Kabinet-Drees I

Nederlands kabinet (1951-1952)

Het kabinet-Drees I (ook bekend als Drees II)[1] was het Nederlandse kabinet van 15 maart 1951 tot 2 september 1952. Het werd gevormd door de politieke partijen Katholieke Volkspartij (KVP), Partij van de Arbeid (PvdA), Christelijk-Historische Unie (CHU) en de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) na de val van het kabinet Drees-Van Schaik op 25 januari 1951. Het centrum kabinet-Drees I was een meerderheidskabinet dat zowel in de Eerste Kamer en Tweede Kamer kon rekenen op een ruime meerderheid. Het kabinet-Drees I was een voortzetting van het vorige kabinet Drees-Van Schaik en de rooms-rode coalitie.[2]

Kabinet-Drees I
Drees II
De ministers van het kabinet-Drees I in de Trêveszaal op 18 augustus 1952
De ministers van het kabinet-Drees I in de Trêveszaal op 18 augustus 1952
Coalitie KVP, PvdA, CHU, VVD
Zeteltal TK 32 + 27 + 9 + 8 = 76
Premier dr. W. (Willem) Drees
Beëdiging 15 maart 1951
Demissionair 25 juni 1952
Ontslagdatum 2 september 1952
Voorganger Drees-Van Schaik
Opvolger Drees II
Zetels in de Tweede Kamer
Zetels in de Tweede Kamer
Overzicht kabinetten
Portaal  Portaalicoon   Politiek
De bewindslieden van het kabinet-Drees I tijdens de presentatie op 14 maart 1951.
Minister-president Willem Drees legt de regeringsverklaring af aan de Tweede Kamer op 17 maart 1951.
Minister van Justitie Hendrik Mulderije, bestuursvoorzitter van Philips Frits Philips en vicepremier en minister voor Burgerlijke Verdediging en Bescherming Bevolking Frans Teulings tijdens de presentatie van de eerste televisie uitzending op 2 October 1951.
Staatssecretaris van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen Jo Cals tijdens de opnamen van een toespraak voor de eerste televisie-uitzending op 2 oktober 1951.

Maar liefst zeven ambtsbekleders van het kabinet; Beel, Lieftinck, Van den Brink, Rutten, In 't Veld, Albregts en Muntendam waren werkzaam geweest als hoogleraar. Drie bewindslieden van het kabinet zouden later internationale topfuncties vervullen; Stikker secretaris-generaal van de NAVO, Mansholt eurocommissaris en voorzitter van de Europese Commissie, Lieftinck financieel directeur Wereldbank en financieel directeur Internationaal Monetair Fonds.

Verloop

bewerken

Als eerste stap naar een mogelijke Europese eenwording wordt Nederland in 1951 lid van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS). Naast Nederland treden ook België, Luxemburg, Frankrijk, Italië en West-Duitsland toe.

Het geschilpunt dat leidde tot de val van het vorige kabinet Drees-Van Schaik, de positie van Nieuw-Guinea in de Nederlands-Indonesische Unie, wordt in de 'ijskast' gezet. Het kabinet richt zich met name op het te voeren financieel-economische beleid. Nederlandse militairen nemen in VN-verband deel aan de strijd tussen Noord- en Zuid-Korea. De Korea-crisis leidt tot een lichte economische recessie.

Het kabinet brengt onder meer een nieuwe Winkelsluitingswet en een Kinderbijslagwet voor zelfstandigen tot stand. Verder komen er wetten over de bescherming van de burgerbevolking en om de regering bijzondere bevoegdheden te geven in geval van oorlogsdreiging of binnenlandse onrust. Op 2 oktober 1951 vindt in Nederland de eerste officiële tv-uitzending plaats.

Op 15 september 1951 wordt de naam van het Ministerie van Sociale Zaken veranderd in Ministerie van Sociale Zaken en Volksgezondheid.

