Skip to main content

Full text of "Practische aanteekeningen betreffende de cholera, te Scheveningen"

See other formats


PRACTISCHE 


BETREFFENDE  DE 


SCHETEN  ING  EN 


BOOS 


J.  G.  WAARDENBURG 


TE  IIIDEI 


ëö/.xb, 


.  ■  •  .  rtv- W '>■.■■;?■■:■$*  ;',  ,  ■  '  .  '  ■  : 

B  '  F  .-FF.,"'  v,-:.;-:;:.  ! 

, 


Él 

rm  <  ■  ■ 

*«•••  'Rb-  •••.;.  OT  :•  #%v, 

'  B'f  SB 
;  •  •■  ■  -  ■-.  .  ■  - 


■i  ■-■; b-.-'-  BB  ,  , 

r.’  ■■•■  .-  ;.\  ■  .  :  ..  Jj..  . 

'  FF. -FF  $:>■  (  '  ‘  -.  ' 

'  ■  ..BB-B  ' 


mi 


BfBBBFBfBvf  ■ 

«BffBF  :  ■  ■■■■- 


,  '•  :'-;;v-v  ■:■:  ,-■  fV- >.•  ••  >■■  bb-  fBb.bbBBB 

b  b  :>• 


üilü 


FBBBB-v  ‘r  ■  ■ 

Vb  ‘  " 

BB  B>v  ■/v-’%4’  ■•.•'£#•  44'V. >•■ 

f  ’  B 

•  'i ®  v®/ v®®:1 

VK-V-V 


0Xi'v 

. 


■Ïj.F/'t  ¥>'*' ïV«  A'-'Fiï JitóBB  BBBVfBB 
•  B  '  F®;";'  4®  V  '  .: 


*v 

■ 


S&.Ï-.ÖOTK»;.-,: 

F,  F  .-  ; ;V7'  ,u!fe 


>44f-  fs  V '  ■  '%Xy :  b  V  VVV ;;:%! 

•v  ,A 

ffFffï  :  v  .  ■  ■: ■  ■:  ■  ■  ■ 


p§| 

H 


M!\ty 

GP3 


* 

>B BBB -  B » ■ B .  ,B, ■,  -: : .. ; B ,« bBfBf ff . , ;.  vS,:. 

~  ■ 

AF:-'..;:::-,  • 

IBB:  v;’.:  '  x  ■•'  i::;vV;.rV»: FF: 


k , v  -  :1  v(, -vifFi : ■?■  -’■  v-F- 'F,  H ■ 

-  '  -■  '  ,  r  ■  r  .  .  1  '  MM-  1  " 

F,.«'/j:  ..  .  -  v  .  ,'■  .  ; 


ï<  'F;Fi 


'  ■  ■  ’  F.  ;,  v.  -  m  I  ■■  ■.-..  .  _ 

•.  ■-•  1  FF  't  F "  ■  s.'  ■■■  '  " 


T^h--.  .•-./I  -V,,',,  ■S’. 

.  wï4''r®-4C  '4v' 


V  -4®;®:®:® ..F 

"xv-  ■  'v  4  v 


:&  :***'■* 


•i  4;,rC 


v;  ;  4 


,  41-  ,  .  '  Ml 

•  ‘  v  vFF'  F'AAf  ,;A:-'; ,v/F-F  ;/F!i:öv'.  ;t.: 

j 


M^BWï  f 

,  F  .  .  A-  . 

:V  fH  ^;gï  ■’;  ;i;/  "F^fewv  '  :,■ 4 '  ■  FF  F  1;?.'  5®:  F 


SS 


'.■FFF;F-f-f 

- 

■MHIIIKf  :v  ©Söjft 

■.  -  F  •  -  -  ■-'■■■  ' 


■  '■■■■■,  m  ■ ' 

.  .  '  'FF. 


'■  '•  ■  F  ■■-  ■;  F  XX,hx':/:XM 


vm-  B  - 

X:  v’ 1  . M 


sÊ^Smm 
:  $Êk 


■F',<>  F,,;1,;v  S.FSS-  FF 

-  -  F  ■  -■  v  •:  ,  % 'F-B-fff.  ,F  ..FS'/  F'-S 

éwpwwIÉP 


’-FF- F,'. ;,v..c*  ■  ;KVFFFiFS:r'p  .”■  F- 


:.ï. •.-/■.  S:'"':F::FBB; 
fV:FVF,-' 


iB'.'B:-  fv'fB,  x  r  /;.V-;:-v.  -•■••.;  -ft ^  4 

'•  •  -  '  BB.®-.-.-.'  '  -'-.b.^ 

F  ■.  .  ;  F  _■•  ■  ■.F;;,'F:t:F;FFv.>B:B;v;FF:.; B/svV  .-f--?: 

-  ..  ■  ...  -.  -  .  .  .  :  ';.  :  «•■  '  -  ;  •  /  •,-.  ‘  ■:  •  i  .  /  -  ,  ■  - 

■4:3  >  t  l  4,-' ' 


U?F»  ?  F,FFiB:.FF‘  A.S  ,B::FF..'F®4  'cB'f 

'  F'  '  •  '.F  i  "'BFF’vFF'ff-.  ÏF'BB' F-f;;v'f:;.;-.;,F’- 


wis 


* 


BI 


,  4;.,  .  F®:. F,.®: 


1® 


■FfV 


; 


'.  .-,'  F,.  ..  ■  .  .  ■../,.  .... 

,  ,  ,  V,  1  1  ,  ,  ,  *  F  i  ,  ,  '  iS,  -A 

/B  F.-:;,:.'.,  v;F  .;  B/fB  ,  ;fV;B^ff  •  ■'■ ,  .F  ■  ,;;*Xr<:ï yï 

u  '.  .-  'F-  v.F  '  ■  ■•■•'■..;  ,,ï  .;.F.''-,  B  F  i-v 

. 


"  F  F  / 

mi»Wf 


v  -.B-  •/  •■'•4  -  •  BB-'  ;.  Y’ 


1 1  ■&'£  • f  •  ■■■: 


iiSl  ®v 


.FFF1  . 


iiÉMM 


II#1 


•.V'4.;  b4-; 

^s*iA-  >. 

f  fl  I  1  I  |  P  I  .F? 

B  ..  ;:',  >■:  b  :  --  f:.B'' 

.  ■  .  ■■  '  B  B-7'  '■■  F  F  F  .. 


■  ’  F, .(•:>-;  c  ;  ■  £■  v,;vi!'.F ;;  ~.  t  ,"'i.  F  BBvBB-'BV  >  :  '••  Bf’.- «Ë/  •  .ï'  F.  B.  -  :)  BBSf-’f'  :  .•  -j  '-..F-.-  ,'  .F-^'i1-  - 

:  F  F  .  ' 

■-  -  . 

/  1  •  .  '  ■  B  ' 

■  '  4  -  . 

' 

BV,  ■-.  '  -  .  ■  -  '  F  -  . 


, 

■■-  --F.  -■...  -& 


mïm ,, , 

mm  .;.v‘ 


■'■?.■•?>•- ï -.FFBFoB-1:"?  F-F'f.'B  .^.'B  ' '  '-i2 


'-.,  ;  -  V -F-  p  ,  -■ 

■  ■  -■.'■■-■  -  -  -■■---■ 

:■  -  ■  .'  .  '.  .  -  ■■y  ■  ■  F  .-  .--  V- -.  .F.,-;  -sF;F  'vfB;  BfB  .  -BB-f,:'  ‘Bf;:;-  .F  ' •  ■-  Bv-BB  .-  .. 


B  B  -  ,  ‘  '  i’  1  r  .  r  s 1  ’s  1 '  V  Vl’  ,  w/,  y  t  ,  -  y  B  1  ^  ^  \ 

lllliil 

1  ■  -'  F  .-  f .-.  -F.  .-;  >  A.  - 


.:.-,  F.  FF,.,Vv  -  -F  - .  ,■  -.. "  F;--  _vF  F;-.*;  •:'-?...  B  ?■  F'  .F ,  F  -  ffFff-f,  F  F  v-'t-  .F  F:  .• F~  f  ,\F  F- : :  '  -^-..F  ,  .  -,,,  ■-,,....-F..,--:,,.-..'-.--.v;F 

■  -  F  - ,  ■■  -B  B  -  '  ;  * '. ' 

■  '  ■■ .'.  Xi  -  '  'f;'-f's  .  v"-'-F--  ■; : 'B  ■  .  .- ..  1 . .  bB  .  .  .  ,  .  .  . 

■F  FFF'  F-F  FF .  .  -  .  •  -.  - 

f®  bb®.b4b  -A.?ïJh3  ;'  iM 

J&pïM  §4 

'„  b  ;b  '  f-  •■  ■ . ’•  ;•:  , p  \‘-  v® 

,^4v:;;;f  b';:.b4®.-4  b4;-b-:b  ;4vB'; 

“  ,  F  B 

B44';:-4’BF!®4:®IBFFBF-a4fF';;V':XF' 

;BfVb.fff 

'44  f?-;:b  44  Xpf’Xpyp  Y'iPf JpX'P 

■  -  ■'-..-'  ■  F  fB  -  -  .--F  "F  ..  ;  -  .  . 

■  -.'-.  -  .  ... 

-  '  B,  -.. '  F-  ,.;B  -  F  ■  V.- ,■■(-•:  '  ;.:.B-  ■  F''  •',.  .  •.ƒ;  .  -V.  Bv.f,',-,  -.  ,  -v- 

'  ■  --  ’b-f 

F^-'F>F--.;  ji‘-V.;F-4'..A>  ■;'•!.  F- '  F— FA'.  F '  ‘i  Vij  ■  -  F  ■  '...'-. 


<  ■  4  Bi-4®4  f-VffvBBfBs s  ,b 

....  .- .  ;.  -■  si  : 

-F  44.  'f.B^fB' 

!  V  ■  V;  r4 


■ 


-B  'f..b  ,  ■  f  ’••  VB ,  - y,  >  B 'B  r.4'v  4r  r'  ■•  VB,;, 

Mm  mêmmÊirnmmsmmmm 

..-...,  --  F  .  'F,-,..--  F  F'  ..  F  ...'..-.  F.  -  -  F  .  F  .  F  F,  ,  ' 

'i -.V  B  ,  ,  ■  .  •  •  1  .  ••  ./,  :  F.  -I F 


^ . .  .  _ 

:  -  .- "  '■■■'.  H  ■'  4  ■  .'  f-  ;.-/.  -  m 

P  '  yju-,1  i-Bi-i’*.-  :  S  i  b->  ,c;  Bt'B  .-,  >'•  ,*••'.«  'B ; ..-  ••..*  ■.&  .»'<>•* /.•'.+  '•  «BV  v*  B.v  '  •  -l  ,v 

;'  F,;f-F-'.v 

-.  ■'.■-■■■ 

■■^y" f'-BfBf;  a:FF--.V. -}Bv,,.?f Bf  .' ;  'SF-  B 

■üm  ff  v--'iF'-.-.  --..., ffB,  F'f&%  o\  -f.-  - 


rnêmm 


■■siyym 


\  IrT 


h-  f 


rM 


w 


i i-.-' 

‘W.-’. '  ’'.‘v 

*■  *b 


, :  jJ  ■ƒ. 


*r 

V  t 


PRAKTISCHE  AANTEEKENINGEN 

BETREFFENDE  DE 

CHOLERA, 

T  E 


S  CHEVENINGEJV. 


I 


Digitized  by  the  Internet  Archive 
in  2018  with  funding  trom 
Wellcome  Library 


1 


•/ 


https://archive.org/details/b30386378 


PRACTISCHE  AANTEEKENINGEN 


BETREFFENDE  DE 

CHOLERA 

T  E 

SCHEVENIN  GEN , 


DOOR 


J.  G.  WAARDENBURG, 

M  £  Z>.  L  o  c  r„ 


TE  LEIDEN  EïJ 


I 


’j  • 


■  -y r  ;  * 


\  ’  :  ■  ’  ;  . 


■ 

>  '  :  f  •  ~  i 


•  ■■■■  ’v:  '•  '  /- 

•  I  ■ 


*■ ~  f  t 


t 


X 


t  - 


;■]  V 


ï- 


r 


(gedurende  mijn  verblijf  te  Scheveningen ,  ver¬ 
scheidene  malen  door  mijne  geneeskundige  vrien - 
den  van  andere  -plaatsen  verzocht  zijnde ,  hun 
iets  over  de  behandeling  dezer  ziekte  aldaar 
mede  te  deelen ,  was  ik  tot  nog  toe  in  de  on¬ 
mogelijkheid  ,  hieraan  te  voldoen;  vooreerst ,  ont¬ 
brak  mij  daartoe  geheel  en  al  de  tijd ,  daar 
mij  de  geneeskundige  dienst  van  eene  uitgestrekte 
wijk  dezer  zoo  zwaar  geteisterde  plaats ,  was 
opgedragen  ;  ten  tweede  waren  mijne  aanteeke - 
ningen  toenmaals  nog  te  gering  in  getal  om 
uit  dezelve  iets  te  kunnen  opmaken .  Nu  echter 
de  ziekte  aldaar  geweken  is ,  en  ik  huiswaarts 
gekeerd  ben ,  haast  ik  mij,  aan  deze  verzoe¬ 
ken  naar  mijne  zwakke  krachten  te  voldoen , 


Aan  U  dus ,  geachte  vrienden !  %ijn  deze  wei¬ 
nige  letteren  hoofdzakelijk  gerigt. 

Verwacht  geene  nieutve  bespiegelingen  over 
den  aard  der  ziekte ,  geene  bijdrage  tot ,  nochte 
onderzoek  over  de  al  of  niet  besmettelijkheid 
derzelve ,  waaraan  ik  mij  als  jong  arts  vooral 
niet  zoude  wagen ;  doch  alleen  van  het  geen 
hier  in  deze  ziekte  gezien  en  gedaan  is  ,  een 
beknopt  verhaal ,  en  wel  bepaaldelijk  van  die 
zieken ,  welke  in  de  aan .  mij  toevertrouwde  wijk 
aan  hunne  huizen  ,  behandeld  zijn:  waarin  dan 
ook  de  reden  gelegen  zij ,  waarom  hier  geene  of 
zeer  weinige  melding  is  gemaakt  van  zoodanige 
middelen ,  welke  in  de  hutten  der  inwoners  niet 
aan  te  wenden  zijn. 

Ik  heb  gemeend  het  beste  op  de  mij  gedane 
vragen  te  kunnen  antwoorden ,  door  de  hier 
waargenomene  graden  of  vormen  dezer  ziekte 
zoo  kort  mogelijk  te  beschrijven ,  derzelver  be¬ 
handeling  op  te  geven ,  eenige  ziekte  geschie¬ 
denissen  er  bij  te  voegen  ,  en  hierop  eenige  meer 
aigemeene  opmerkingen  betreffende  deze  ziekte  te 
laten  volgen * 

Het  gerucht ,  hier  en  daar  verspreid ,  als  of 
de  inwoners  van  Schevenïngeo ,  halsstarrig  alle 
geneeskundige  hulp  weigerden  ?  ja  zelfs  den  ge¬ 
neeskundigen  met  slagen  zouden  bedreigd  hebben 
enz,  ,  moet  ik  bij  deze  gelegenheid ,  als  geheel 
bezijden  de  tv  aar  heid.  zijnde ,  tegenspreken:  in - 
tegendeel  viel  men  ons  met  allerlei  kleine  onge¬ 
steldheden  lastig  $  en  ieder ,  die  zich  maar  ee- 
nigzins  onpasselijk  gevoelde  ,  liet  zijnen  genees - 


heer  ,  als  of  hij  in  groot  gevaar  was  ,  h  j  zich 
roepen*  Soms  kwam  de  arts  evenwel  ook  bij 
C koter a  -  Ijdei  s  ,  die  reeds  3 — 0  dagen  en  lan— 
ger  aan  diarrhoea  geleden  hadden ,  zonder  daar¬ 
voor  zijne  hulp  ingeroepen  te  hebben ;  de  re - 
den  daarvan  was  ,  dat  deze  diarrhoea  ,  gewoon- 
lijk  in  het  geheel  niet  pijnlijk  zijnde  ,  deze 
klasse  van  menschen  ook  niet  meende  ziek  te 
zijn  :  de  pijn  als  een  vereischte  van  ziekte  he¬ 
se  homo  ende. 

Door  de  ijverige  zorg  van  den  Heer  Burge¬ 
meester  van  ’s  Gravenhage  ,  als  President  ter 
zake  der  Astatische  Cholera  aldaar ,  waren  wij 
in  staat  gesteld ,  niet  alleen  de  Cholera- zie¬ 
ken ,  maar  ook  de  gezonde ,  doch  behoeftige 
inwoners  van  al  het  noodige  ,  als  voedsel ,  dek¬ 
sel  ,  kleederen  enz .  ruimschoots  te  voorzien  , 
en  ofschoon  naar  de  omstandigheden,  van  de 
zieken  alhier  nog  vele  zijn  hersteld ,  zoo  kan  men 
echter  stellig  rekenen  ,  dat  even  zoo  vele  door 
deze  diaetetische  behandeling  voor  de  ziekte  zijn 
bewaard  gebleven. 

