Gevelsteen
Een gevelsteen is een stenen plaat of blok met een inscriptie en vaak een emblematische voorstelling in reliëf die (meestal) de voorgevel van een gebouw siert. De gevelsteen verleent het gebouw een eigen, herkenbare identiteit. Gevelstenen zijn meestal van natuursteen, maar er zijn ook exemplaren van terracotta bekend en in Den Haag (aan de Amsterdamse Veerkade 60-62)[1] en in Hoorn (aan Munnickenveld 15)[2] zijn eiken reliëfs te vinden, op de plek waar anders een gevelsteen zou zitten.
Achtergrond
bewerkenGevelstenen ontstonden in de tweede helft van de 16e eeuw en werden tot de 18e eeuw gebruikt als "huisteken", omdat er nog geen huisnummering bestond.[3] Van oorsprong zijn gevelstenen gepolychromeerd (in verschillende kleuren beschilderd). Veel gevelstenen hebben ook een kleuraanduiding in het op- of onderschrift (bijvoorbeeld De Rode Leeuw, De Witte Olifant,[4] Het Zwarte Paard, De Groene Bok, De vergulde Kater etc.) en familie- en andere wapens waren voorzien van de vereiste heraldische kleuren.
Veel gevelstenen hadden betrekking op het beroep van de oorspronkelijke bewoner van het pand. Zo kon bijvoorbeeld een kuiper een botervat laten afbeelden, of een schrijver een veer. Wilde men zich onderscheiden van een collega die een gevelsteen had met vrijwel dezelfde afbeelding dan voegde men iets toe, bijvoorbeeld een kroon. We spreken dan van een concurrerende gevelsteen. Zo vinden we nu nog in het hele land gekroonde stenen zoals De Gekroonde Waterhont, ‘t Gekroond Kalf, De Gekroonde Laars en ga maar door. Er zijn echter nog andere variaties mogelijk op het begrip 'concurrerende gevelsteen'. Bij bakkers in dezelfde buurt kon men bijvoorbeeld zo De Grauwe Olifant, De Jonge Grauwe Olifant, en De Witte Vette Olifant tegenkomen.
Wie nog geen familienaam had en niet door zijn beroep of bijnaam werd aangeduid, behielp zich met zijn uithangbord of gevelsteen. Mensen met namen als Zwaan, De Bock, De Hond en Kool kunnen daardoor uiteindelijk hun oorsprong vinden in de gevelsteen van hun voorouders.
Gevelstenen zijn vaak met enige humor gemaakt, wat bijvoorbeeld te zien is in de gevelsteen Mollen Sagen Geren in Enkhuizen, waar twee mollen worden uitgebeeld die een baal garen doorzagen, terwijl de spreuk aanduidt dat mollen 'graag zouden zien'.[5]
Onderstaande gevelsteen in Lekkerkerk bevat een soort rebus. De tekst luidt: Het AA 10 is 11 8 soeckt die 20 oftewel Het paar A dix is onze huit soeckt die vingt (Het paradijs is van ons, wie 't zoekt die vindt).[6]
Voorkomen
bewerkenGevelstenen komen tegenwoordig vooral in Nederland voor, maar ook op enkele plaatsen in het buitenland zijn gevelstenen te vinden - zie bijvoorbeeld de foto van een gevelsteen in Stockholm. In Amsterdam zijn er nog ruim 1600 gevelstenen,[7] in Maastricht ruim 600;[8] en in geheel Nederland wordt het aantal op ongeveer 10.000 geschat.
Bij de opgravingen in Pompeï kwamen verschillende reliëfs in terracotta tevoorschijn die als gevelsteen dienst hebben gedaan: een steen waarop een geit staat afgebeeld moet de gevel van een melkhandel hebben gesierd, terwijl een ander reliëf met Bacchus die een tros druiven uitperst duidelijk maakte waar een wijnhandelaar zijn domein had.
Het gebruik van gevelstenen is lange tijd sluimerende geweest, maar beleeft een opleving. Zo hebben Hans 't Mannetje en zijn leerlingen alsmede de kunstenaar Arie Teeuwisse zich toegelegd op het vervaardigen van nieuwe gevelstenen.
Jaartalsteen en naamsteen
bewerkenAndere vormen van gevelstenen zijn stenen met daarin slechts een jaartal of een naam. Bij die eerste categorie gaat het dan vaak om het jaar dat het pand, of een deel ervan, is opgeleverd of gerestaureerd. Op zogenaamde eerste stenen staat vaak een datum vermeld. Naamstenen werden veelal toegepast in de vestingbouw, met name bij buitenwerken. Zo hebben vrijwel alle vestingwerken in de Linie van Du Moulin in Maastricht een naamsteen van Naamse steen, al dan niet met jaartal. Ook bruggen hebben soms een naamsteen.
Andere betekenis
bewerkenMet de term gevelsteen worden ook bakstenen aangeduid die in kleur en hardheid geschikt zijn voor gevelmetselwerk. Indien de gevel als spouwmuur is opgetrokken, spreekt men alleen voor die stenen in het buitenblad over gevelstenen.
Zie ook
bewerkenLiteratuur
bewerken- Alkmaarse gevelstenen en ornamenten- Kees Komen & Berend Ulrich
- Amsterdamsche gevelstenen- H.W. Alings
- Amsterdamse gevelstenen- Paul van Leeuwen
- Beeldend Deventer- H.J. van Baalen en H.J.M. Oltheten
- De Gevelstenen spreken- J.R. Schiltmeijer
- De gevelstenen van Amsterdam- Onno W. Boers
- De haas, de groene bok en andere gevelstenen- Onno Boers
- De Uithangtekens Deel I, II, III- J. van Lennep & J. ter Gouw
- De uithangtekens van Schoonhoven- C.J. Ooms- Korteweg
- D' Guld Waerrelt, De wondere huisnaamwereld van Middelburg- Ed de Graaf
- Dordtse Gevels spreken- Chr. J. Walson
- Gevelstenen en opschriften in Overijssel- H. Schelhaas & H. Wiersma
- Gevelstenen in Nederland-drs G.A.M. Offenberg, Uitgeverij Waanders Zwolle 1986, ISBN 90-6630-065-5
- Gevelstenen in Maastricht- Jef Bartelet
Externe link
bewerken- De tekst op deze pagina of een eerdere versie daarvan is overgenomen van de website van het Bureau Monumentenzorg Amsterdam (gearchiveerd)
- ↑ drs. Gertrudis A.M. Offenberg, Ger Dekkers (1986). Gevelstenen in Nederland. Uitgeverij Waanders, p. 24. ISBN 9066300655.
- ↑ Overbeek, H. (2008). Hoornse Gevelstenen en andere Huistekens. Publicatiestichting Bas Baltus, Hoorn, pp. 111-112.
- ↑ De huisnummering ontstond circa 1875.
- ↑ Zie ook Witte olifant.
- ↑ Gevelstenen in Nederland, Offenberg, Zwolle 1986
- ↑ Van Lennep J. en J. ter Gouw (1868) De uithangteekens in verband met geschiedenis en volksleven beschouwd in: Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse letteren [1]
- ↑ Kerninventarisatie Amsterdam. Gearchiveerd op 7 mei 2023.
- ↑ Kerninventarisatie Maastricht. Gearchiveerd op 10 juni 2023.