Itzhak Ben-Zvi
Itzhak Ben-Zvi[1] (Hebreeuws: יצחק בן צבי, Arabisch: يتسحاق بن تصفي , Yitsihaq Bin Tusafi), geboren als Isaak Sjimsjelevitsj (Poltava, 24 november 1884 - Jeruzalem, 23 april 1963) was een geschiedkundige, een van de leiders van de joods-socialistische beweging in Palestina en de tweede president van Israël.
Ben-Zvi was actief in de joodse zelfverdediging tegen pogroms in Oekraïne en de 'Arbeiders van Zion'-partij.
In 1907 emigreerde hij naar Palestina en woonde aanvankelijk in Jaffa. Ook hier zette hij een wachtbrigade op, 'Hashomer'. In 1909 richtte hij een Hebreeuws gymnasium op in Jeruzalem.
Hij studeerde rechten met David Ben-Gurion aan de Universiteit van Istanboel. In 1913 keerden zij terug naar Palestina, maar in 1915 werden beiden verbannen. Ben-Gurion en Ben-Zvi vertrokken naar New York, waar zij de Chaloets-beweging stichtten en een boek in het Jiddisch over 'Eretz Israël' schreven.
Terug in Palestina (1918) werd hij een van de oprichters van de socialistische Achdoet Ha'Avodah-partij. Later werd hij gemeenteraadslid in Jeruzalem en vervulde hij verschillende taken in de instellingen van de joodse Palestijnen. Zo was hij een van de leiders van de paramilitaire organisatie Haganah. Vanuit die functie liet hij de Nederlander Jacob Israël de Haan in Jeruzalem vermoorden.
Hij was een van de ondertekenaars van de onafhankelijkheidsverklaring van Israël en lid van de eerste en tweede Knesset.
Na het overlijden van Chaim Weizmann, volgde hij hem op als tweede president van Israël. Als president woonde hij in een eenvoudig houten huisje. Gedurende zijn gehele leven heeft hij onderzoek gedaan naar de geschiedenis van het Land Israël.
- ↑ De lijst van Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands spelt zijn naam als Jitschak ben Tsvi. Gearchiveerd op 7 april 2023.