Mijnen  opregten  dank  betuig  ik  bij  dezen , 
aan  den  zeer  kundigen  geneesheer  der  zeebad - 
inrigting  den  keer  d’aumeïue  ,  tv  elke  met  zulk 
eenen  onvermoeiden  ijver  nacht  en  dag  ,  gedu¬ 
rende  het  heerschen  der  ziekte  aldaar  is  werk * 
zaam  geweest ,  voor  zijnen  wetenschappelij ken 
en  vriend schappelij ken  omgang ,  welke  mijn  ver- 
blijf  te  Scheveningen  te  midden,  van  zoo  veel 
ellende ,  nog  veraangenaamd ,  of  ten  minste  zoo 
veel  van  het  onaangename  benomen  heeft:  zoo 


ook  aan  den  heer  bausch  ,  heelmeester  aldaar , 
wien  ik  voor  de  mij  allerwegen  betoonde  hulp 
en  teregtwijzing  veel  verpligt  ben . 

Ten  slotte ,  moet  ik  hier  nog  bijvoegen ,  dat 
om  het  groot  aantal  zieken ,  en  ter  bespoediging 
verscheidene  afkooksels  en  aftreksels  van  ge¬ 
neesmiddelen  vooruit  in  groote  hoeveelheid  wer¬ 
den  gereed  gemaakt ;  van  hier  dat  vele  voor¬ 
schriften  eenigzins  van  den  geivonen  regel  af¬ 
wijken ;  als  Infus.  Arnic, ,  Valerian.  enz • 

En  dit  is  hetgeen  ik  aan  deze  aanteekenin- 
gen  meende  te  moeten  doen  voorafgaan • 

Voor  de  onnaauw keurigheden  van  taal  vraag 
ik  verschooning  ;  en  dat  deze  waarnemingen  nog 
eenig  nut  mogen  stichten ,  is  mijne  hoop • 


Leiden  October 
1832. 


J,  G»  W. 


13e  Cholera  Asialica  vertoonde  zich  in  Sehe- 
veningenhet  eerst  op  den25sten  Junijl.1  ;  deze  ver¬ 
schrikkelijke  ziekte  vond  in  dit  dorp  eene  maar  al 
te  vruchtbare  plek,  want  zoo  er  eene  plaats  is, 
geschikt  ter  verspreiding  eener  heerschende  ziek¬ 
te,  is  het  dit  dorp,  en  ook  in  vroegere  heer¬ 
schende  ziekten,  als  de  roode  loop ,  onderging  het¬ 
zelve  een  buitengewoon  verlies  aan  overledenen. 
Tot  het  verspreiden  derzelve  bragten  de  kleine 
huizen  en  het  groot  getal  in  dezelve  wonende  men» 
schen  zeer  veel  toe,  want  in  één  klein  huisje  wo¬ 
nen  soms  twaalf  menschen  ,  zoodat  wanneer  allen 
te  huis  en  er  geene  leden  van  het  huisgezin  op  zee 
waren  ,  er  ook  geene  ruimte  genoeg  was  ;  de  zinde¬ 
lijkheid  was  in  de  hutten  over  het  algemeen  vrij 
wel ,  dezelve  waren  echter  gewoonlijk  met  netten 
en  door  zeewater  doortrokken  touwen  of  gedroog¬ 
de  visschen  behangen  ,  doch  buiten  en  rondom  de 
huizen  was  de  onzindelijkheid  soms  verregaande. 
Het  getal  zwangere  en  zogende  vrouwen  ,  als  ook 
zeer  oude  menschen  ,  was  bij  het  ontslaan  der  ziekte 
op  dit  dorp  zeer  groot ,  en  vermeerderde  het  ge- 

1 


4 


Be  ziekle  tastte  de  kinderen  in  den  beginne 
slechts  zeer  ligt  aan  ,  en  dezelve  herstelden  spoe¬ 
dig,  slechts  onder  eene  diaphoretiscke behandeling; 
in  het  midden  en  op  het  laatst  der  Epidemie  wer¬ 
den  dezelve  echter  hevig  aangetast,  of  door  Cho - 
lera paralytica  of  door  eenen  opvolgenden,  dikwijls 
doodelijken  typhus ,  en  was  de  sterfte  onder  de 
kinderen  niet  gering, 

Eene  vrouw  nog  na  den  26sten  Augustus  aan¬ 
getast  ,  overleed ,  en  sedert  dien  tijd  is  geen  Cho¬ 
lera  meer  op  Scheveningen  waargenomen,  na  ge¬ 
durende  twee  maanden  aldaar  gewoed  te  hebben. 

Baar  de  verschillende  vormen  of  wijzigingen  der 
Cholera  ,  mij  graden  van  dezelfde  ziekte  schenen 
te  zijn,  welke  door  intensiteit  verschilden  en  naar 
mate  van  deze  een  verschillend  verloop  en  ver¬ 
schillende  kenleekenen  hadden  ,  zoo  maakte  ik 
voor  mij  zelve  in  mijne  aanteekeningen  eene  ver- 
deeling  in  graden,  zoo  als  ik  die  bij  mijne  zieken 
waarnam  ,  welke ,  ofschoon  minder  voldoende ,  ik 
ook  nu  behouden  heb,  dewijl  ik  vertrouw  dat  de 
naam  aan  de  zaak  niets  afdoet  ,  wanneer  van  ie- 
deren  graad  slechts  de  kenleekenen  naauwkeurig 
worden  opgegeven. 

Be  ligtste  graad  was  diarrhoea  eholerica  benigna 
(in  Frankrijk  de  zoogenaamde  Cholerine )  eene 
diarrhaea  namelijk  van  waterachtige  vlokkige  stof, 
zonder  eenige  pijn  in  den  buik ,  met  aan  de  cho¬ 
lera  eigenaardigen  gelaatstrek,  warme  tong,  war¬ 
me  huid  en  weinig  gezonken  pols :  dezen  graad  zou 
men  kunnen  aannemen  als  eerste  stadium  van  alle 
cholera  -  aanvallen  ,  daar  deze  altijd  gedurende  kor- 


ö 


teren  of  Iangeren  tijd  voorafgaat ,  en  zoo  dezelve 
eerst  te  gelijk  met  een  heviger  aanval  bemerkt 
wordt,  ligt  dit  in  de  hevigheid  derzelve,  waardoor 
dit  tijdperk  zoo  verkort  wordt,  dat  het  niet  waar 
te  nemen  is 

Hierop  volgt  de  Cholera  mitior  of  benigna :  de 
verschijnselen  waren  hier  iets  heviger,  en  vooral 
van  de  vorige  onderscheiden  door  de  hier  plaats 
hebbende  braking  van  cholerische  stof,  de  oogen 
waren  ingezonken  ,  de  tong  bleef  echter  warm  , 
de  pols  was  niet  veel  gezonken  ,  doch  krampen  in 
de  ledematen  ,  en  gedurige  braking  en  ontlasting 
van  waterachtige  stof:  door  deze  werden  voorna¬ 
melijk  jonge  menschen  aangetast. 

Veel  heviger  was  de  cholera  maligna  ( er  ethica , 
orgastica ,  propria)  hier  was  de  pols  naauwelijks 
voelbaar  of  geheel  weg,  de  huid  koud  en  verlamd, 
de  tong  koud,  doch  er  was  gedurige  braking  en 
diari'hoea  ,  dus  nog  werking  van  het  darmkanaal, 
er  was  pijn  in  de  hartkuil  bij  ligte  drukking  ,  ge¬ 
voel  van  zwakheid ,  duizeligheid  en  dus  nog  tee-’ 
kenen  van  niet  geheel  en  al  gezonkene  en  ver¬ 
lamde  levenswerkzaamheid.  De  krampen  der  le¬ 
dematen  zijn  hevig  en  de  kleur  des  gelaats  en 
der  handen  is  loodkleurig.  Uit  deze  ontstond 
voornamelijk  de  typhus  cholericus ,  als  derde  sta¬ 
dium. 

Van  deze  verschilde  door  het  ontbreken  der  bra- 
ki  ng  en  vooral  door  het  schielijk  verloop,  de  diar - 
rhoea  cholerica  maligna.  Na  overvloedige ,  soms 
ook  slechts  weinige  ontlasting,  ging  de  pols  da¬ 
delijk  weg,  de  huid  werd  in  eens  koud  en  ver^ 


6 


Iamd  ",  bet  gelaat  was  in  den  hoogsten  graad  cho¬ 
lerisch,  de  tong  koud  ;  er  was  dan  geene  braking 
aanwezig ,  en  zeer  gemakkelijk  ging  deze  in  de 
volgende  >  cholera  paralytica  over. 

In  den  hoogsten  graad  cholera pessima  ( paralyti¬ 
ca  y  asphyctica)  lagen  de  lijders  met  sterk  blaauw 
gelaat  en  blaauwe  handen ,  koude  verlamde  huid  , 
koude  tong,  en  zonder  pols:  de  braking  hield 
weldra  op  en  daarna  de  ontlasting  zonder  eenige 
teekenen  van  reactie,  zoodat  er  volkomene  verlam¬ 
ming  van  het  darmkanaal  plaats  bad. 

Cholera  sicca  is  bier  niet  waargenomen,  alsook 
geen  vrmitus  Cholericus ;  in  twee  gevallen  bij 
kinderen  zag  ik  den  aanval  met  braking  en  alle 
verschijnselen  der  Cholera  beginnen,  zonder  eeni¬ 
ge  voorafgegane  of  bijkomende  diarrhoea ,  na  een 
etmaal  kwam  echter  ook  diarrhoea  1  zoodat  dit 
tot  Licht  enstddts  vomilus  (Cholericus  niet  kan 
gebragt  worden.  Van  deze  graden  kwamen  de 
diarrhoea  Cholerica ,  en  Cholera  maligna  bet  mees¬ 
te  voor. 

De  diarrhoea  Cholerica  henigna  de  Jigste  graad 
van  Cholera ,  werd  nog  al  veel  waargenomen , 
doch  moet  wel  onderscheiden  worden  van  de 
bilieuse  diarrboeën  ,  die  gedurende  het  heerschen 
der  ziekte  alhier  insgelijks  veelvuldig  waren. 

Erkenning. 

Dezelve  kenschetste  zich,  door  eene  overvloe¬ 
dige  ontlasting,  van  eerst  gele,  daarna  waterach¬ 
tige  vlokkige  stof,  het  gelaat  verbleekte,  en  kreeg 


7 


in  eenen  geringen  graad  de  trekken  van  een  fa* 
cies  Cholerica ,  de  bogen  zonken  een  weinig  in  , 
de  tong  was  meestal  blaauw-  wit  beslagen,  de 
dorst  hevig ,  een  drukkend  gevoel  in  de  hart¬ 
kuil  ,  rommelingen  in  den  buik ,  geene  of  weinige 
krampen  in  de  ledematen ,  doch  loomheid  der 
beenen ,  de  urienloozing  was  schaars,  of  reeds 
opgehouden,  de  pols  altijd  goed  voelbaar,  de 
huid  bleef  warm,  kreeg  ten  minsten  die  koude 
niet ,  doch  bij  oude  aan  dezen  graad  lijdenden 
werd  eene  huidplooi  waargenomen. 

Voorzegging. 

Deze  was  over  het  algemeen  gunstig,  en  hing 
voornamelijk  af,  van  de  tijdig  en  doelmatig  aan- 
gebragte  hulp,  dewijl  door  deze  alleen,  de  over- 
gang  in  eenen  anderen  Cholera  -  graad  kon  voor¬ 
gekomen  worden.  Als  goede  teeltenen  waren  aan 
te  merken  ,  een  warm  zweet ,  verminderende  ont¬ 
lasting  bij  warmer  wordende  huid ,  en  zich  ont¬ 
wikkelenden  pols ,  voornamelijk  echter  het  ver¬ 
schijnen  van  gekleurde  stoelgangen.  Kwade  tee^ 
kenen  waren  :  koud  zweet ,  zeer  drooge  huid  bij 
naauwkeurige  diaphoretische  behandeling ,  gedu¬ 
rige  ontlasting  van  Cholerische  stof  met  minder 
wordenden  pols,  vooral  sterk  geeuwen,  gevoel 
van  vermoeijenis ,  tegelijk  met  slapeloosheid,  en 
zwakker  wordende  stem  ,  welke  den  overgang  in 
heviger  graad  aankondigen. 


8 

Y  EKLOO  P, 

Het  verloop  van  deze  was  kort,  dezelve  ging 
weldra  in  herstelling  of  in  eenen  anderen  Cho~ 
lera  -  graad  over:  na  24  uur  had  men  gewoonlijk, 
nadat  het  gelukt  was  een  warm  zweet  voor  den 
dag  te  brengen,  den  overgang  in  herstelling;  de  ont¬ 
lasting  werd  dan  minder,  de  pols  klom,  de  oogen 
stonden  helderder,  de  ontlasting  werd  gekleurd, 
hierna  volgde  of  een  status  gastricus ,  bij  kinde¬ 
ren  wel  eens  typhus ,  of  de  gekleurde  dunne  ont¬ 
lastingen  hadden  nog  eenige  dagen  plaats,  en  de 
lijder  herstelde  in  drie  tot  zes  dagen.  Gelukte  het 
echter  niet  deze  wending  te  bewerken ,  dan  ging 
dezelve  in  eenen  anderen  graad ,  meest  Cholera 
maligna  over. 

Behandeling. 

Aan  de  aanwijzing  om  de,  welligt  ten  gevol¬ 
ge  van  eene  aandoening  van  de  zenuwen  des  on- 
derbuiks,  verhoogde  werkzaamheid  der  ingewan¬ 
den  te  matigen ,  en  deze  ziekteaandoening  af  te 
leiden  werd  voldaan  ,  voornamelijk  door  de  huid 
uitwaseming  als  functio  vicaria  te  bevorde¬ 
ren  ,  en  den  motus  antiperistalticus ,  te  bewer- 
ken. 

Ik  vond  de  lijders  gewoonlijk  nog  op  de  been, 
en  ofschoon  dezelve  dikwijls  met  moeite  eenige 
schreden  konden  gaan  ,  waanden  zij  zich  niet  ziek 
genoeg  om  naar  bed  te  gaan ,  en  nooit  wilde 
va  n  lijder  zich  in  dezen  slaat  naar  het  hospitaal 


9 


* 


begeven  ;  dit  is  de  rede ,  waarom  men  daar  zeer 
zelden  eenen  patiënt  door  dezen  liglen  graad  aan¬ 
getast ,  zal  aantreffen.  Ik  liet  den  lijder  nu  naar 
bed  gaan,  zoo  de  huid  droog  was,  of  cenigzins 
koud,  werden  er  heete  kruiken  naast  het  lichaam 
gelegd:  zoo  er  eene  fout  in  de  dieet  voorafgegaan , 
of  eene  biltere  smaak  in  de  mond  was,  of  ook 
bij  sterke  neiging  tot  braken  werd  een  braakmid¬ 
del  voorgeschreven  ,  bestaande  in  een  scrupel  of 
half  drachma  tpecacuanha .  Hierna  werd  eerst  eene 
groote  hoeveelheid  waterachtige  stof,  dan  genoten’ 
drank,  naderhand  mee  gal  gemengd  uitgebraakt: 
gedurende  de  braking  werd  de  pols  klein ,  doch 
nadat  die  opgehouden  had,  ontwikkelde  de  pols 
zich :  den  lijder  werd  nu  om  het  half  uur  een 
kopje  aromatische  thee,  zijnde  een  aftreksel  van 
jlores  chamom.  en  herbet  menth.  crisp.  met  een  lepel 
spiritus  Mindereri  toegereikt,  I)e  huid  werd  dan 
klam,  en  weldra  volgde  een  rijkelijk  warm  zweet, 
de  ontlasting  verminderde  en  werd  gekleurd  ;  zoo  de¬ 
ze  ontlasting  wat  bovenmatig  bleef ,  werd  den  lij* 
der  eene  solutio  saleb  voorgeschreven  met  ipecacu - 
anha  en  tinct.  opii ,  naar  omstandigheden  met  vi - 
7ium  antimon»  extract .  columbo ,  tinct.  cinnam . 
spir.  sal  ammon.  anis .  enz.  waarna  dan  ook  deze 
gewoonlijk  ophield  en  de  lijder  herstelde.  Zoo  er 
na  het  braakmiddel  hyperemesis  volgde,  werden 
bruisch  -  poeders  tot  het  stillen  derzelve  aangewend. 
Was  er  echter  geene  aanwijzing  tot  een  braakmid¬ 
del ,  dan  werden  dadelijk  in  eene  infusio  chamom. 
decoct .  alth.  of  solutio  saleb.  tpecacuanha  3— 8gr. 
en  tinct.  opii  xv — xxv  druppels  voorgeschreven  , 


10 


om  sterk  op  de  huid  te  werken  :  hierna  volg  !e 
dan  ook  gewoonlijk  een  sterk  zweet  ,  de  tong 
werd  zuiver,  rood,  en  daarna  geel  beslagen,  de 
ontlastingen  werden  gekleurd,  doch  bleven  dik¬ 
wijls  nog  zeer  overvloedig;  somtijds  was  nu  eerst 
een  braakmiddel  aangewezen,  wanneer  namelijk 
de  tong  bruin  of  zelfs  groen  werd ,  er  mislijkheid 
volgde  ,  en  de  ontlasting  ophield  :  door  een  braak¬ 
middel  in  dit  geval  uit  ipecaouanlia  en  tartarus 
emet, ,  werd  eene  groote  hoeveelheid  gal  uitge¬ 
braakt  ,  de  ontlasting  hield  dan  gewoonhjk  op  en 
moest  nu  verder  door  eccoprotica  acida  bevorderd 
worden ,  dezelve  werd  dan  zwart  en  stinkend  , 
groen  en  eindelijk  normaal,  of  zoo  ze  na  het 
braakmiddel  nog  zeer  dun  bleef ,  werd  eene  satu- 
ralie  van  sal  tart .  en  succ.  citri  in  eene  infusio 
chamomillae  voorgeschreven  ,  onder  welk  gebruik 
de  lijder  herstelde. 

