Stinkende gouwe
De stinkende gouwe (Chelidonium majus) is een algemeen voorkomende vaste plant uit de papaverfamilie (Papaveraceae), de enige in het geslacht Chelidonium. Hij heeft gele bloemen, enigszins op eikenblad gelijkende bladeren en kan circa 20 tot 80 cm hoog worden.[1] De stinkende gouwe bevat oranje-geel melksap en groeit vooral langs heggen en op ruige plaatsen. De plant wordt ook wel wrattenkruid genoemd.
Stinkende gouwe | |||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | |||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||
| |||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||
Chelidonium majus L. (1753) | |||||||||||||||||
![]() | |||||||||||||||||
Afbeeldingen op ![]() | |||||||||||||||||
Stinkende gouwe op ![]() | |||||||||||||||||
|
De stinkende gouwe komt voor bij heggen, langs en op muren en op braakliggend terrein van het Middellandse Zeegebied tot ver in Scandinavië en in Midden- en Noord-Azië.[1]
Beschrijving
bewerkenDe bloem is heldergeel en 2 tot 2,5 cm breed. Er zijn twee kelkbladeren, vier kroonbladeren, veel meeldraden en een stamper.[1] Twee tot zes bloemen vormen een los scherm, dat van april tot in de herfst bloeit.
Het blad is oneven geveerd of diep ingesneden en grof gekarteld. Er zijn in het eerste geval vijf of zeven deelblaadjes. De onderkant van het blad is grijsgroen.[1]
De vrucht is een kale, peulvormige doosvrucht van 3 tot 5 cm lang, die van onderaf met twee kleppen geopend kan worden.[1] De zaden worden door mieren versleept, omdat er een vettige witte zaadsluier (mierenbroodje) op zit. Vandaar dat de plant vaak op en tussen gaten in muren groeit.[1]
Gebruiksgeschiedenis
bewerkenVolgens de middeleeuwse signatuurleer kon de plant bij galklachten toegepast worden, vanwege de gele kleur van het melksap en de vorm van de bladeren.[2] Stinkende gouwe werd als geneeskruid ook gebruikt bij onder meer oogziekten. Het gele sap werd tevens tegen wratten ingezet[1]; om een wrat te laten verdwijnen moest het sap van een verse stengel er meerdere malen per dag op worden gesmeerd. Een van de bladeren getrokken mengsel werd ooit gezien als een middel tegen lichaamsbeharing.
Alchemisten gebruikten stinkende gouwe bij het zoeken naar de steen der wijzen. Heksen deden het in de middeleeuwen in hun zalven (zie heksenkruid).
De plant bevat giftige alkaloïden; de belangrijkste zijn berberine, coptisine, chelidonine, sanguinarine en chelerithrine. De isochinolide alkaloïden zijn verantwoordelijk voor de geeloranje kleur van het sap. Verder bevat het gewas etherische oliën en saponine. Vergiftiging met de sappen kan worden omschreven als een morfinevergiftiging.[3]
In de fytotherapie wordt de plant gebruikt in de vorm van tinctuur.
Etymologie
bewerkenDe Latijnse naam Chelidonium majus betekend "zwaluwkruid". Dit valt te herleiden naar een volksverhaal waarin zwaluwen de ogen van hun pasgeboren blinde jongen insmeerden met het geeloranje sap, waarna de jongen van hun blindheid werden genezen.[1]
Afbeeldingen
bewerken- Stinkende gouwe
Voetnoten
- ↑ a b c d e f g h Basisgids Flora en Fauna van Nederland. Tirion (1997), p. 174. ISBN 9070099365.
- ↑ Goud dat vlekt, stinkt en uitdroogt. Trouw.
- ↑ Dagblad Trouw, 15 november 2013, Stinkende gouwe zusje van morfine
Externe links
- Stinkende gouwe (Chelidonium majus) op SoortenBank.nl (gearchiveerd) (gebaseerd op de Heukels23, dit is de voorlaatste uitgave)
- Stinkende gouwe (Chelidonium majus) in: van Uildriks, F. & V. Bruinsma (1898) - Plantenschat; op de (Nederlandstalige) Wikisource.
- Stinkende gouwe (Chelidonium majus), verspreiding in Nederland, volgens de atlas van Floron.