Personele wijzigingen

bewerken

Op 18 november 1951 overleed minister van Binnenlandse Zaken Johannes Henricus van Maarseveen (KVP) op 57–jarige leeftijd. Vicepremier en minister voor Burgerlijke Verdediging en Bescherming Bevolking Frans Teulings (KVP) neemt de functie waar tot en met 6 december 1951 als voormalig minister-president Louis Beel (KVP), die tot dan werkzaam is als hoogleraar bestuursrecht- en bestuurskunde op de Katholieke Universiteit Nijmegen, wordt beëdigd als minister van Binnenlandse Zaken.

Op 1 juli 1952 treedt minister van Financiën Piet Lieftinck (PvdA) af, nadat hij een hoge functie bij de Wereldbank in Ankara heeft aanvaard. Minister-president Willem Drees (PvdA) neemt de portefeuille waar tot het aantreden van het nieuwe kabinet op 2 september 1952.

Ambtsbekleders

bewerken
Ambtsbekleders Minister / Ministerie Termijn Partij
  W. (Willem)
Drees

(1886–1988)
Minister-president /
Minister
Algemene Zaken 7 augustus 1948 –
22 december 1958
[3][4]
PvdA
  mr.
F.G.C.J.M.
(Frans) Teulings

(1891–1966)
Vicepremier /
Minister
Burgerlijke
Verdediging en
Bescherming
Bevolking

(Binnenlandse
Zaken
)
15 maart 1951 –
2 september 1952
KVP
  mr.
J.H. (Johan)
van Maarseveen

(1894–1951)
Minister Binnenlandse
Zaken
15 maart 1951 –
18 november 1951
[5]
  mr.
F.G.C.J.M.
(Frans) Teulings

(1891–1966)
18 november 1951 –
6 december 1951
[6]
  mr.dr.
L.J.M.
(Louis) Beel

(1902–1977)
6 december 1951 –
7 juli 1956
[4]
  mr.
D.U. (Dirk)
Stikker

(1897–1979)
Minister Buitenlandse
Zaken
7 augustus 1948 –
2 september 1952
[3]
VVD
  mr.dr.
P. (Piet)
Lieftinck

(1902–1989)
Minister Financiën 25 juni 1945 –
1 juli 1952
[3][7]
PvdA
  W. (Willem)
Drees

(1886–1988)
1 juli 1952 –
2 september 1952
[6]
  mr.
H. (Hendrik)
Mulderije

(1896–1970)
Minister Justitie 15 maart 1951 –
2 september 1952
CHU
  dr.
J.R.M. (Jan)
van den Brink

(1915–2006)
Minister Economische
Zaken
20 januari 1948 –
2 september 1952
[3]
KVP
  ir.
C. (Kees)
Staf

(1905–1973)
Minister Oorlog 15 maart 1951 –
19 mei 1959
[4]
CHU
Marine
  mr.dr.
A.M. (Dolf)
Joekes

(1885–1962)
Minister Sociale Zaken 7 augustus 1948 –
15 september 1951
[3]
PvdA
Sociale Zaken en
Volksgezondheid
15 september 1951 –
2 september 1952
  dr.
F.J.Th. (Theo)
Rutten

(1899–1980)
Minister Onderwijs,
Kunsten en
Wetenschappen
7 augustus 1948 –
2 september 1952
[3]
KVP
  H.H. (Hendrik)
Wemmers

(1897–1983)
Minister Verkeer en
Waterstaat
15 maart 1951 –
2 september 1952
O
  S.L. (Sicco)
Mansholt

(1908–1995)
Minister Landbouw,
Visserij en
Voedselvoorziening
25 juni 1945 –
1 januari 1958
[3][4]
PvdA
  mr.dr.
J. (Joris)
in 't Veld

(1895–1981)
Minister Wederopbouw en
Volkshuisvesting
1 maart 1948 –
2 september 1952
[3]
  W. (Willem)
Drees

(1886–1988)
Minister Uniezaken en
Overzeese
Rijksdelen
15 maart 1951 –
30 maart 1951
[6]
  ir.
L.A.H.
(Leonard)
Peters

(1900–1984)
30 maart 1951 –
2 september 1952
KVP
Ambtsbekleder Minister / Portefeuille / Ministerie Termijn Partij
  dr.
A.H.M. (Guus)
Albregts