Het  spreekt  evenwel  van  zelve  dat  de  behande¬ 
ling  naar  verschillende  omstandigheden  ,  ook  ver¬ 
schilde :  het  is  van  veel  belang  te  rekenen,  dat 
men  in  dezen  staat  der  ziekte  geroepen  wordt ,  daar 
het  gemakkelijker  is  een’  heviger  graad  voor  te  ko¬ 
men,  dan  te  herstellen,  en  deze  diarrhoea  Chole - 
rica  ,  hoe  weinig  gevaarlijke  verschijnselen  dezelve 
ook  schijne  te  hebben ,  zonder  geneeskundige  be¬ 
handeling  stellig  in  eenen  hevigen  graad  overgaat. 

Den  24sten  Julij ,  des  namiddags,  werd  ik 
bij  zekere  vrouw  van  der  Toorn ,  ongeveer 
52  jaren  oud,  geroepen;  zij  had  reeds  vier  da¬ 
gen  aan  eene  gewone  diarrhoea  geleden. 

De  ontlasting  die  tot  dezen  ochtend  gekleurd 


V 


11 


was  geweest ,  was  rm  volgens  de  beschrijving  der 
omstanders  als  rijstwater,  en  de  vrouw  was  daarop 
dadelijk  zoo  zwak  geworden ,  dat  zij  op  hare  bee- 
nen  niet  meer  konde  staan.  Een  pot  met  water¬ 
achtige  vlokkige  ontlasting,  toonde  mij  ook  reeds, 
wat  hier  gaande  was. 

De  patiënte  was  te  bed  ,  had  nog  gedurig  derge¬ 
lijke  ontlasting,  het  gelaat  was  bleek  ingevallen, 
de  oogen  een  weinig  ingezonken  ,'  de  tong  blaauw- 
wit  beslagen  ,  sterke  dorst ,  de  smaak  was  goed  , 
de  huid  koud,  en  eene  gemaakte  huidplooi  bleef 
vrij  lang  staan ,  de  pols  klein  en  zwak ,  de  urien- 
loozing  had  dien  dag  nog  geen  plaats  gehad;  er 
was  geene  fout  in  de  dieet  begaan  ,  noch  eenige  an¬ 
dere  gelegenheidsoorzaak  te  vinden.  Ik  liet  war¬ 
me  kruiken  naast  het  ligchaam  en  sterke  mostaard- 
pappen  aan  de  kuiten  leggen  en  schreef  eene  so- 
lutio  saleb  voor  met  spir.  Min  cl. ,  tinct .  opii ,  en 
ipecacuanha .  Als  drank  werd  Chamom.  thee  of 
rijstwater  toegediend. 

’s  Avonds  ten  9  uur.  De  patiënte  is  reeds  veel 
beter,  de  huid  is  overal  warm,  een  warm  zweet 
over  het  geheele  ligchaam  ,  het  gelaat  verliest 
reeds  den  zoo  eigenaardigen  Cholerischen  trek , 
de  diarrhoea  is  minder ,  er  is  een  weinig  heldere 
urine  geloosd.  Ik  liet  met  hetzelfde  middel  voorl- 
gaan. 

Den  25sten  des  ochtends  om  6  uur  was  de  diar¬ 
rhoea  overvloediger  doch  gekleurd  ,  het  gelaat  ech¬ 
ter  meer  verbleekt ,  de  tong  zuiver  maar  koud , 
de  pols  veel  minder  als  den  vorigen  avond.  Ik 
schreef  hetzelfde  met  iets  meerder  prikkel  voor, 


12 


namelijk  eene  infasio  flor,  arnicac  in  plaats  van 
eene  solutio  saleb, 

Des  middags  om  twee  uur,  vond  ik  de  patiënte 
wederom  in  een  warm  zweet,  het  gelaat  beter, 
de  oogen  vooruitgekomen  ,  de  pols  sterker ,  de  di - 
arrkoea  die  ten  laatste  groen  was  geworden,  had 
opgehouden ,  de  tong  begon  beslagen  te  worden. 
Hetzelfde  medicament. 

Hen  26slen  Julij,  bevond  de  patiënte  zich  veel 
beter,  de  pols  was  nu  gelijkmatig,  doch  nog 
zwak,  de  tong  was  geel  beslagen,  de  dorst  sterk, 
de  ontlasting  weder  overvloedig  ;  hetzelfde  mid¬ 
del  werd  gebruikt. 

Hen  27sten.  He  lijderes  is  genoegzaam  hersteld, 
de  ontlastingen  zijn  minder  en  reeds  meer  ge¬ 
bonden  ,  de  eetlust  is  teruggekeerd  ,  de  dorst 
minder,  de  tong  echter  geelachtig  beslagen.  Als 
voedsel  werd  gekookte  karnemelk  toegestaan, 
en  twee  dagen  daarna  werd  de  patiënte  als  her¬ 
steld  opgegeven. 

L.  Kuiper  ,  eene  hoog  zwangere  vrouw  van 
26  jaren ,  werd  in  den  avond  van  den  17den 
Augustus  door  diarrhoea  aangetast ,  de  ontlasting 
was  gekleurd,  de  tong  wit  beslagen,  de  urien- 
loozing  had  plaats,  de  pols  was  niet  zwak,  het  ge¬ 
laat  niet  Cholerisch ,  en  de  patiënte  had  zich  dien 
dag  verkoeld. 

Eene  solutio  saleb  met  spir  Mind,  tinei,  o  pit , 
en  ipecac.  werd  voorgeschreven. 

Hen  18den  Aug.  des  morgens.  He  patiënte  be¬ 
vindt  zich  erger,  het  gelaat  is  een  weinig  inge¬ 
vallen,  de  huid  is  droog,  de  tong  vochtig  en 


13 


koel »  de  stem  zwakker,  de  ontlasting  die  gis¬ 
teren  alles  behalve  Cholerisch  was,  is  nu  water 
met  een  bezinksel  van  vlokjes,  de  pols  is  zeer 
zwak.  Er  worden  warme  kruiken  langs  het  lig- 
chaam  en  mostaardpappen  aan  de  kuiten  ge* 
?  aan  de  hevige  dorst  wordt  met  rijstwater 
of  Chamomillen  -thee  voldaan.  Hetzelfde  middel 
wordt  toegediend. 

Des  avonds.  De  huid  is  warm,  de  pols  klimt, 
de  tong  wordt  droog  en  warm.  Hetzelfde  middel. 

Den  19  August.  De  lijderes  gevoelt  zich  iets 
beter,  de  huid  is  overal  warm,  en  uitwasemen¬ 
de,  de  pols  veelvuldig  en  koortsachtig,  het  ge¬ 
laat  gekleurd,  de  tong  droog  en  gee  beslagen, 
de  smaak  bitter,  mislijkheid,  pijn  in  de  hart¬ 
kuil,  gedurige  ontlasting  van  groene  dunne  stof; 
de  urienloozing  heeft  weder  plaats. 

R.  pulv.  rad.  ipecac.  dr.  (3 
Sacch.  alb.  scr.  j. 

m.  f.  pulv.  N°.  3. 

S.  Alle  \  uur  een  poeder. 

Des  avonds.  Na  het  braakmiddel  is  geel  groene 
galachtige  stof  uitgebraakt,  de  tong  is  zuiverder, 
de  smaak  in  den  mond  nog  bitter,  de  eetlust  komt 
terug,  de  ontlasting  is  sedert  het  braken  opge¬ 
houden,  de  pols  nog  koorstachtig,  de  huid  warm. 

R.  sal.  tartar.  dr.  i  (3 

acet.  vini  q.  s.  ad  perfect,  sat. 
Infus.  Chamom.  unc  vj. 

Syr,  alth.  unc  j. 

D,  S.  Alle  uur  een  lepel. 


14 


I)cn  20sten.  De  lijderes  is  genoegzaam  her¬ 
steld,  de  oogen  staan  reeds  helder,  het  gelaat 
is  gekleurd,  de  pols  nog  zwak,  de  ontlasting 
heeft  eenmaal  plaats  gehad,  en  was  gebonden, 
met  het  laatste  middel  voortgaande,  herstelde  de 
patiënte  kort  daarna. 

De  Cholera  benigna ,  na  diarrhoca  Choler.  benig - 
na  ,  den  ligtsten  graad ,  had  voornamelijk  plaats  bij 
jonge  menschen ,  en  in  het  afnemen  der  epidemie. 

Erkenning. 

Men  merkt  in  dezelve  op:  sterke  braking  en 
ontlasting  van  vlokkige  waterachtige  stof,  kram¬ 
pen  in  de  kuiten  ,  soms  pijn  in  de  lendenen,  de  huid 
blijft  warm,  of  is  slechts  voor  eenen  korten  tijd 
koud ,  de  pols  is  gezonken  en  onderdrukt  ,  doch 
altijd  goed  voelbaar,  het  gelaat  is  ingevallen  ,  doch 
niet  loodkleurig,  geen  koude  neus,  de  tong  is 
zuiver  of  beslagen  maar  altijd  warm,  de  stem  is 
slechts  weinig  verzwakt  en  dadelijk  bij  den  aan¬ 
val  is  min  of  meer  slaapzucht  aanwezig ,  de  urien- 
loozing  heeft  geen  plaats. 

Voorzegging 

De  voorzegging  is  vrij  gunstig  en  de  meeslen  wor¬ 
den  hersteld,  vooral  om  dat  men  gewoonlijk  met 
jonge  menschen  te  doen  heeft.  Als  goede  teeke- 
nen  zijn  te  beschouwen:  een  warm  zweet,  ruimer 
wordenden  pols,  geel  beslagene  tong,  groene  bra- 
kingen;  als  kwade,  koud  wordende  tong,  vermin • 
derenden  pols,  onrust,  blaauwe  kleur,  kortom 


15 


de  verschijnselen  die  den  overgang  in  Cholera  tnaltg- 
na  aanduiden. 

Verloop. 

Men  Icon  in  dezen  graad  drie  tijdperken  waarne» 
men.  Het  eerste  tijdperk  was  de  aanval  zelve ,  het 
tweede  de  reactie ,  in  het  derde  hadden  de  plaat¬ 
selijke  bloedophoopingen  plaats. 

In  het  eerste  tijdperk  nam  men  dewoornoemde 
verschijnselen  waar,  welke  na  eemgen  tijd  ge¬ 
duurd  te  hebben  of  in  eenen  anderen  graad  of  in 
het  tweede  tijdperk  overgingen;  dit  kon  gerekend 
worden  aanwezig  te  zijn,  wanneer  de  pols  klom, 
veelvuldig  en  snel  werd,  een  zweet  uitbrak,  de 
huid  warm  werd,  de  braking  ophield,  en  de  tong 
rood  en  droog  was.  Het  derde  tijdperk,  het  sta¬ 
dium  congestionum  ,  is  die  staat  waar,  na  de  reac» 
tie  de  bloedmassa  ongelijk  verdeeld  wordt ;  naarmate 
nu  bloedophooping  naar  het  hoofd,  de  longen, 
de  lever,  of  de  ingewanden  plaats  heeft,  ver¬ 
schillen  de  verschijnselen  en  is  er  of  typhus ,  of 
een  status  bilioso  -  ga^stricus  ,  of  apoplexia  pul - 
monum%  of  ontsteking  der  ingewanden  aanwezig. 
Het  meeste  heeft  de  bloedophooping  naar  het 
hoofd  of  de  lever  plaats 

Somtijds  was  er  in  het  derde  tijdperk  geene  ster- 
ke  congestie,  hield  de  ontlasting  op  en  werd 
gebonden  ,  en  herstelde  de  lijder  weldra. 

Behandeling. 

De  behandeling  in  het  eerste  tijdperk,  waarin 


men  den  lijder  gewoonlijk  vond,  bestond  in  het 
toedienen  van  eene  infusio  diaphoretica  van  flor . 
chamom.  en  herb.  menth .  crisp.  met  spiritus  Mind. 
of  liquor  corn,  c,  succ.  en  tegelijk  indien  de  kram¬ 
pen  hevig  waren  het  volgende , 

R.  flor.  zinc.  gr.  viij  —  xvj 
opii  crud.  gr.  ij 

sacch.  alb.  dr.  j  (3 
mf.  pulv.  aeq.  N°.  8. 

S.  Alle  uur  een  poeder. 

Na  het  gebruik  van  de  flores  zinci  bedaarden 
de  krampen ,  en  deze  hoewel  symptomatische  aan¬ 
wending  werd  hier  van  het  grootste  nut  bevonden , 
daar  het  de  lijders  van  eene  onaangename  gewaar¬ 
wording,  die  zij  door  ellendig  kermen  te  kennen 
geven,  bevrijdde  en  in  geen  geval  bijna  dit  mid¬ 
del  zijn  doel  miste.  Niet  altijd  werd  hetzelve  in 
vereeniging  met  opium  gegeven  ,  vooral  niet  in  vol¬ 
bloedige  gestellen,  daar  men  ook  na  dezen  vorm, 
typhus  te  vreezen  heeft.  Als  drank  werd  rijst 
water,  of  thee  in  ruime  mate  toegestaan ,  hetwelk 
meestal  werd  uitgebraakt. 

Na  12 — 24  uur  volgde  de  reactie,  de  lijder 
werd  zeer  warm,  de  pols  verhief  zich,  een  warm 
zweet  bedekte  het  ligchaam  en  het  tweede  tijdperk 
was  daar.  Ingevalle  nu  de  reactie  niet  volgde , 
de  pols  minder  werd,  en  de  braking  voortduur¬ 
de  ,  werd  het  subnitras  bismut kt  gegeven ,  ge- 
woonlijk  in  deze  gift. 


17 


R.  Magister.  Bismuthi  gr.  xfj 
Extr.  Hyosc.  gr.  viij 
Eiaeosacch.  raenlh.  pip.  dr.  j 
ro.  f.  pulv.  N°.  6. 

S,  Alle  uur  een  poeder. 

Er  scheen  in  dit  geval  veel  op  aan  te  komen , 
op  wat  tijdstip  men  dit  middel  aanwendde,  te  vroeg 
of  te  laat  gegeven  had  het  geene  goede  uitwer¬ 
king.  Dit  tijdstip  kon  gerekend  worden  daar  te 
zijn: 

wanneer  de  aanval  ten  minsten  zes  uren  ge¬ 
duurd  had  en  er  reeds  veel  uitgebraakt  was, 
want  ofschoon  men  deze  brakingen  moeijelijk  mo- 
hmina  naturac  kan  noemen,  zoo  is  toch  dit  waar, 
dat  men  de  natuur  in  dezen  eerst  zijnen  loop  moet 
laten  en  dat  na  te  vroeg  gestilde  braking  de  ziek¬ 
te  zelden  eene  goede  wending  neemt,  iets  hetgeen 
ik  tot  mijn  eigen  nadeel  in  sommige  lijders  heb 
ondervonden  ;  het  was  daarom ,  dat  drank  wel¬ 
ke  die  ook  was ,  vóór  dit  tijdstip  in  ruime  ma¬ 
te  werd  toegestaan ,  om  deze  brakingen  zelfs  nog 
te  bevorderen. 

2®.  Vóór  dat  de  braking  van  zelfs  ophoudt, 
want ,  wanneer  dit  plaats  vindt ,  heeft  men  beginnen¬ 
de  verlamming  van  de  maag  ,  en  werkt  het  middel 
niets  meer  uit :  of  zoo  tegelijk  de  pols  begint  te 
klimmen ,  en  dus  tegelijk  met  de  reactie  de  braking 
ophoudt  ,  dan  komt  hetzelve  niet  meer  te  pas. 

iV.  Wanneer  na  6 — 12 — 24  uren  ,  naar  mate  van 
den  toestand  des  lijders  geene  reactie  plaats  had , 
de  verschijnselen  van  slechter  aard  werden  ,  de  pols 

2 


18 


namelijk  zeer  verminderde ,  de  huid  koud  werd 
enz.  terwijl  de  braking  voortduurde. 

4°.  Wanneer  na  reeds  hegonnene  reactie  de 
braking  voortduurde  en  den  lijder  uitputte  ,  en 
de  pols  weder  begon  te  zinken.  Be  braking  bier 
bedoeld  is  die  van  waterachtige  (Cholerische) 
stof;  groene  galachtige  brakingen ,  die  in  helder¬ 
de  tijdperk  voorkwamen ,  werden  niet  tegenge¬ 
gaan  ,  en  zoo  dit  al  noodig  was,  dan  nog  door 
eene  polio  Riverii. 

