellen en 11 scholen.[1] Hij was oprichter van het weekblad De Surinamer, van de leprozerie Gerardus Majella (melaatsenzorg) en de Stichting Hofbauer-Liefdewerk (geldwerving ten behoeve van de missie in Suriname). Voor het verzorgen van (godsdienst)onderwijs haalde Wulfingh de fraters van Tilburg naar Suriname en voor de ziekenzorg en dan met name het werk in de leprozerie vroeg hij de Zusters van Liefde uit Tilburg. Voor zijn inspanningen ten behoeve van de leprozen kreeg Wulfingh de erenaam 'Vader der melaatschen'.
Omdat hij last kreeg van het tropische klimaat in Suriname vertrok Wulfingh in oktober 1905 naar Nederland om weer aan te sterken. Toen hij redelijk hersteld was ging hij op 4 april 1906 in Amsterdam aan boord van een schip dat hem terug naar Suriname zou brengen, maar een dag later overleed hij, midden op zee. Wulfingh werd 66 jaar oud en is in Paramaribo begraven.[1]
Vernoemingen
bewerken- In Paramaribo zijn een R.K. mulo en een straat naar hem vernoemd: de Mgr. Wulfinghschool en de Mgr. Wulfinghstraat.
- In 's-Hertogenbosch is een straat naar hem vernoemd: Wulfinghstraat (de Vliert).[1]
Trivia
bewerken- Zijn oudere broer Karel Mathias Antonius Leonardus Wulfingh (1838-1898) was eveneens een bekend redemptorist.
Biografie
bewerken- Levensschets van Z. D. H. Monseigneur W.A.F. Wulfingh, titulair-bisschop van Cambysopolis, apostolisch vicaris van Suriname, Roermondsche Stoomdrukkerij, 1906
Zie ook
bewerkenVoorganger: Johannes Schaap |
Apostolisch vicaris van Nederlands Guyana-Suriname 1889 - 1906 |
Opvolger: Jacobus Meeuwissen |
- Nieuwe Amersfoortsche Courant, 18 december 1889
- De Volksmissionaris, geïllustreerd maandschrift voor Katholiek leven, 1939
- (en) Bishop Wilhelmus Antonius Ferdinand Wulfingh, C.SS.R. (www.catholic-hierarchy.org)
Referenties