(1900–1980)
Minister Publiekrechtelijke
Bedrijfs-
organisatie

• Middenstand
• Productiviteits-
bevordering

(Binnenlandse
Zaken
)
15 maart 1951 –
2 september 1952
KVP
Ambtsbekleders Staatssecretaris / Portefeuille / Ministerie Termijn Partij
  mr.
N.S. (Nico)
Blom

(1899–1972)
Staatssecretaris Nederlands-
Indonesische Unie

Politieke
Zaken

(Buitenlandse
Zaken
)
16 februari 1950 –
2 september 1952
[3]
O
  H.C.W. (Harry)
Moorman

(1899–1971)
Staatssecretaris • Personeels-
beleid

(Marine)
1 mei 1949 –
19 mei 1959
[3][4]
KVP
• Materieel-
voorzieningen
• Personeels-
beleid

(Oorlog)
27 november 1950 –
1 juni 1951
[3]
  mr.
F.J. (Ferdinand)
Kranenburg

(1911–1994)
1 juni 1951 –
1 juni 1958
[4]
PvdA
  mr.dr.
A.A. (Aat)
van Rhijn

(1892–1986)
Staatssecretaris • Sociale
Zekerheid
• Arbeids-
omstandigheden

(Sociale Zaken)
15 februari 1950 –
15 september 1951
[3]
• Sociale
Zekerheid
• Arbeids-
omstandigheden

(Sociale Zaken en
Volksgezondheid)
15 september 1951 –
22 december 1958
[4]
  dr.
P. (Piet)
Muntendam

(1901–1986)
• Volksgezondheid
• Ouderenbeleid
• Gehandicapten-
beleid
• Medische Ethiek

(Sociale Zaken)
1 april 1950 –
15 september 1951
[3]
• Volksgezondheid
• Ouderenbeleid
• Gehandicapten-
beleid
• Medische Ethiek

(Sociale Zaken en
Volksgezondheid)
15 september 1951 –
1 oktober 1953
[4]
  mr.
J.M.L.Th.
(Jo) Cals

(1914–1971)
Staatssecretaris • Volks-
ontwikkeling
• Jeugdbeleid
• Cultuurbeleid
• Kunstbeleid
• Mediabeleid
• Sport
• Natuurbehoud

(Onderwijs,
Kunsten en
Wetenschappen
)
15 maart 1950 –
2 september 1952
[3]
KVP
  L. (Lubbertus)
Götzen

(1894–1979)
Staatssecretaris Nederlands-
Indonesische

Begrotings-
technische
Zaken

(Uniezaken en
Overzeese
Rijksdelen
)
15 maart 1951 –
2 september 1952
O
Bron: Kabinet-Drees I Rijksoverheid.nl

Kabinetsformatie

bewerken

Na de val van het kabinet-Drees-Van Schaik wordt de Tweede Kamer niet ontbonden. Koningin Juliana geeft minister van Buitenlandse Zaken Dirk Stikker (VVD) opdracht informatie in te winnen over de mogelijkheden een nieuw kabinet te vormen dat het vertrouwen van de Tweede Kamer kan krijgen en benoemt hem tot informateur.

Het uitgangspunt van Stikker en later ook van informateur Max Steenberghe (KVP) is de stevige positie van de PvdA te verzwakken. De PvdA voelt daar uiteraard niets voor. Daartussendoor hebben minister-president Drees en vicepremier Josef van Schaik (KVP) ook nog een poging gewaagd het kabinet te reconstrueren. Deze poging mislukt echter ook, omdat Stikker vindt dat de positie van de VVD en CHU in een nieuw kabinet versterkt moet worden. Ten slotte weet KVP–leider Carl Romme tot een oplossing te komen. De PvdA behoudt het premierschap en Ministerie van Financiën. De VVD tolereert dat partijgenoot Stikker minister van Buitenlandse Zaken mag blijven en geeft daarmee feitelijk gedoogsteun aan het kabinet.

Reden ontslagaanvraag

bewerken

Einde van de parlementaire periode.

Zie ook

bewerken
Zie de categorie Cabinet Drees I van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.