Na  het  gebruik  van  het  magisterium  bismui/ii, 
werd  het  drinken  slechts  bij  een  lepel  te  gelijk 
toegediend,  omdat  hetzelve  anders  niet  kon  wer¬ 
ken  en  de  braking  na  eene  te  groote  hoeveelheid 
drank  evenwel  volgde.  Na  de  tweede  gift  hield 
de  braking  gewoonlijk  reeds  op  ,  en  daarna  volgde 
dan  weldra  reactie ,  de  huid  werd  warm,  de  lijder 
begon  te  zweten  ,  de  pols  klom  ,  en  de  ontlastingen 
hielden  op  ;  dil  voorschrift  nu  werd  na  eenen  hal  ven 
dag  herhaald. 

Het  zij  nu  deze  reactie  voortgebragt  worde,  door 
het  stillen  der  braking  op  het  juiste  tijdstip,  het¬ 
zij  door  eene  eigenaardige  werking  van  liet  ma - 
(jistenum  bisfimthi  op  de  zenuwen  der  maag  en 
ingewanden ,  steeds  zagen  wij  na  dit  middel 
ter  regter  tijd  gegeven ,  reactie  volgen. 

Het  tweede  tijdperk.  Be  reactie  was  nu  daar , 

«  <* 

de  tong  werd  rood  ,  droog ,  en  was  warm ,  de 
ontlasting  hield  op,  het  gelaat  werd  gekleurd  , 
somtijds  hoog  rood,  de  oogen  werden  helder,  de 
huid  overal  warm  en  uitwasemende ,  de  pols 
werd  ontwikkeld  en  snel  ,  de  lijder  gevoelde  zich 


19 


soms  benaauwd ,  en  klaagde  over  pijn  in  de  hart¬ 
kuil.  In  dezen  staat  moest  naauwkeurig  acht  ge¬ 
geven  worden  op  den  pols  en  de  beginnende  tee- 
kenen  van  congestien ;  zoo  er  slaapzucht  met  ont- 
wikkelden  pols  werd  waargenomen  ,  werd  dadelijk 
eene  aderlating  gedaan  ,en  koude  fomentatien  op  het 
hoofd  gelegd  ,  dewijl  men  dan  typhus  ,  vooral  bij 
kinderen  te  vrezen  had.  Be  warme  kruiken  werden 
onderiusschen  weggenomen,  en  nieuwe  sterke mos- 
taardpappen ,  of  spaanschevliegpleisters  aan  de 
kuiten  gelegd.  Als  inweadig  middel  werd  eene 

infusio  chamom ,  of  decoctum  alth. ,  met  snit'.  Mind 
of  %.  roi.  ,aJuci  >oo“;; 

schreven  ,  en  somtijds  werd  om  de  galafscheiding 

te  bevorderen  ,  unguentum  Neapolit.  in  de  lever” 
streek  ingewreven. 

De  lijder  kwam  nu  in  hel  derde  tijdperk:  de 
tong  werd  geel ,  bruin  ,  of  soms  groen  beslagen 
de  smaak  werd  bitter  onaangenaam  ,  er  was  mis’ 
ij k hem ,  pijn  in  de  leverstreek  ,  geene  ontlasting 
doch  meestal  urien  - loozing  ,  de  pols  koortsachtig, 
de  huid  zeer  warm  en  droog,  somtijds  hoog  rood 
en  brandend,  het  begin  eens  uitslags  dat  dikwijls 

met  tot  ontschubbing  kwam ,  en  in  bloei  staande 

veel  van  gewone  urticaria  had. 

Somtijds  sterke  drukkende  pijn  in  de  hartkuil, 
die  door  uitwendige  drukking ,  als  ook  door  de 
inademing  vermeerderd  werd  ,  congestie  naar  de 
longen  ,  het  hoofd  of  den  buik. 

In  dit  tijdperk  verschilde  de  behandeling  naar 
mate  dc  congestien  naar  deze  of  gene  deelen  plaats 
hadden :  was  de  tong  dik  en  groen  beslagen  met 


bitteren  smaak ,  en  koortsachtige  pols ,  dan  had 
de  congestie  naar  de  lever  plaats,  en  er  vertoonde 
zich  een  status  hilioso  -  gasiricus ,  welke  het  meeste 
na  dezen  graad,  doch  in  meerdere  of  mindere 
mate  na  allen  voorkwam.  De  rede  hiervan  is  wel- 
ligt  de  volgende.  De  galsecretie  gaat  gedurende 
de  aanval  van  Cholera  voort ,  de  excretie  is  echter 
belet  ,  bewijzen  hiervan  zijn  de  steeds  sterk  ge¬ 
vulde  galblaas  bij  lijken  van  in  den  aanval  zelve 
gestorvenen ,  en  de  kleurloosheid  der  ontlastingen. 
Na  de  reactie  worden  de  galbuizen  ontsloten  ,  de 
gal  in  menigte  in  den  twaalfvingerigen  darm  en 
maag  uitgestort ,  en  de  galafscheiding  door  con¬ 
gestie  naar  de  lever  nog  vermeerderd ;  de  inge¬ 
wanden  nu  in  eenen  min  of  meer  torpiden  staat 
zijnde  ,  wordt  de  gal  niet  weg  gevoerd,  doch  blijft 
hangen,  gedeeltelijk  schijnt  dezelve  in  de  bloed¬ 
massa  te  worden  opgenomen  ,  waardoor  een 
koortsachtige  toestand  en  een  uitslag  bewerkt 
wordt,  hetwelk  soms  verheven  is,  soms  echter 
roode  niet  verhevene  vlammen  op  de  huid  vormt, 
veel  naar  een  zomeruitsïag  gelijkt,  zelden  tot  ont- 
schubbing  komt  en  ailengskens  verdwijnt. 

In  dezen  staat  zoude  een  braakmiddel  ,  om  deze 
overvloedige  gal  uit  te  werpen  ,  vooral  aangewe¬ 
zen  zijn ,  zoo  men  daar  door  niet  waagde ,  dat 
gcene  te  verhezen  ,  wat  men  nu  reeds  gewonnen 
heeft.  Ik  ondervond  tamelijk  dat  de  lijders  door 
deze  geweldige  schudding ,  ten  minsten  oogen- 
schij olijk  weder  op  den  rand  des  grafs  gebragt 
werden,  daar,  na  het  braakmiddel  wel  vele  groe¬ 
ne  brakingen  volgden  ,  maar  de  toestand  der  lij- 


21 


ders  zoo  verminderde  en  de  pols  zoo  klein  werd  , 
dat  ik  voor  het  behoud  der  patiënten  vreesde, 

In  vier  dergelijke  gevallen  gaf  ik  een  braakmid¬ 
del  ,  waarbij  ik  voornoemden  teruggang  in  den  toe¬ 
stand  der  lijders  waarnam,  en  met  weini0*  ver- 

i  o 

legen  geraakte,  doch  nadat  eene  menigte  groene 
gal  was  uitgebraakt,  werd  eene  polio  Riverii  voor¬ 
geschreven  ,  hield  de  braking  op  en  herstelden  de 
lijders  spoedig,  In  alle  andere  gevallen  durfde  ik 
niet  weder  tot  een  braakmiddel  overgaan ,  wan¬ 
neer  de  pols  niet  zeer  geklommen  was,  en  zocht 
ik  oeze  slolien  langs  eenen  anderen  weg  onscha¬ 
delijk  te  maken  en  uit  te  drijven:  hiertoe  werd 
gewoonlijk  eerst  Mercurius  Baleis  en  Rheum  , 
daarna  eccoprotiea  aeicla  en  tempevantia  gegeven, 
als  pulp,  eassiae  ,  extv  gram. ,  Rheum  ,  Magne¬ 
sia  ^  cremor,  iavt ,  ,  pulv»  tervestr.  enz,  ,  waarna 
dan  zwarte  stinkende  en  naderhand  groene  ont¬ 
lastingen  volgden,  de  tong  langzamerhand  zuiver¬ 
der  werd  ,  de  eetlust  terug  kwam  en  de  lijder 
herstelde»  De  herstelling  volgde  veel  langzamer 
na  deze  behandeling,  als  na  een  braakmiddel. 

Deze  bilieus  -  gastrische  toestand  ten  gevolge  van 
congestie  naarde  lever,  had  meestal  na  dezen  graad 
der  ziekte  plaats,  en  ofschoon  ook  wel  eens  con- 
gestien  naar  andere  deelen  als  de  longen  ,  het 
hoofd  ,  of  de  huik  plaats  hadden  ,  zoo  volgden 
deze  toch  heviger  na  de  Cholera  maligna ,  of 
ei  elhiea ,  waarom  over  deze,  hij  de  behandeling 
van  dien  graad  ,  de  rede  zal  zijn.  Tot  opheldering 
voeg  ik  hier  een  paar  ziektegeschiedenissen  hij. 


22 


Schevemngen» 

C koléra  benigna . 

x  i 

De  dochter  van  Cornelis  van  der  Toorn  ,  23  jaar 
oud ,  werd  den  2den  Augustus  door  de  Cholera 
aangetast;  om  tien  uur  des  ochtends  daar  geroe¬ 
pen  zijnde,  vond  ik  de  patiënt  met  de  volgende 
verschijnselen.  Gedurig  braken  en  ontlasten  van 
de  eigenaardige  vlokkige  stof,  ingevallen  gelaat, 
ingezonken  oogen  ,  de  tong  zuiver  en  warm ,  als 
ook  de  huid ,  behalve  de  voeten ,  volgens  verhaal 
der  omstanders  was  de  lijderes  koud  geweest ;  de 
pols  was  klein,  doch  voelbaar,  geene  urien- 
loozing,  weinig  krampen,  Be  patiënt  werd  warm 
gedekt  ,  er  werden  mostaardpappen  aan  de  kuiten 
gelegd,  veel  drinken  meest  koud  water,  toege¬ 
diend  en  eene  infusio  ckamomiilae  met  spira 
Minder .  en  pulv .  Boveri  voorgeschreven. 

Des  avonds  vond  ik  de  patiënt  ongeveer  in  den- 
zelfden  staat,  de  braking  duurde  voort,  de  ont¬ 
lasting  was  wat  minder.  Dezelfde  behandeling. 

Den  3den  Augustus  des  ochtends  was  de  lijde¬ 
res  veel  minder  ,  het  gelaat  meer  ingevallen  ,  de 
pols  zeer  klein  ,  de  huid  min  of  meer  koud ,  de 
tong  was  echter  nog  warm  ,  de  braking  voortdu¬ 
rende.  Er  werd  voorgeschreven  : 

R.  Ma  gist  Bismuth.  gr.  xij. 
Extr.  Hyosc.  gr.  viij. 
Elaeos.  menth.  pip.  dr.  j. 
m.  f.  pulv  N°.  6. 

S.  Alle  uur  een  poeder. 


Des  avonds.  De  braking  beeft  na  bet  gebruik 
van  het  Magisterium  Bismuthi  opgehouden ,  doch 
is  nu  teruggekomen  na  dat  het  middel  opgebruikt 
was,  de  pols  is  aanmerkelijk  gerezen,  de  geheele 
huid  is  warm ,  de  tong  is  rood  en  warm  ,  de  dorst 
sterk,  pijn  in  de  hartkuil,  doch  de  braking  weder 
gedurig.  Een  spaanschevliegpleister  werd  op  de 
hartkuil  gelegd ,  en  de  poeders  van  Magister . 
Bismuthi  werden  herhaald. 

Den  4den  Augustus  des  morgens.  De  patiënt  is 
veel  beter  ,  de  pols  gelijkmatig  en  sterker ,  de  huid 
warm  en  uitwasemende,  de  tong  droog  en  geel 
beslagen  ,  de  dorst  sterk ,  er  is  eenmaal  urine  ge¬ 
loosd  ,  en  cene  gekleurde  zeer  dunne  stoelgang  ge¬ 
weest. 

R.  Solut.  saleb.  unc.  vj, 

Spir.  Mind.  unc.  ij. 

Syr.  pap.  rbaead.  unc.  6. 
m.  d.  s.  Alle  uur  een  lepel. 

Des  avonds.  De  lijderes  is  zeer  warm  ,  en  on¬ 
rustig  ;  de  pols  koortsachtig ,  de  tong  warm  ,  droog 
en  bruin  beslagen  ,  eris  gekleurde  dunne  ontlasting 
geweest* 

Den  5den  Augustus.  De  patiënt  heeft  cene  zeer 
onrustige  nacht  doorgebragt.,  is  nu  echter  beter ; 
de  pols  is  regelmatig ,  de  tong  bruin  beslagen , 
een  onaangename  smaak  in  de  mond  ,  sedert 
gisteren  is  er  geene  ontlasting  geweest.  Haar  wordt 
een  eccoproticum  voorgeschreven  uit  exlr,  gram, 
cremor,  tart .  rheum  ,  cn  oxymel  simpt ,  bestaan¬ 
de  ,  waarna  vele  zwarte  en  groene  ontlastingen 


24 


volgden  en  de  lijderes  herstelde  weinige  dagen 
daarna. 

Schevemngen , 
Cholera  bemgna. 

Sijntje  van  der  Tooien ,  jongedochter"van  19  ja- 
ren ,  werd  in  den  avond  van  den  BOsten  Julij 
door  de  Cholera  aangetast.  Ik  vond  dezelve  met 
sterke  braking  en  afgang  van  de  eigenaardige 
Cholerische  stof,  ingevallen  gelaat,  diep  ingezon¬ 
ken  oogen ,  verminderde  warmte  der  huid ,  zeer 
kleine  pols.  de  tong  nog  warm,  pijn  in  den 
buik ,  kramp  in  de  kuiten ,  geene  urienloozing. 

Sterke  mostaardpappen  werden  aan  de  kuiten 
en  warme  kruiken  naast  het  ligchaam  gelegd  en 
eene  Infusio  chamomil.  met  Spirit .  Minder,  en 
Ipecac.  en  poeders  van  Flores  Zinci  2  gr.  pro 
dosi  elk  uur  voorgeschreven. 

Den  Bisten  Julij  des  morgens.  De  warmte  der 
huid  keert  terug ,  de  pols  klimt ,  de  braking  heeft 
opgehouden,  de  tong  is  warm  en  rood,  de  ont¬ 
lasting  is  gering,  doch  kleurloos;  de  kramp  in  de 
kuiten  heeft  opgehouden  ,  doch  de  lijderes  klaagt 
over  pijn  in  de  buik. 

Een  mostaardpap  wordt  op  den  buik  gelegd. 

R.  Decoct.  alth.  unc.  viij. 

Spir.  Mind.  u  j. 

Nitrat.  potass.  dr.  j. 

Syr.  alth.  unc.  j.  ' 

M,  D.  S.  Alle  uur  een  lepel. 


25 


Des  avonds.  De  huid  is  overal  zeer  warm  en 
droog ,  de  pols  is  zeer  gerezen ,  het  hoofd  is 
warm,  de  tong  geel  beslagen,  en  droog,  de  dorst 
sterk  ,  de  lijderes  is  slaapzuchtig ,  de  carotides 
kloppen  sterk ,  het  gelaat  is  gekleurd ,  en  de 
oogen  zijn  wieder  vooruit  gekomen.  Ik  deed  eene 
aderlating  van  acht  oneen;  het  bloed  was  nog 
violetkleurig. 


R.  Mercur.  dulc.  gr.  xij. 
pulv.  rad.  rhei  gr.  xv. 

Elaeos.  menth.  pip.  dr.  j. 
m.  f.  pulv.  N°.  6. 

S.  Alle  uur  een  poeder. 

Den  Isten  Augustus  des  morgens.  Het  gelaten 
bloed  toonde  geene  ontstekingskorst :  er  is  nog 
geene  ontlasting  geweest;  het  hoofd  is  nog  warm, 
er  is  nog  slaapzucht  aanwezig,  de  lijderes  is  on¬ 
rustig,  er  is  eenmaal  urine  geloosd. 

Des  avonds.  De  lijderes  is  minder  soporeus, 
doch  heeft  sterke  pijnen  in  den  buik,  de  geheele 
huid  is  warm,  de  pols  veelvuldig  en  ontwikkeld, 
het  gelaat  gekleurd  ,  er  is  eenmaal  gekleurde  dun¬ 
ne  ontlasting  geweest.  Ik  deed  eene  aderlating 
van  8  oneen  en  schreef  voor  i 

R,  Decoct.  alth.  unc.  xij. 
Oxymell.  simpl.  u  j.  j 
Spir.  Mind.  unc.  ij. 

M.  D.  S.  Alle  uur  ccn  kopje. 


26 


Den  2den  Augustus.  Na  de  aderlating  heeft  de 
pijn  in  den  buik  opgehouden ,  liet  bloed  vertoon¬ 
de  eene  crusta  injlammatoria :  de  lijderes  bevindt 
zich  beter,  klaagt  nu  alleen  over  slapheid ;  de 
pols  is  gelijkmatig  ,  er  is  een  saburrale  stoelgang 
geweest.  Dezelfde  middelen  worden  herhaald. 

