Marcel Moreau
Marcel Moreau (Boussu, 14 april 1933 – Bobigny, 4 april 2020)[1][2] was een Franstalig Belgisch schrijver, bekend van onder andere Julie ou la dissolution. Moreau heeft een oeuvre met meer dan 50 titels nagelaten.
Marcel Moreau | ||||
---|---|---|---|---|
Algemene informatie | ||||
Volledige naam | Marcel Moreau | |||
Geboren | 14 april 1933 | |||
Geboorteplaats | Boussu, België | |||
Overleden | 4 april 2020 | |||
Overlijdensplaats | Bobigny, Frankrijk | |||
Land | België | |||
Beroep | schrijver | |||
Werk | ||||
Jaren actief | 1963–2016 | |||
Bekende werken | Julie ou la dissolution | |||
Uitgeverij | Buchet-Chastel; Christian Bourgois; l'Éther Vague; Lettres Vives; Denoël | |||
Onderscheidingen | Prix littéraire Canada-Communauté française de Belgique (1977) Prix Jean-Arp de littérature francophone (2006) | |||
|
Biografie
bewerkenMoreau werd geboren in een arbeidersgezin op 14 april 1933 te Boussu (Henegouwen). Op vijftienjarige leeftijd stierf zijn vader, hierdoor stopte hij met zijn opleiding waarna hij ging werken en verschillende baantjes had, waaronder corrector bij de krant Le Soir in 1955.[2]
In 1962 publiceerde hij zijn debuutroman Quintes welke goed werd ontvangen en onder andere werd geprezen door Simone de Beauvoir. In 1965 publiceerde hij een uitbreiding op zijn debuut Bannière de bave. In 1966 publiceert hij La Terre infestée d'hommes en in 1967 Le Chant des paroxysmes.[2]
In 1968 verhuisde Moreau naar Parijs alwaar hij ging werken als corrector voor uitgeverij Éditions Alpha. Datzelfde jaar publiceerde hij de briefroman Écrits du fond de l'amour. Later werkte hij ook als corrector voor de Le Parisien libéré en Le Figaro. In 1971 publiceerde hij zijn bekendste werk Julie ou la dissolution.[2]
Overlijden
bewerkenMoreau, die reeds verzwakt was en leed aan de ziekte van Alzheimer, overleed aan de gevolgen van COVID-19 ten tijde van de coronapandemie. Hij werd 86 jaar.[3]
Bibliografie
bewerkenEen selectie uit het oeuvre van Moreau.
- Quintes, Buchet-Chastel, 1962
- Bannière de bave, Gallimard, 1966
- La Terre infestée d'hommes, Buchet-Chastel, 1966
- Le Chant des paroxysmes, Buchet-Chastel, 1967
- Écrits du fonds de l'amour, Buchet-Chastel, 1968
- Julie ou la dissolution, Christian Bourgois, 1971 (Ned. vert. Julie of de verloedering, Manteau 1984)
- La Pensée mongole, Christian Bourgois, 1972 en l'Éther Vague, 1991
- L'Ivre livre, Christian Bourgois, 1973
- Le Bord de mort, Christian Bourgois, 1974 en l'Éther Vague, 2002
- Les Arts viscéraux, Christian Bourgois, 1975; l'Éther Vague, 1994
- Sacre de la femme, Christian Bourgois, 1977; l'Éther Vague, 1991
- Le devoir de monstruosité. Obliques, nummer: 12-13, 1977 p. 15–19
- Discours contre les entraves, Christian Bourgois, 1979
- A dos de Dieu ou l'ordure lyrique, Luneau Ascot, 1980; Quidam, 2018
- Orgambide scènes de la vie perdante, Luneau Ascot, 1980
- Moreaumachie, Buchet-Chastel, 1982
- Cahier caniculaires, Lettres Vives, 1982
- Kamalalam, L'Age d'homme, 1982
- Saulitude, photos de Christian Calméjane, Accent, 1982
- Incandescence en Egobiographie tordue, Labor, 1984
- Monstre, Luneau Ascot, 1986
- Issue sans issue, l'Éther Vague, 1986
- Le Grouilloucouillou, in samenwerking met: Roland Topor, Atelier Clot Bramsen et Georges, 1987
- Treize portraits, in samenwerking met: Antonio Saura, Atelier Clot Bramsen et Georges, 1987
- Amours à en mourir, Lettres Vives, 1988
- Opéra gouffre, La Pierre d'Alun, 1988
- Mille voix rauques, Buchet-Chastel, 1989
- Neung, conscience fiction, l'Éther Vague, 1990
- L'Œuvre Gravé, Didier Devillez, 1992
- Le Charme et l'Epouvante, La Différence, 1992
- Noces de mort, Lettres Vives, 1993
- Tombeau pour les enténébrés in samenwerking met: Jean-David Moreau, l'Éther Vague, 1993
- Bal dans la tête, La Différence, 1995
- La Compagnie des femmes, Lettres Vives, 1996
- Insensément ton corps, Éditions Cadex, 1997
- Quintes, Mihaly, 1998
- La Jeune Fille et son fou, Lettres vives, 1998
- Extase pour une infante roumaine, Lettres Vives, 1998
- La Vie de Jéju, Actes Sud, 1998
- Féminaire, Lettres Vives, 2000
- Lecture irrationnelle de la vie, Complexe, 2001
- Corpus Scripti, Denöel, 2002
- Tectonique des corps, Les Amis de l'Éther Vague, 2003
- Morale des épicentres, Denöel, 2004
- Adoration de Nona, Lettres Vives, 2004
- Nous, amants au bonheur ne croyant ..., Denoël, 2005
- Le Chant des paroxysmes, Québec, 2005
- Quintes, l’Ivre livre, 2005
- Tectonique des femmes, Éditions Cadex, 2006
- Souvenirs d'immensité avec troubles de la vision, 2007, (gepubliceerd ter gelegenheid van de uitreiking van de Jean-Arp Franstalige literatuurprijs 2006)
- Insolation de nuit, in samenwerking met: Pierre Alechinsky, La Pierre d'Alun, 2007
- Une philosophie à coups de rein, Denoël, 2008
- Des hallalis dans les alléluias, Denoël, 2009
- La Violencelliste, Denoël, 2011
- Un Cratère à cordes, Les évadés du Poème 2, 2013
- De l'Art Brut aux Beaux-Arts convulsifs, correspondance Jean Dubuffet/Marcel Moreau, L'Atelier contemporain, 2014
- Un Cratère à cordes, Lettres Vives, 2016
- ↑ (fr) Le Carnet et les Instants : Le blog des lettres belges francophones – Décès de Marcel Moreau le-carnet-et-les-instants.net door: Véronique Bergen 04-04-2020; geraadpleegd op: 05-04-2020. Gearchiveerd op 1 juni 2023.
- ↑ a b c d (fr) La Libre – L'écrivain belge Marcel Moreau est mort du coronavirus lalibre.be door: Guy Duplat 04-04-2020; geraadpleegd op: 05-04-2020. Gearchiveerd op 17 juni 2021.
- ↑ (fr) Le Soir – Décès de Marcel Moreau: un écrivain du débordement lesoir.be door: Jean-Claude Vantroyen 04-04-2020; geraadpleegd op: 05-04-2020. Gearchiveerd op 13 augustus 2021.