Den  3den  Augustus.  De  tong  is  geel  en  dik 
beslagen ,  de  smaak  bitter ,  de  ontlasting  heeft 
sedert  gisteren  geene  plaats  gehad ,  er  is  echter 
veel  urine  geloosd ,  de  pols  is  weder  koortsachtig. 
Een  clysma  emolliens  wordt  geappliceerd  en  voor¬ 
geschreven: 

R.  Decoct.  alth.  unc.  vj. 

Spir.  Mind.  u.  j. 

Syr.  pap.  rhaead.  u.  (3, 

M.  D.  S.  Alle  uur  een  lepel. 

Na  het  clysma  volgden  zwarte  stinkende  ont¬ 
lastingen  ,  welke  in  de  volgende  dagen  door  ec- 
coprotica  bevorderd  werden ,  waarna  de  lijderes 
weldra  herstelde. 

De  Cholera  maligna  een  veel  heviger  graad 
der  ziekte  komt  zeer  veel  voor  ,  en  gaat  gemak¬ 
kelijk  in  Cholera  paralylica  over ,  waar  name¬ 
lijk  de  maag  en  het  darmkanaal  verlamd  zijn. 

\ 

Erkenning. 

Hevig  braken  en  sterke  ontlastingen  van  Cho¬ 
lerische  stof ,  koude  verlamde  huid ,  meestal  met 


koud  kleverig  zweet  bedekt,  sterke  nablijvende 
huidplooi,  gerimpelde  handpalmen,  loodkleurig 
bleek  ingevallen  gelaat,  koude  neus,  biaauwe  lip¬ 
pen  ,  somtijds  ópgetrokken  bovenlip  ,  biaauwe 
kringen  om  de  diep  ingezonlcene  ,  naar  boven  ge* 
rigte  ,  en  half  ontslotene  oogen ,  koude  wit  be¬ 
slagen  tong,  koude  adem,  schorre  zwakke  stem, 
en  zoo  de  lijders  wegens  krampen  schreeuwen  , 
heeft  deze  stem  een  eigenaardig  geluid  ,  hevige 
krampen  in  de  ledematen,  pijn  in  de  hartkuil ; 
geene  urienloozing ,  geen  of  naauwelijks  voelba¬ 
re  pols. 


Voorzegging. 

Deze  is  dikwijls  ongunstig  ;  wanneer  het  twee¬ 
de  tijdperk,  de  reactie,  bereikt  wordt  ,  dan  is  er 
groote  kans  op  herstel ,  ofschoon  ook  na  deze 
nog  dikwijls  de  dood  volgde ,  door  eenen  op¬ 
volgenden  ziektetoestand  als  typhus  Cholericus , 
of  ook  wei  na  de  reactie  de  pols  weder  verdween 
en  de  gevreesde  overgang  in  verlamming  van  het 
darmkanaal  plaats  had.  Goede  teekenen  waren 
derhalve  die ,  welke  aanduidden  dat  maag  en 
darmkanaal  nog  in  werking  waren ,  als  braking 
met  inspanning  en  ontlasting ,  loozen  van  win¬ 
den  ,  groene  brakingen ,  warm  wordende  tong , 
urienloozing  en  andere  teekenen  van  reactie. 
Slechte  teekenen  waren  het  ophouden  der  ontlas¬ 
ting  en  braking  zonder  andere  goede  verschijn¬ 
selen,  het  liggen  op  kniëen  en  ellebogen  ,  bloe¬ 
dige  ontlastingen ,  als  ook  een  bovenmatig  sterk 
zweet ,  en  sterke  pijn  in  de  lendenen. 


I 


28 


Verloop. 

Ook  hier  kon  men  drie  tijdperken  aan  ne¬ 
men.  Het  eerste  de  aanval  zelf,  waar  de  voor¬ 
noemde  verschijnselen  werden  waargenomen  was 
van  verschillenden  duur ,  soms  volgde  in  weinige 
uren  reeds  de  verlamming  van  het  darmkanaal 
en  ging  dezelve  dus  over  in  Cholera  p ar cdytica ; 
nam  dezelve  echter  deze  slechte  wending  niet, 
dan  kwam  het  tweede  tijdperk  ,  de  reactie ,  de 
krampen  verminderden  en  hielden  op ,  de  tong 
werd  zuiverder  en  warm  ,  de  pols  werd  voelbaar 
enz.  Na  korten  tijd  kwam  nur  het  de» de  tijdperk 
(stadium  congestionum)  de  tong  werd  geel,  bruin, 
soms  groen,  dikwijls  groene  brakingen ,  de  ont¬ 
lasting  was  gekleurd  of  opgehouden,  de  urine 
werd  geloosd,  soms  was  er  koortsachtige  pols  en 
congestie  naar  het  hoofd,  de  longen,  lever  of  den 
buik.  Het  schijnt  dat  hoe  meer  in  den  aanval 
de  bloedsomloop  onderdrukt  en  belemmerd  is  ge¬ 
weest,  met  hoe  meer  storm  en  ongeregeldheid 
dezelve  zich  hersteld.  In  de  Cholera  benigna , 
waar  de  bloedsomloop  niet  geheel  belemmerd  is 
geweest,  en  de  pols  altijd  voelbaar  blijft,  her¬ 
stelt  de  bloedsomloop  zich  met  weinig  onstuimig¬ 
heid,  en  gewoonlijk  alleen  met  ligte  congestie 
naar  de  lever  of  het  hoofd.  In  de  Cholera  ma- 
ligna  echter ,  wraar  de  bloedsomloop  geheel  onder¬ 
drukt  wordt,  en  gedurende  eenen  langen  tijd  de 
pols  niet  te  bemerken  is ,  herstelt  de  circulatie 
zich  zeer  ongeregeld  en  onstuimig,  en  na  deze 
volgt  meestal  typhus ,  of  ontsteking  der  ingewan*» 
den,  of  congestiën  naar  de  jongen. 


29 


Behandeling. 

Bij  de  voornoemde  verschijnselen  in  het  eerste 
tijdperk  wordt  de  lijder  dadelijk  in  een  verwarmd 
bed  gelegd  ,  met  warme  kruiken  naast  het  lig- 
chaam  en  mostaardpappen  aan  de  kuiten  en  op 
den  buik,  en  gewreven  met  blaartrekkende  was- 
schingen ,  als  aq.  sinapeos ,  of  het  middel  van  Ri- 
ver  of  een  mengsel  van  gelijke  deelen  tinei,  can- 
tharid. ,  ammon,  liquid, ,  en  spirit,  matrie,  of 
met  verwarmde  flanellen  lappen  en  een  liniment 
bestaande  uit  linim.  volat . ,  camp/ier  en  land, 
liq,  Syd. :  warm  of  koud  water  werd  in  groote 
mate  toegediend.  (In  het  hospitaal  werd  de  lijder 
in  dit  geval  soms  met  goed  gevolg  in  een  warm 
bad  gezet  met  acid,  muriat,  of  nitricum  of  ook 
wel  met  potasch ,  te  gelijk  met  koude  overgie- 
tingen ,  waarna  dikwijls  de  huid  rood  en  gevoe¬ 
lig  werd,  en  er  spoedig  reactie  volgde  (in  de  vis- 
schers  hutten  was  daar  echter  niet  aan  te  den¬ 
ken.)  Wanneer  nu  de  krampen ,  zoo  als  gewoon¬ 
lijk  ,  zeer  hevig  waren  werden  de  ftores  zinci 
voorgeschreven ,  in  de  volgende  gift  gewoonlijk : 

R,  Flor.  zinc.  gr,  xvj — xxiv. 

Opii  puri  gr.  ij. 

of 

Extr.  hyosc.  gr,  viij. 

Elaeosacch.  ment.  p.  dr.  j. 

m.  f.  pulv.  N°.  6. 

S.  Alle  uur  een  poeder. 


30 

Te  gelijk  worden  nu  prikkelende  middelen  ge¬ 
geven,  als  eene  infasio  van  arnica ,  serpenta¬ 
ria  %  valeriaan ,  angelica ,  dïosma  erena  la ,  met 
campher  van  6  grein  tot  een  scrupel  en  meer , 
spir.  vini  camp  hor.  alle  half  uur  tot  20  drop¬ 
pels,  tinei.  Gas  tor  ei ,  tinei .  valerian . ,  spir.eorn . 
e. ,  sa/,  conz.  een;.  volat. ,  oleuni  eajeput . ,  soms 
ook  eene  oplossing  van  nitras  sodae  twee  drach¬ 
men  tot  eene  halve  once ,  op  zes  oneen  coïa- 
tuur,  in  vereeniging  met  ruime  giften  campher. 

Nadat  deze  verschijnselen  in  het  eerste  tijdperk 
eenige  uren  geduurd  hadden  en  prikkelende  mid¬ 
delen  waren  aangewend  ging  de  ziekte  over: 

1°.  Of  in  verlamming  van  de  maag  en  het  darm¬ 
kanaal,  Cholera .paralytica ;  de  braking  hield  op, 
als  ook  meestal  de  ontlasting  zonder  teekenen  van 
reactie,  de  stem  ging  gansch  en  al  weg,  de 
lijder  wierp  zich  heen  en  weder,  de  ademhaling 
werd  zeer  snel  en  moeijelijk  ,  in  welk  geval  een 
sterk  braakmiddel  werd  gegeven,  en  clysmata  sii- 
niulantia  werden  geappliceerd ,  om  zoo  mogelijk 
nog  reactie  te  bewerken. 

2°.  Of  er  volgden  bloederige,  soms  chocolaad- 
kleurige  ontlastingen,  in  welk  geval  deze  bijna 
altijd  weldra  gestuit  werden  door  mucüaginosa 
met  acida  mineralia  ,  de  braking  had  dan  geene 
plaats;  de  dood  volgde  hier  evenwel  meestal  kor¬ 
ter  of  langer  na ;  mij  is  echter  een  geval  bij  ze¬ 
kere  Weetij e  Ros  eene  vrouw  van  50  jaren  be¬ 
kend  ,  waar  na  deze  bloederige  ontlastingen  nog- 
tans  de  herstelling  plaats  vond. 

3°.  Of  de  ziekte  bleef  op  dezelfde  hoogte,  de 


o  a 

Oi 


braking  en  ontlasting  duurden  voort ,  de  dorst 
was  zeer  sterk,  en  bet  verlangen  alleen  naar 
koud  water ,  hetwelk  weder  uitgebraakt  werd. 
In  dit  geval  werd  het  subnitras  bismuthi  met 
goed  gevolg  gegeven  in  het  volgende  voorschrift: 

R.  Magister  Bismuth.  gr.  xij—  xvj. 

Extr.  hyosc.  gr.  viij — xij. 

Pulv.  nuc.  moschat. 

Elaeos.  menth.  pip.  ffa  dr.  j. 

M.  F.  pulv,  No,  12. 

S,  Alle  |  uur  een  poeder. 

Hierna  hield  gewoonlijk  de  braking  op,  de  tong 
werd  warm,  de  pols  werd  voelbaar,  en  de  ziek¬ 
te  bereikte  het  tweede  tijdperk. 

4°.  Of  er  kwam  reactie,  en  de  ziekte  ging 
nu  over  in  het  tweede  tijdperk. 

De  reactie  of  het  tweede  tijdperk  plaats  heb¬ 
bende,  werd  de  tong  warm  en  droog,  de  pols 
hoe  langer  hoe  meer  voelbaar,  de  warmte  der 
liuid kwam  een  weinig  terug ,  bij  jonge  menschen  ver¬ 
dween  de  huidplooi  weldra.  Wanneer  deze  ver¬ 
schijnselen  van  reactie  toenamen,  dan  werden 
alle  prikkelende  middelen  ter  zijde  gesteld  en 
slechts  eene  infusio  chamom .  met  spiritus  Min¬ 
der.  toegediend  ;  verminderden  echter  deze  leeke- 
nen  ,  werd  de  tong  weder  koud ,  dan  moest  we¬ 
der  tot  prikkelende  middelen  de  toevlugt  genomen 
worden,  waarna  men  dan  gewoonlijk  spoedig 
weder  verbetering  kreeg.  In  dit  tijdperk  gevoelen 
de  lijders  zich  zeer  zwak ,  en  dit  is  dan  bijna 


32 


het  eenigste  waarover  geklaagd  wordt ,  zij  verlan¬ 
gen  naar  wijn,  of  brandewijn  of  iets  dergelijks, 
in  het  begin  werd  aan  dit  verlangen  voldaan  ,  en 
werden  hun  eenige  lepels  rooden  wijn  toegediend, 
doch  met  blijkbaar  slecht  gevolg,  aangezien  bij 
velen  een  sterke  typhus  Cholericus  volgde ,  waar¬ 
om  wij  hier  van  terugkwamen  en  in  dit  tijdperk 
alle  prikkels  vermeden.  Het  unguentum  Neapo- 
litanum  werd  nu  dikwijls  met  goed  *  evolg  in 
de  leverstreek  ingewreven,  hierdoor  werd  de  gal 
afscheiding  bevorderd,  de  dikwijls  nog  aanwe¬ 
zige  kramp  der  galbuizen  opgeheven ,  de  gal  uit¬ 
gestort  en  de  overgang  in  het  derde  tijdperk 
bevorderd. 

De  ziekte  ging  nu  in  het  derde  tijdperk  over, 
in  hetwelk  algemeene  verschijnselen  waren  ,  war¬ 
me  geel  beslagene  tong,  ontwikkelde  soms  koorts¬ 
achtige  pols,  en  urienloozing ;  de  overige  echter 
verschilden  naar  gelang  van  de  congestie  naar 
verschillende  deelen  ,  deze  had  plaats: 

1°.  Naar  de  lever.  De  tong  was  warm,  droog 
bruin  en  soms  groen  beslagen ,  bittere  smaak  , 
pijn  in  de  leverstreek ,  gewoonlijk  geene  stoel- 
ontlasting,  ontwikkelde  koortsachtige  pols,  de 
huid  zeer  warm  en  soms  hoog  rood  en  brandend 
heet,  het  begin  van  een  rood  vlammig  uitslag 
vooral  op  de  handen,  armen,  de  borst,  de  hals 
en  het  gelaat. 

In  dit  geval  werd  of  een  braakmiddel  gegeven, 
en  de  ontlasting  door  clysmata  bevorderd,  of 
verkoelende  ontlasting  bevorderende  en  inwikke¬ 
lende  middelen  als  pulp,  cassiae  ,  tamarïnd, ,  extr ; 


33 


gram.  i  cremor .  tor/.  ,  carbon,  magnes  ,  kleine 
gillen  rheurn  en  Mercur.  clulc .  gegeven,  waarna 
vele  saburrale  ontlastingen  volgden  en  de  lijder 
allengskens  herstelde.  Ka  een  braakmiddel  werd 
veel  groene  en  soms  zwarte  gal  uitgebraakt,  en 
daarna  volgden  pekachtige  zwarte  en  groene  ont¬ 
lastingen  ;  de  bruin  beslagen  tong  kreeg  eenen 
rooden  vochtjgen  rand,  de  ontlastingen  werden 
nog  bevorderd,  de  tong  werd  eindelijk  zuiver 
en  de  lijder  herstelde.  Opmerkelijk  is  het,  dat 
na  zulke  hevige  Cholerische  ontlastingen ,  de  ei¬ 
genlijke  drekstoffen  in  het  darmkanaal  meestal 
terugblijven ,  en  er  naderhand  zoo  vele  sabur¬ 
rale  stoffen  te  ,  voorschijn  komen. 

Somtijds  volgden  kort  na  de  reactie,  groene 
galachtige  brakingen ,  die  twee  tot  drie  dagen 
duurden,  gedurende  welken  lijd  de  lijder  dikwijls 
nog  in  eenen  twijfelachtigen  toestand  lag,  de  oo- 
gen  half  ontbloten  en  naar  boven  gerigt  -  waren  , 
en  de  lijder  zelf  zeer  onverschillig  was,  dikwijls 
steende  en  echter  over  geene  pijn  klaagde.  In 
dezen  toestand  werd  gewoonlijk  eene  saturatie 
van  Carbon,  potassae  en  succus  citri ,  in  eene 
infusio  chamom,,  of  zoo  de  pols  sterk  gezonken 
was,  in  eene  infusio  arnicae  gegeven,  en  werd 
de  kuur  met  amara  en  stomackica  geëindigd. 

2°.  Kaar  de  longen.  De  huid  is  overal  warm , 
het  gelaat  rood,  de  oogen  zijn  min  of  meer  opge- 
loopen ,  de  pols  onderdrukt,  soms  ook  vrij  vol, 
benaauwde  versnelde  ademhaling;  de  inademing 
is  met  ruim  en  veroorzaakt  pijn,  te  gelijk  pijn 
m  den  hartkuil,  die  dikwijls  door  drukking  ver- 

3 


34 


meerdere!  wordt.  Met  goed  gevolg  werden  hier 
plaatselijke  bloedontlastingen  gemaakt ,  bloedige 
koppen  of  bloedzuigers  op  den  hartkuil  of  de  borst 
gezet,  of  eene  aderlating  gedaan,  en  inwendig 
Mercur.  dulc.  en  diluenlia  of  verkoelende  mid¬ 
delen  toegediend:  een  decoct .  alth ,  met  nitras 
potass.  enz.;  het  bloed  vertoonde  hier  gewoon¬ 
lijk  geene  of  zeer  ligte  crusta  inflammatoria  , 
en  was  meestal  nog  violetkleurig. 

3°.  Naar  den  buik.  De  pulsatie*  abdominalis 
is  zeer  sterk ,  de  buik  echter  niet  tympanitisch 
uitgezet ;  eene  matige  uitwendige  drukking  ver¬ 
oorzaakt  geen  pijn;  de  lijders  schreeuwen  hevig, 
en  kermen  als  of  er  peritonitis  aanwezig  ware; 
de  pijn  is  voornamelijk  in  den  onderbuik;  de  pols 
is  koortsachtig ,  meestal  klein ,  en  ten  laatste  niet 
meer  voelbaar;  de  huid  is  gewoonlijk  droog  en 
warm,  het  gelaat  rood,  doóh  diep  ingezonken 
en  de  oogen  met  blaauwe  kringen  omgeven:  niet 
zelden  volgde  hier  de  dood  op.  Ook  hier  moest 
eene  aderlating  gedaan  ,  en  verder  antiphlogistisch 
gehandeld  worden ;  inwendig  werd  mercur .  dulc . 
met  diejit ,  purp. ,  demulcentia  enz.  gegeven.  Het 
bloed  was  gewoonlijk  met  eene  crusta  injlam - 
tnatoria  bedekt. 

4°.  Naar  het  hoofd.  Deze  heeft  het  menigvul- 
digst  plaats ,  en  is  oorzaak  van  den  sterken  so - 
por  of  typhus  Cholericus ,  waarin  men  nog  mo* 
nigen  lijder  verliest» 


£5 

Sc  heven  in  gen. 

Cholera  maligna . 

6*.  Doorn ,  jongedocliler ,  22  jaren  oud, 
werd  op  den  28sten  Julij  eensklaps  ziek ,  kreeg 
sterke  waterachtige  ontlasting  en  naderhand  bra¬ 
king:  ik  vond  de  patiënt  des  middags  ten  twaalf 
ure ,  onder  hevig  braken  en  ontlasten  van  de 
eigenaardige  waterachtige  stof;  de  oogen  waren 
diep  ingezonken,  naar  boven  gerigt ,  half  ont¬ 
sloten  ,  en  met  blaauwe  kringen  omgeven ;  het 
gelaat  was  ingevallen  en  met  een  koud  zweet 
bedekt ,  de  bovenlip  opgetrokken  ,  en  de  tong 
wit  beslagen,  dik  en  koud;  de  adem  koud,  de 
stem  schor  en  zwak;  de  geheele  huid  was  koud 
en  kleverig,  de  huidplooi  sterk  aanwezig;  de 
handpalmen  waren  gerimpeld,  even  als  of  dezel¬ 
ve  lang  in  warm  water  waren  geweest;  geene 
iirinelozing ,  hevige  angst ,  sterke  krampen  in  de 
ledematen ,  vooral  in  de  kuiten. 

Sterke  mostaardpappen  worden  aan  de  kuilen 
en  over  den  gebeden  buik  ,  warme  kruiken  be¬ 
zijden  het  ligchaam  gelegd,  inwrijvingen  gedaan 
met  het  middel  van  River ,  en  voorgeschreven : 

R.  Flor.  zinc.  gr.  xvj. 

Extr.  Hyosc.  gr.  viij. 

Elaeos.  inentli.  pip.  dr.  ja 
m.  f.  pulv.  N°.  0, 

S«  Aile  uur  een’  poeder. 


36 


R.  Infus.  Diosm.  eren.  u.  vj. 

Tinct.  Valer. 

•— < *■—  Castorei. 

Spir.  corn.  c.  succ.  aa  dr.  j. 

M.  D. 

S.  Alle  uur  een*  lepel. 

Des  avonds.  Dezelfde  verschijnselen  :  de  kram- 
pen  zijn  echter  verminderd ;  de  braking  is  niet 
hevig. 

Den  29sten  Julij  des  morgens.  De  lijderes  ver¬ 
keert  nog  in  denzelfden  toestand ,  is  zeer  on¬ 
rustig,  werpt  zich  heen  en  weder,  rigt  zich 
gedurig  op  ,  valt  dan  weder  op  den  rug  en  ligt 
met  opgetrokken  beenen  ;  de  ademhaling  is  be- 
naauwd  ,  de  huid  nog  even  koud  ,  verlamd  en 
met  kleverig  zweet  bedekt  als  gisteren ;  er  is 
echter  éénmaal  gele  dunne  stoelontlasting  geweest. 
Koud  water  wordt  ,  behalve  kort  voor  of  na  het 
innemen  der  geneesmiddelen  ,  in  ruime  male  toe¬ 
gediend.  lier.  Infus.  ul Hm. 

Des  avonds.  De  tong  is  iets  warmer,  de  bra¬ 
king  gedurig,  de  ontlasting  gering,  de  huid  nog 
koud ,  en  geen  pols.  De  wrijvingen  worden  voort¬ 
gezet  ;  unguenlum  neapolit.  om  in  de  lever- 
streek  in  te  wrijven  ,  en  poeders  van  Ma - 
gist.  bismuth  en  extr,  hyosc .  voorgeschreven, 

Den  30sten  des  ochtends  5  ure.  De  patiënt 
is  rustiger  ,  min  of  meer  slaapzuchtig ,  en  heeft 
sterk  den  hik  ;  de  warmte  der  huid  komt  terug 
de  tong  is  droog ,  geel  beslagen  en  warm ;  de 
braking  heeft  opgehouden  ;  er  is  geene  stoelont- 

» 


v>  » 


lasting ,  doch  een  weinig  urine  geloosd ;  de  pols 
is  goed  voelbaar,  doch  zwak,  De  prikkelende 
middelen  worden  achterwege  gelaten,  ecne  infu - 

sio  c/iamom.  toegediend,  en  een  clysma  emolli- 
ons  gezet, 

Des  avonds.  De  Jijderes  bevindt  zich  slimmer, 
en  braakt  weder  gedurig  ;  de  huid  is  weder  koud, 
de  pols  veel  minder  dan  dezen  ochtend  en  zeer 
klein  en  snel  ;  de  onrust  is  weder  groot  ;  zij 
werpt  zich  heen  en  weder  of  ligt  op  den  ru^ 
met  opgetrokken  beenen.  Na  het  clysma  is  een 
weinig  gekleurde  ontlasting  gevolgd.  Een  decoc - 
ium  alt hm  met  tinct .  castor .  en  spir.  corn .  c . 
sacc.  als  ook  het  Magisterium  hismuthi  wordt 
voorgeschreven , 

Den  Sisten  Julij  des  morgens,  bevond  ik  de 
patiënt  iets  beter ;  de  huid  was  overal  warm  en 
met  een  warm  zweet  bedekt ;  de  oogbollen  wa¬ 
ren  meer  vooruit  gekomen  ;  de  tong  was  warm 
en  geel  beslagen,  geene  braking  meer,  geen 
stoelgang,  de  pols  ontwikkeld  en  koortsachtiV 

o 

Ki  Merc*  duïc.  gr.  xij. 

Pulv.  rad.  rhei  scr.  j. 

Elaeos,  menth.  pip.  dr.  j. 
m.  f.  pulv.  N°.  6. 

S.  Alle  uur  een’  poeder. 

Des  avonds.  De  pols  is  koortsachtig ,  de  huid 
warm  en  droog ,  de  tong  bruin  en  groen  be¬ 
slagen  ;  nu  en  dan  is  er  braking  van  groene  gal  ; 
er  is  eens  gekleurde  stoelontlasting  geweest ,  en 


38 


de  uricnlozing  beeft  plaats.  Repel,  pulveres * 

Den  Isten  Augustus  des  morgens.  De  lijdcres 
bevindt  zich  iets  beter ;  dc  stem  is  sterker ,  de 
huid  uitwasemende  en  warm  ,  de  pols  gelijk¬ 
matig  ,  de  tong  dik  en  groen  beslagen  ,  de  smaak 
bitter,  nu  en  dan  braking  van  groene  gal,  gee- 
ne  stoelontlasling ;  de  maandelijksche  reiniging 
heeft  plaats.  Een  clysma  emolliens  wordt  ge- 
appliceerd. 

Des  avonds»  Er  is  min  of  meer  sopor  /  de 
pols  is  veelvuldig  en  snel  ;  er  is  na  het  clysma 
geene  ontlasting  gevolgd.  Sterke  mostaardpappen 
worden  aan  de  kuiten  en  koude  omslagen  op 
het  hoofd  gelegd.  lier .  clysma ,  tier,  pulveres . 

Den  2den  Augustus  des  morgens.  Het  gelaat 
is  gekleurd ,  de  oogen  staan  helder ,  kalme  ge¬ 
lijkmatige  pols ;  de  bruin  en  groen  beslagen  tong 
is  met  eenen  helderen  rooden  vochtigen  rand  om¬ 
geven;  de  braking  heeft  opgehouden,  en  er  zijn 
driemaal  stinkende  zwarte  stoffen  ontlast. 

R.  Cremor.  Tart. 

Pulv.  rad.  rhei. 

Elaeos.  ment.  pip.  aa  dr.  j. 

m.  f.  pulv.  N°,  12. 

S.  Alle  uur  een’  poeder. 

Des  avonds  volgden  nog  verscheidene  saburra- 
ie  stoelgangen» 

Den  3den  Augustus.  De  tong  is  zuiverder ,  de 
eetlust  komt  terug,  de  ontlasting  is  minder ,  doch 
altijd  zwart ;  de  lijdcres  klaagt  alleen  over 


slapheid  :  nadat  met  eccoprolica  en  confortantia 
een  paar  dagen  was  voortgegaan  ,  werd  de  lij- 
deres  den  Oden  Augustus  als  hersteld  opgegeven. 

\  '  1  "  1  *  • v 

Schev  cningen , 

Cholera  maligna, 

Corsjê  Overduin  ,  eene  vrouw  van  eenen  ster¬ 
ken  ligchaamsbouw ,  40  jaren  oud,  werd,  na  ge¬ 
durende  éénen  dag  aan  diarrhoea  geleden  te 
hebben ,  door  de  Cholera  aangetast.  Des  morgens 
ten  negen  ure  bij  dezelve  geroepen  zijnde  ,  vond 
ik  haar  met  sterke  brakingen  en  ontlastingen  van 
Cholerische  slof ,  met  hevige  krampen  der  lede¬ 
maten  ,  koude  huid ,  koud  ingevallen  gelaat  > 
blaauwe  kringen  om  de  diep  ingezonkene  oogen  , 
opgetrokken  bovenlip  ;  geen  pols ,  geene  urien* 
lozing;  benaauwdheid  en  zwakke  schorre  stem; 
sterke  sinapismi  werden  aan  de  kuilen  gelegd , 
het  h^chaam  met  warme  kruiken  verwarmd ,  en 
met  flanellen  lappen  gewreven ,  eene  infusio 
flor.  arme .  en  poeders  van  jlores  zinci  voorge¬ 
schreven. 

Des  middags.  De  braking  is  iets  minder,  an¬ 
ders  geene  verandering. 

Des  avonds.  De  lijderes  is  zeer  benaauwd  ;  de 
stem  genoegzaam  weg ;  de  krampen  hebben  op¬ 
gehouden  ,  als  ook  de  braking  ;  de  huid  is  koud 
en  met  kleverig  zweet  bedekt  ;  eene  sterke 
huidplooi ,  de  pols  niet  voelbaar ,  ruime  bloe¬ 
derige  chocolaadkleurige  ontlastingen.  Eene  so - 


40 


lutio  saleb  met  spir.  vitrioli  ,  en  poeders  uit 
Sal.  co7'n.  c.  sicc.  en  elaeos .  menth .  pip,  wor¬ 
den  voorgeschreven, 

Oen  25sten  Julij ,  6  ure  *s  morgens.  De  warmte 
der  huid  komt  terug;  de  pols  is  goed  voelbaar, 
doch  klein ,  de  tong  warm  ;  de  bloedige  ont¬ 
lasting  heeft  opgehouden ;  de  lijderes  klaagt  over 
sterke  persingen  tot  afgang. 

R.  Mercur.  dulc.  gr.  xij* 

Extr.  hyosc.  gr.  viij. 

Sacch.  alb.  dr.  j. 
m.  f.  pulv.  Pï°.'6 

S*  Alle  uur  een*  poeder, 

R.  Decoct.  alth.  unc.  vj. 

Spir.  Mind.  unc.  j. 

Syr.  pap.  rhaead.  u.  (3. 

M.  D. 

S.  Alle  uur  een’  lepel. 

De  lijderes  niet  langer  in  huis  kunnende  ver¬ 
pleegd  worden ,  wordt  naar  het  hospitaal  over» 
gebragt. 

Des  middags.  Er  is  nog  geene  ontlasting  ge¬ 
volgd  ,  en  pijn  in  den  buik  aanwezig  :  een  clys* 
ma  emolliens  wordt  geappliceerd. 

Des  avonds.  De  pols  is  kleiner,  de  pijn  in 
den  buik  voortdurende ,  het  gelaat  meer  gekleurd  , 
de  huid  warm,  de  tong  warm  en  geel  besla¬ 
gen  ,  de  dorst  sterk ;  na  het  clysma  is  slechts 


41 1 


een  weinig  gekleurde  ontlasting  gevolgd.  Dezelf¬ 
de  middelen. 

Den  26sten  Julij  des  ochtends.  De  pols  is  veel¬ 
vuldig  en  snel,  de  pijn  in  den  buik  sterk;  de 
lijderes  schreeuwt  hevig  van  pijn  ;  er  is  geene 
ontlasting  geweest.  Een  cataplasma  van  herh . 
üicutaey  hyoscyami ,  en  farina  lint  wordt  op 
den  buik  gelegd ,  een  clysma  emaillens  geappli- 
ceerd  en  een  decoclum  Alth .  voorgeschreven. 

Des  avonds.  De  pijn  is  minder,  de  pols  zeer 
klein,  de  lijderes  benaauwd  en  slapeloos,  met 
koud  zweet  op  liet  gelaat :  zij  stierf  des  nachts. 

De  lijkopening  werd  den  volgenden  dag  ge¬ 
daan  :  de  buik  was  tympanitisch  opgezet ,  de 
buitenste  rok  der  dunne  darmen  sterk  opgespo¬ 
ten  ;  de  maag  bevatte  eene  zwarte  stof ;  de  ?nu- 
cosa  der  maag  was  een  weinig  rood ,  het  onderste 
gedeelte  der  dunne  darmen  echter  was  ontstoken  ; 
de  buitenste  rok  had  zwarte  plekken ,  en  was 
geheel  chocolaadkleurig  :  het  bloed  was  nog  min 
of  meer  violetkleurig ,  de  blaas  ledig  en  klein , 
doch  niet  in  eenen  knobbel  te  zaam  getrokken , 
zoo  als  bij  lijken ,  die  in  een  vroeger  tijdperk 
gestorven  zijn :  voor  het  overige  was  alles  nor-  * 
maal.  Dit  geval  bewees  ons ,  dat  men  in  het 
stadium  congestionum  soms  waarlijk  met  ontste¬ 
king  te  doen  heeft. 

Sc  hevenin gefi. 

Cholera  mahgna » 

Den  25slen  Julij  des  avonds,  werd  ik 


geroe» 


42 


\ 


pen  bij  de  dochter  van  Piet  Groen ,  een  ten¬ 
ger  meisje  van  15  jaren ;  zij  had  eenige  malen 
waterachtige  ontlastingen  gehad ,  en  was  toen 
plotseling  nedergevallen.  Zij  lag  nu  te  bed;  het 
gelaat  was  koud ;  de  oogen  waren  diep  ingezonken 
en  naar  boven  gerigt ,  blaauwe  kringen  om  dezel¬ 
ve  ,  blaauwe  lippen ,  koude  wit  beslagene  tong, 
sterke  dorst ,  gedurig  braken  en  ontlasten  van 
waterachtige  stof ;  de  geheele  huid  was  koud , 
de  handen  en  nagels  waren  blaauw ,  geen  pols, 
geene  urienlozing.  Mostaardpappen  werden  aan 
de  voeten  gelegd ;  de  lijderes  werd  zoo  veel  mo¬ 
gelijk  door  heete  kruiken  verwarmd;  als  drank 
werd  koud  water  gegeven. 

a  . 

R.  Infus.  arnic.  unc.  V. 

Spir.  Mind.  unc.  ij. 

*  Camphor.  gr.  Y. 

Spir.  corn.  c,  succ.  dr.  j. 

Syr.  pap.  alb.  unc.  |3. 

M.  D.  ' 

S.  Alle  !  uur  een’  lepel. 


Den  26sten  Julij  des  morgens.  De  patiënte  is 
zeer  onrustig  en  benaauwd ,  het  gelaat  nog  meer 
ingevallen,  de  tong  warmer,  de  braking  gedu¬ 
rig  ,  en  pijn  in  den  hartkuil ,  de  ontlasting  wat 
minder ;  er  is  geen  >  pols  te  voelen. 


R.  Magister,  bismuth.  gr.  x. 

Extr.  hyosc.  gr.  viij. 

Sacch.  alb.  dr.  j. 

in.  f.  pulv.  N®.  6. 

S.  Alle  uur  een’  poeder. 

’s Avonds.  De  huid  wordt  warm,  de  pols  voel¬ 
baar  ,  de  tong  zuiver ,  droog  en  warm  ;  de  bra¬ 
king  heeft  opgehouden  ,  en  er  is  slechts  tweemaal 
waterachtige  ontlasting  geweest:  de  urinelozing 
heeft  plaats.  Iter .  pulveres» 

Een  27sten  Julij  ’s  morgens.  De  huid  is  warm 
en  uitwasemende  ,  de  huidplooi  verdwenen ,  de 
pols  ontwikkeld;  de  oogbollen  komen  weder  naar 
voren ,  het  gelaat  wordt  gekleurd  y  de  tong  is 
geel  beslagen ,  de  dorst  minder ,  er  zijn  twee 
gele  stoelontlastingen  geweest ,  en  er  wordt  veel 
urien  geloosd. 

R.  Decoct.  alth.  unc,  vj. 

Acet.  ammon.  liq.  unc.  ij. 

Syr.  pap.  rhaead.  unc.  j. 

ffi.  D. 

S,  Alle  uur  een’  poeder. 

’sxAvonds.  De  lijderes  bevindt  zich  veel  beter; 
de  pols  is  gelijkmatig ,  de  tong  geel  beslagen , 
de  huid  in  een  warm  zweet,  de  urienlozing  heeft 
veelvuldig  plaats ,  en  er  zijn  twee  dunne  gekleur¬ 
de  ontlastingen  geweest. 

Den  28sten  Julij.  De  eetlust  is  terug  gekeerd; 
de  pols  is  gelijkmatig  doch  zwak ;  de  ontlasting 


44 


Wordt  meer  gebonden.  Iter .  decoct.  alth .  Wei¬ 
nige  dagen  daarna  herstelde  de  paliente  volkomen, 
onder  het  gebruik  van  rooden  wijn  en  nutri - 

ent  ia • 


Scheveningen, 

i  *  '  **  i  ;'•  * 

Cholera  maligna . 

Cornelis  den  Bulk  ,  een  stuurman,  28jaar  oud  * 
kwam  in  den  avond  van  den  17den  Augustus, 
ziek  uit  zijne  schuit:  hij  was  door  hevige 
arrhoea  aangetast,  waarbij  naderhand  braking 
kwam ;  zijn  gelaat  was  ingevallen ,  bleek ;  de  oo- 
gen  waren  diep  in  de  oogholten  teruggetrokken ; 
blaauwe  lippen ,  een  sterk  koud  zweet  op  de  ver¬ 
lamde  huid,  de  tong  wit  beslagen  en  koud,  he¬ 
vige  krampen  in  de  ledematen,  de  pols  naau- 
welijks  voelbaar,  en  geene  urinelozing. 

R.  Flor.  zinc.  gr.  xxiv. 

Extr.  hyosc.  gr.  xv. 

Sacch.  alb.  dr.  j. 

M.  f.  pulv.  N°.  6. 

S.  Alle  uur  een’  poeder. 

R.  Nitrat.  sodae.  dr.  iij, 
ïnfus,  chamom.  unc.  vj. 
Camphorae  gr.  xij. 

Tinct.  opii  gutt.  xxxv. 

M.  D. 

S.  Alle  uur  een’  lepel. 


/ 


45 


Des  nachts ,  twee  ure.  De  lijder  is  zeer  be- 
naauwd,  braakt  gedurig;  de  oogen  zijn  naar  bo¬ 
ven  gerigt  en  half  ontsloten;  de  huid  is  nat  en 
ijskoud;  er  is  eene  sterke  huidplooi  aanwezig; 
de  handen  zijn  blaauw;  er  is  geen  pols  te  bel 
merken;  het  hart  kan  men  ter  naauwernood  voelen 
kloppen;  de  ontlasting  is  iets  minder. 

R.  Magister,  bismuth.  gr.  xij. 

Hxtr.  hyosc.  gr.  viij. 

Elaeos.  menth.  pip.  dr.  j. 

M.  f.  pulv.  No.  6. 

S.  Alle  uur  een’  poeder. 

Den  18den  Augustus ,  8  ure  des  morgens.  De 
iiuid  is  warmer  ,  doch  nog  met  een  kleverig 
zweet  bedekt ;  de  oogen  zijn  nog  diep  in  de 
oogholten  teruggetrokken  ;  de  tong  is  wit  besla¬ 
gen  en  koud;  hevige  benaauwdheid  in  den  hart¬ 
kuil,  waardoor  de  ademhaling  moeijelijk  wordt; 
de  pols  is  goed  voelbaar  en  veelvuldig;  de  bra¬ 
king  is  opgehouden,  de  dorst  *  nog  sterk;  er 
is  dezen  nacht  slechts  eene  ontlasting  van  water¬ 
achtige  stof  geweest,  en  nu  en  dan  zijn  er  nog 
krampen  in  de  ledematen.  Het  gebruik  der  Flo - 
res  Zinci  wordt  weder  voortgezet,  en  bloedige 
koppen  op  den  hartkuil  geplaatst. 

Des  middags  1  uur.  De  lijder  klaagt  over  be- 
naauwende  pijn  op  de  borst;  de  ademhaling  is 
belemmerd,  de  tong  warm  en  geel  beslagen,  de 
huid  warm  en  met  een  warm  zweet  bedekt; 
braking  heeft  nu  en  dan  weder  plaat*;  er  is  sol 


46 


dert  dezen  nacht  geene  ontlasting  geweest ;  de  pols 
is  veelvuldig  en  onderdrukt.  Het  gelaat,  ofschoon 
ingevallen,  is  nu  gekleurd;  de  lijder  is  meerma¬ 
len  te  voren  met  aandoeningen  der  longen  behebt 
geweest,1? en  hoest  nu  en  dan. 

Eene  spaanschevliegpleister  wordt  op  de  borst 
gelegd,  eene  aderlating  van  6  oneen  gedaan,  en 

voorgeschreven ; 

-  s 

R.  Mercur.  dulc.  gr.  xij. 

Extr.  hyosc.  gr.  viij. 

Pulv.  gummos  dr.  j. 

M.  f.  pulv.  N°.  6. 

S.  Alle  uur  een’  poeder. 

R.  Rad.  alth.  unc.  j. 

Semin.  phellandr.  aq.  dr.  vj. 
coq.  et  inf.  1.  a.  col.  unc.  viij* 
Nitrat.  sodae.  dr.  j  (3. 

Syra  alth.  unc.  j. 

M.  D. 

S.  alle  uur  een  kopje. 

Hes  avonds  ten  6  ure.  Na  de  aderlating  is  de 
pijn  veel  verminderd,  en  bevindt  zich  de  lijder 
wat  beter;  de  pols  is  ruimer;  er  is  nog  geene 
ontlasting  geweest:  een  clysma  emolh'ens  wordt 
voorgeschreven  en  geappliceerd. 

Hes  avonds  ten  10  ure.  Na  het  clysma  is  geene 
ontlasting  gevolgd ;  de  benaauwdheid  is  iets  min¬ 
der  ,  doch  er  is  weder  braking ;  de  tong  is  warm 
en  geel  beslagen;  sterke  pijn  in  de  keel;  de  pols 


47 


is  menigvuldig ,  de  huid  zeer  warm ;  een  linctus 
emolliens  wordt  voorgeschreven  en  de  volgende 
poeders : 

R.  Mercur.  dulc.  gr.  xij. 

Pulv.  rad.  rhei  gr.  xxv. 

Sacch.  alb.  dr.  j. 

M.  f.  pulv.  N°.  6. 

S.  Alle  twee  uur  een’  poeder. 

Den  19den  Augustus  des  morgens.  De  benaauwd- 
heid  is  veel  verminderd,  de  ademhaling  vrij,  de 
pols  gelijkmatig,  het  gelaat  gekleurd;  de  oo- 
gen  blijven  echter  nog  ingezonken;  de  tong  is 
geelbruin  beslagen;  nu  en  dan  wordt  het  ge- 
notene  weder  uitgebraakt;  er  is  nog  geene  ont¬ 
lasting  gevolgd. 

Het  vorige  decoctum  alth .  wordt  herhaald,  en 
een  clysma ,  uit  eene  infusio  chamom .,  ol.  Rïcü 
niy  Mei .  comm . ,  en  Murias  sodae  bestaande, 
voorgeschreven. 

Des  avonds  ten  8  ure.  Na  het  chjsma  is  gee¬ 
ne  ontlasting  gevolgd;  de  huid  is  warm  en  droog, 
de  pols  koortsachtig,  de  tong  bruin  en  zwart 
beslagen,  de  smaak  bitter;  sterke  dorst,  nu  en 
dan  groene  brakingen. 

R.  Folior.  senn.  u.  £>. 

Inf.  1.  a.  a.  col,  unc.  vj. 

Mell.  comm, 

Olei  Ricin,  aa  unc.  j. 

Muriat.  sod,  unc.  (3. 

m.  f.  Clysma.  Applic. 


» 


48 


R.  Mercur.  dülc.  gr.  xij. 

. .  Pulv.  rad.  rhei  scr.  j. 

Sacch.  alb.  dr.  j.  (3. 

M.  f.  pulv.  N°.  12. 

S,  Alle  uur  een’  poeder. 

,  r  . 

Ren  20sten  Augustus,  ’s  morgens.  Na  het  clys - 
ma  is  eene  zwarte  ontlasting  gevolgd ;  gedurende  den 
geheelen  nacht  is  de  genoten  drank  uitgebraakt; 
de  braking  is  echter  nu  bedaard ,  de  dorst 
sterk,  de  stem  beter,  de  tong  nog  dik  en  groen 
beslagen,  en  veel  urien  ontlast;  de  pols  is  ster¬ 
ker:  het  geneesmiddel  is  wegens  de  braking  niet 
ingenomen ,  waarom  dit  aïsnu  gebruikt  wordt. 

Des  avonds.  De  pols  is  gelijkmatig,  de  huid 
in  eene  zachte  uitwaseming ,  de  groen  beslagen 
tong  met  eenen  helder  rooden  vochtigen  rand 
omgeven ;  er  zijn  drie  zwarte  stinkende  stoelgan¬ 
gen  geweest,  en  veel  urien  ontlast.  Een  etec- 
tuarium  wordt  voorgeschreveo ,  bestaande  uit 
Ext?' .  gram . ,  oxijmel .  simpt. ,  en  cremor  tart . 

Den  Sisten  Augustus.  Het  gelaat  heeft  zijne 
vorige  kleur  terug;  de  oogen  staan  helder;  de 
tong  wordt  zuiver;  de  eetlust  keert  terug;  er  zijn 
twee  stinkende,  meer  gebondene  ontlastingen  ge¬ 
volgd;  de  pols  is  zeer  kalm. 

In  de  volgende  dagen  werden ,  onder  het  ge¬ 
bruik  van  verkoelende  en  ontlasting  bevorderende 
middelen ,  vele  saburrale  stoffen  ontlast ,  en  her¬ 
stelde  de  lijder  weldra. 

Yan  dezen  laatsten  graad  verschilt  door  derzelver 
schielijker  verloop  ,  en  het  ontbreken  der  brakingen, 


49 


de  diarrhoea  Cholerica  matig  na ,  die  in  hevig¬ 
heid  de  Cholera,  maligna  overtreft,  en  zeer  ligt  in 
Cholera  parahjtica  overgaat.  Door  deze  we°rden 
voornamelijk  oude  menschen  aangetast. 

Erkenning. 

Dezelve  wordt  erkend  door  de  volgende  ver. 
sclnjnselen.  Na  ontlasting  van  vele,  ook  dikwijls 
zeer  weinige  Cholerische  stof,  volgt  dadelijk  eene 
plotselinge  wegzinking  der  krachten  ;  dezelve  komt 
eensklaps  zonder  voorboden ;  het  gelaat  is  kort  na 
de  eerste  ontlasiingreeds  in  den  hoogslen  graad  cho¬ 
lerisch  ,  de  oogen  diep  in  de  oogholten  terug  ge¬ 
trokken ,  blaauwe  kringen  om  de  oogen,  blaauwe 
hppen  ,  de  bovenlip  opgetrokken  ,  het  gelaat  lood¬ 
kleurig  ,  de  tong  dik  blaauw  -  wit  beslagen  en 
koud  ;  de  adem  is  koud,  de  stem  zeer  zwak, 
en  dikwijls  is  er  volmaakte  aphonie }  de  huid  is 
ijskoud  en  met  een  koud  kleverig  zweet  bedekt , 
de  huidplooi  is  sterk  aanwezig,  hevige  krampen 
in  de  ledematen,  sterke  dorst,  hevige  angst,  en 
gevoel  van  benaauwende  drukking  in  den  hartkuil, 
geene  urienlozmg ,  en  naauwelijks  voelbare  pols, 
volstrekt  geene  braking;  doch  gedurig  cholerische 
sloelontlastingen. 

Voorzegging. 

Dezelve  is  hoogst  ongunstig ;  de  beste  teekenen 
waren  nog  bijkomende  braking  en  dus  overnam' 

/y  r  r  .  °  o  o 

m  C  koléra  mal ig na ,  en  verder  de  in  alle 

4 


vor 


50 


men  goede  teekenen ,  als  warm  wordende  tong 
en  huid ,  terugkeerende  pols  enz. ;  kwade  teeke¬ 
nen  waren  :  na  slechts  weinige  ontlasting  de  voor- 
noernde  spoedige  inzinking  der  krachten  ,  bloedige 
ontlastingen  ,  het  niet  werken  van  een  braakmid¬ 
del  ,  waarop  stellig  weldra  de  dood  volgde. 

Verloop. 

Het  verloop  was  spoedig;  de  dood  volgde  soms 
binnen  4  uren  ,  en  op  zijn  langst  na  twee  dagen  , 
tenzij  dezelve  in  eenen  anderen  vorm  was  over¬ 
gegaan.  Nadat  genoemde  verschijnselen  eenigeii 
tijd  hadden  voortgeduurd,  hield  1°.  de  ontlasting 
geheel  en  al  op  ,  zonder  bijkomende  teekenen  van 
reactie,  en  ging  dezelve  dus  over  in  Cholera  fa' 
rahjtica ,  waar,  het  darmkanaal  paralytisch  zijn¬ 
de,  geene  ontlasting  meer  plaats  heeft;  of  2°.  er 
kwamen  bloedige  of  chocolaadkleurige  ontlastin¬ 
gen  ,  in  welk  geval  de  ziekte  langduriger  was  ; 
want  na  dezelve  zag  ik  verscheidene  lijders  nog 
twee  dagen  leven  ;  de  dood  volgde  hier  echter 
evenwel;  of  3  ’.  zoo  er  door  een  braakmiddel  of 
andere  middelen  reactie  was  bewerkt ,  ging  de¬ 
zelve  over  in  Cholera  maligna . 

Behandeling. 

Be  dringendste  aanwijzing  was  hier,  de  dreigende 
verlamming  van  het  darmkanaal  voor  te  komen  , 
en  in  dezen  vorm  den  gunstigsten  uitgang,  na¬ 
melijk  in  Cholera  maligna  ,  te  bewerken.  Bit  nu 

i  \ 


51 


geschiedde  het  beste  door  een  braakmiddel  uit 
ipecacuanha  en  tart .  emet,  in  vereeniging  met  prik¬ 
kelende  middelen  ,  dewijl  er  anders  in  de  gewoon» 
lijk  reeds  half  paralytische  maag,  geene  reactie  te 
wachten  is.  Hiertoe  werden  gewoonlijk  voorge¬ 
schreven  ,  een  paar  scrupels  ipecac. ,  een  half  scru¬ 
pel  tartar .  emet.  ia  eene  infusio  flor,  arme. ,  of 
met  andere  prikkelende  middelen. 

Als  drank  werd  koud  water ,  waarnaar  het  ver¬ 
langen  zoo  groot  is  ,  in  ruime  mate  gegeven, 

De  lijder  wordt  ondertusschen  zoo  warm  moge- 

o 

lijk  gehouden  ,  door  het  aanleggen  van  heete  krui» 
ken  ;  sterke  mostaardpappen  worden  aan  de  kui¬ 
ten  en  op  den  buik  gelegd  ,  en  in  wrijvingen  met 
prikkelende  wasschingen ,  als  het  aqua  sinapeos  , 
het  middel  van  River  of  andere,  gedaan.  Volgde 
er  braking  ,  dan  ging  dezelve  over  in  Cholera 
maligna  en  was  er  nog  hoop  op  herstel,  dezelve 
werd  dan  als  zoodanig  verder  behandeld.  Volg¬ 
den  er  echter  bloedige  chocolaadkleurige  ontlas- 
-  lingen  ,  dan  werden  deze  het  beste  bedaard ,  door 
eene  solutio  saleb  met  acidum  sulphuricum  of 
nitricum  ,  soms  in  verbinding  met  eene  ruime  gift 
laudan.  hq .  Syd.  /  op  zes  oneen  solutio  saleb 

werd  l~  drachma  acid.  sulpit,  of  nitricum,  gege¬ 
ven. 

Hierdoor  gelukte  het  meest  altijd,  den  bloedigen 
afgang  te  doen  ophouden  ;  het  leven  van  den  lij¬ 
der  werd  nog  een  weinig  verlengd,  doch  de  dood 
volgde  meestal  later. 

Volgde  er  na  het  herhaald  toedienen  van  braakt 
middelen  geene  braking ,  dan  was  dit  een  teeken 


52 


van  verlamming  van  liet  darmkanaal;  de  ontlasting 
hield  dan  ook  op,  en  men  had  dan  met  eene  Cholera 
paralytica  (pessima)  te  doen,  en  dikwijls  zag  ik 
lijders  in  den  tijd  van  4  uren  als  het  ware  wegzin¬ 
ken.  De  meeste  hulp  was  nu  dikwijls  vruchteloos. 
Zoo  wendde  ik  zonder  goed  gevolg  sterke  giften 
van  Laudanum  liq .  Syd.  met  tartar.  emet.  aan , 
sterke  giften  .Laudan,  liq.  Syd.  met  aether  sulphur . 
en  aq.  menlh.  pip.y  sterke  prikkelende  middelen, 
arnica ,  camp  her ,  diosma  crenala ,  oleum  caja- 
puti ,  oleum  menth.  pip. ,  spir .  vivt  camphor. , 
tinei,  casiorei  enz.  In  twee  gevallen  kreeg  ik,  na 
het  toedienen  van  prikkelende  middelen ,  reactie; 
de  afloop  was  evenwel  slecht :  want  na  dat  de 
huid  reeds  warm  ,  en  de  pols  terug  gekeerd  was, 
volgden  tenesmie n  bloedige  afgang,  die  den  dood 
ten  gevolge  hadden. 

Het  beste  was  dus  nog  in  dezen  graad,  om  door 
middel  van  een  emeticum  den  overgang  te  bewer* 
ken  in  Cholera  maligna.  Zoo  werd  ik  den  25sten 
Julij  des  morgens  geroepen  bij  L .  van  Beyster- 
velt ,  eene  vrouw  van  26  jaar;  zij  had  zeer  sterke 
ontlasting  van  waterachtige  vlokkige  stof,  de  huid 
was  koud  en  eene  sterke  huidplooi  aanwezig;  de 
pols  was  naauwelijks  voelbaar  ,  het  gelaat  Cho¬ 
lerisch  ,  de  tong  beslagen  en  koud  ,  de  dorst 
slerli  ,  geene  urienlozing.  Warme  kruiken  wer¬ 
den  bezijden  liet  ligchaam ,  sterke  mostaardpap- 
pen  aan  de  kuiten  gelegd  ,  en  een  emeticum  voor¬ 
beschreven.  Als  drank  werd  koud  water  toesre- 
diend.  In  de  onmogelijkheid  zijnde  ,  haar  nog  des 
middags  te  bezoeken  ,  zag  ik  de  patiënte  niet  voor 


53 


des  avonds  ,  en  vond  dezelve  met  gedurige  bra* 
kin gen  van  Cholerische  stof,  hevigen  dorst ,  het  ge¬ 
baat  bleek  ingevallen  ,  bïaauwe  lippen,  blaauwe 
kringen  om  de  diep  ingezonkene ,  naar  boven  ge- 
rigte,  en  slechts  half  door  de  oogleden  bedekte 
oogen,  koude  tong,  koude  vochtige  huid,  <reen 
pols ,  geene  urienlozing ,  hevige  benaauwdheid? 

K.  Magister.  Bismuthi  gr.  xv. 

Extr.  ITyosc.  gr.  x. 

Sacch.  alb.  dr.  j. 
m.  f.  pul v.  N°.  6. 

S.  Alle  uur  een’  poeder. 

R.  Infus.  Arnic.  u  vj. 

Tinct.  cinnam. 

Spir.  corn.  c.  succ.  aa»  dr. 
Camphorae  gr.  vj. 
p.  guram.  Arab.  u  (3. 

m.  d,  s.  Alle  uur  een*  lepel. 

Drank  werd  nu  slechts  spaarzaam  toegestaan. 

Des  nachts  om  twee  ure,  vond  ik  de  patiënte 
met  beginnende  reactie;  de  braking  had  opge- 
bouden  ,  de  pols  werd  voelbaar ,  de  huid  begon 
warm  te  worden;  de  tong  was  warm,  het  gelaat 
verloor  reeds  eenigzins  den  eigenaardigen  trek ,  er 
was  nog  geene  urienlozing  geweest.  Ik  liet  de¬ 
zelfde  middelen  voortgebruiken ,  gelastte  echter 
om  ,  zoo  de  patiënt  erg  slaperig  mogt  worden , 
dezelve  te  laten  slaan  ,  liet  de  mostaardpappen 
,  vernieuwen ,  en  de  warme  kruiken  wegnemen ,  om- 


) 


54 


dat  ik  na  deze  spoedige  verandering  sterke  con- 
jjestien  vreesde* 

Den  28sten  Julij  des  morgens  bevond  zich  de  pa¬ 
tiënte  beter,  er  was  slechts  een  weinig  slaapzucht, 
en  geen  volkomen  typhus ,  welke  ik  verwacht  had; 
de  pols  was,  alhoewel  zwak,  goed  voelbaar  en 
gelijkmatig  ;  de  huid  was  warm  en  met  een  warm 
zweet  bedekt ,  de  tong  geel  beslagen  en  warm , 
de  dorst  altijd  nog  sterk  ;  er  was  een  weinig  urien 
geloosd. 

De  prikkelende  middelen  werden  ter  zijde  gesteld 
en  eenvoudig  eene  infusio  Qkamom.  gegeven. 

Des  avonds  was  de  patiënte  in  denzelfden  toestand, 
gevoelde  zich  zeer  slap ,  en  verlangde  naar  wijn , 
welke  niet  toegestaan  werd ;  de  pols  was  aanmer¬ 
kelijk  gerezen  ,  er  was  eene  groene  ontlasting  en 
eens  urienlozing  geweest. 

Den  27sten.  Het  gelaat  is  zeer  verbeterd  ;  de 
oogen  staan  meer  vooruit;  de  tong  is  warm,  droog 
en  groen  beslagen;  de  smaak  is  bitter,  de  pols 
menigvuldig  koortsachtig ,  de  huid  warm ;  er  is 
geene  ontlasting  sedert  gisteren  gevolgd.  Poeders 
worden  voorgeschreven ,  bestaande  uit  Merc.  dulc. 
en  rheum # 

Des  avonds  was  er  nog  geene  ontlasting  gevolgd, 
de  pols  was  koortsachtig ,  de  dorst  sterk. 

Den  28sten  bevond  de  lijderes  zich  veel  beter, 
er  waren  eenige  zwarte  en  groene  breiachtige  ont¬ 
lastingen  gevolgd ;  de  beslagen  tong  is  met  eenen 
rooden  vochtigen  rand  omgeven ,  de  eetlust  keert 
terug ,  de  pols  is  gelijkmatig  ;  als  voedsel  wordt 
gekookte  karnemelk  aanbevolen. 


55 


Den  29  en  volgende  dagen  gebruikte  de  lijderes 
nog  eccoprotica,  ter  bevordering  der  altijd  nog 
stinkende  ontlasting,  en  werd  daarna  als  hersteld 
°PoeSeven» 

De  cholera  paralytica  was  de  hevigste  graad  der 
ziekte ,  de  maag  en  het  darmkanaal  waren  hier 
geheel  en  al  paralytisch:  dezelve  was,  of  het  on¬ 
gelukkig  uiteinde  der  Cholera  maligna,  of  der 
dien  rhaea  Chole?  tca  'tïiah^Tia ,  wanneer  er  name- 
lijk  geene  reactie  kwam  en  de  overgang  in  dezen 
staat  plaats  had;  of,  deze  verlamming  had  reeds 
kort  na  den  aanval  plaats,  welke  gevallen  dan  ook 
gewoonlijk  in  4  10  uur  met  den  dood  afliepen, 

ERKENNING. 


Alle  verschijnselen  van  het  eerste  tijdperk  der 
Cholera  maligna  doch  sterker  cyanosis ;  het  gelaat 
en  de  handen  zijn  meer  intensief  blaauw  ;  er  is 
naauwelijks  hoorbare  stem ,  hevige  benaauwdheid  , 
versnelde  ademhaling  ,  geen  pols  ;  de  lijder  werpt  zich 
heen  en  weder,  en  wil  somtijds  het  bed  uitstijgen  ;  er 
is  geene  braking,  noch  ontlasting;  de  lijder  drinkt 
veel,  het  drinken,  in  hoe  ruime  mate  ook  genomen, 
wordt  niet  uitgebraakt ,  maar  loopt  nu  en  dan  terug, 
en  de  maag  schijnt  als  een  zak  door  den  genoten 
drank  te  worden  uitgebreid,  hetgeen  den  zieken 
verschrikkelijk  benaauwd ;  soms  hebben  de  lijders 
hevige  kramppijnen ,  welke  zij  te  kennen  geven 
door  eene  akelige  zwakke  stem  ,  of  door  pijnlijke 
trekken  yan  het  gelaat ,  zoo  de  stem  reeds  geheel 
weg  is. 


Voorzegging, 

Deze  was  allerongunstigst ,  het  beste  teeken  was 
nog  terugkomende  braking. 

Verloop. 

'  %  ’  ,,  r  ...  ,  t  ,  ,  .  k  .  .  ,  x  •  * 

Dit  was  altijd  kort  ;  hetzij  nu  deze  verlamming 
van  het  darmkanaal  het  uiteinde  der  Cholera  ma !- 
lirj  na ,  ten  gevolge  van  het  niet  herstellen  van  den 
bloedsomloop  was,  of  reeds  in  den  beginne  van 
den  aanval  plaats  had  ,  wanneer  deze  staat  daar 
was  ,  was  het  in  2  —  6  uur  met  den  lijder  ge¬ 
daan.  Kwam  er  echter  reactie  ,  hetgeen  soms  nog 
na  bijkomende  braking,  door  braakmiddelen,  of 
na  het  gebruik  van  incitantia  en  baden  plaats 
had ,  dan  was  er  hoop  op  herstel. 

Behandeling. 

Inwendig  werden  in  dezen  slaat  sterk  prikkelen¬ 
de  middelen  gegeven  :  campher  in  sterke  giften  , 
Arnica  enz. ,  sterke  emelica  ,  veel  koud  water , 
sterke  clysmata  van  Arnica ,  Campher ,  azijn, 
asa  foetid .  enz. ;  uitwendig  werden  sterke  huid¬ 
prikkels  aangewend ,  wrijven  en  borstelen  enz. 
alle  welke  middelen  gewoonlijk  vruchteloos  zijn 
beproefd  geworden. 

Vooral  in  de  visschershutten  was  men  van 
krachtdadige  middelen  ontbloot :  geen  cauterium 
acluale ,  geene  baden  konden  hier  beproefd  wor¬ 
den  ( van  zure  koude  en  stortbaden  zag  men  nti 


57 


en  dan  een  goed  gevolg  in  het  hospitaal). 

Was  er  na  een  braakmiddel,  braking  verwekt, 
hetgeen  zelden  gebeurde,  dan  was  er  kans  op  her¬ 
stel  en  werd  de  ziekte  als  Cholera  vialigna  behan¬ 
deld.  Om  braking  te  verwekken  ,  werd  wel  eens 
eene  oplossing  van  keukenzout  in  groote  giffen  toe¬ 
gediend ,  doch  ook  meestal  vruchteloos.  Eene  ziekte¬ 
geschiedenis  van  eenen  lijder  in  het  hospitaal  waar¬ 
genomen  ,  deel  ik  hier  mede. 

Schevemngen . 

Cholera  paralyUca* 

Jan  den  Bulk ,  21  jaren  oud,  werd  in  den  och¬ 
tend  van  den  25  Julij  plotseling  ziek  ,  kreeg  wa¬ 
terachtige  ontlastingen  en  braking  van  dezelfde 
stof,  sterke  krampen  in  de  kuiten,  verloor  zijne 
stem  en  werd  ijskoud.  Om  12  uur  des  ochtends 
den  patiënt  voor  het  eerst  z»ende  ,  vertoonden  zich 
de  volgende  verschijnselen:  diep  ingevallen  blaauw- 
achtig  gelaat,  diep  in  de  oogholten  terug  getrok- 
kene  oogen,  blaauwe  kringen  om  dezelve;  de  oo- 
gen  slechts  ten  halve  door  de  oogleden  bedekt  en 
naar  boven  gerigt ,  opgetrokken  bovenlip,  de  long 
wit  beslagen  koud  en  breed ,  sterke  dorst ;  de 
braking  en  ontlasting  hadden  opgehouden  ;  de  ge- 
heele  huid  was  koud  en  met  koud  kleverig  zweet 
bedekt  ;  eene  in  de  huid  gemaakte  plooi  bleef  lang 
staan;  gerimpelde  handpalmen,  geen  pols,  be- 
naauwde  versnelde  ademhaling,  bijna  geene  stem  , 
geene  urienlozing. 


58 


Be  lijder  werd  in  een  warm  bad  van  28°  R. , 
waarin  zes  oneen  acid.  Muriat .  waren  gemengd  , 
geplaatst ,  en  Iegelijk  werden  koude  overgietingen 
over  het  hoofd  en  de  borst  bewerkstelligd  ;  na  tien 
minuten  in  het  bad  geweest  te  zijn  ,  werd  de  lij¬ 
der  afgedroogd  en  gewreven  ,  en  tusschen  warme 
wollen  dekens  gelegd  :  des  lijders  toestand  was 
iets  verbeterd  ,  de  huid  warmer,  de  stem  duidelij¬ 
ker,  doch  de  pols  was  niet  te  bemerken. 

Inwendig  werd  eene  infusio  Jlor.  Arnic.  van  5 
oneen  met  12  gr.  campher.  en  2  oneen  spir. 
Mind.  als  ook  poeders  van  jlores  %inci  4  gr.  pro 
dosi  om  het  uur  gegeven ;  sterke  mostaardpap- 
pen  werden  aan  de  kuiten  en  heete  kruiken  be¬ 
zijden  het  ligchaam  gelegd. 

Bes  avonds.  Be  lijder  braakt  gedurig  en  er  is 
een  weinig  waterachtige  ontlasting  geweest ;  de 
dorst  is  sterk  ,  de  huid  warmer ,  de  pols  naauw- 
lijks  voelbaar,  de  tong  nog  koud,  hevige  pijn  in 
den  hartkuil  ;  er  zijn  nog  sterke  krampen  der  le¬ 
dematen  aanwezig.  Bezelfde  middelen. 

Ben  26sten  Julij  des  morgens.  Be  lijder  is  slaap¬ 
zuchtig ,  de  huidplooi  veel  minder;  de  handen  en 
het  gelaat  zijn  minder  blaauw;  de  huid  is  warm, 
de  pols  goed  voelbaar  doch  zwak  ;  de  braking 
beeft  opgehouden  en  er  is  geel  gekleurde  ontlas¬ 
ting  geweest.  Het  in/usum  jlor.  arnicae  wordt 
herhaald,  de  campher  echter  weggelaten.  Blazen 
met  ijs  worden  op  het  hoofd  gelegd. 

Bes  avonds.  Be  lijder  bevindt  zich  iets  beter; 
de  tong  is  geel  beslagen  en  warm,  de  huid  warm 
en  zacht  uitwasemende  ;er  is  mi  n  of  meer  slaap- 


59 


zucht ;  de  pols  is  nog  klein ;  er  is  veel  gele 
dunne  stof  ontlast;  de  lijder  klaagt  over  pijn 
in  den  hartkuil  ,  en  heeft  nog  krampen.  Tot  in- 
wrijving  wordt  een  liniment ,  uit  Campher ,  Laud, 
liq.  S.  enlinim.  volatile  bestaande,  voorgeschreven. 

Den  27sten  Julij  des  morgens.  Het  gelaat  is 
zeer  verbeterd ;  de  oogen  komen  naar  voren ;  de 
tong  is  warm  en  geel  beslagen  ;  nu  en  dan  zijn 
er  groene  brakingen ;  de  ontlasting  is  dun  en  geel; 
er  wordt  veel  urine  geloosd  ;  de  lijder  toont  meer 
belangstelling  in  het  geen  hem  omringt ;  de  pols 
is  zwak  doch  gelijkmatig ;  een  decoctum  alth . 
met  Spiritus  Mindereri  wordt  voorgeschreven. 

Des  avonds.  De  lijder  is  een  weinig  slaapzuch¬ 
tig,  de  pols  meer  ontwikkeld,  de  huid  warm, 
de  tong  droog  en  geel  beslagen ;  sterke  mostaards 
pappen  worden  aan  de  kuiten  gelegd. 

Den  28sten  Julij.  De  pols  klimt,  de  huid  is 
warm ,  het  gelaat  gekleurd ,  de  tong  wordt  zui¬ 
verder,  de  eetlust  keert  terug,  de  ontlasting  is 
dun  en  gekleurd,  de  lijder  klaagt  over  pijn  in 
den  hartkuil.  Een  sterk  sinapismus  wordt  op  den 
hartkuil  gelegd  en  voorgeschreven: 

v  \ 

II.  Sal.  tart.  dr.  j. 

Succ.  citri  q,  s.  ad  perf.  salur. 

Infusion.  Chamom.  unc.vj. 

Syr.  alth.  unc.  /3. 

M.  D.  S.  Alle  uur  een’  lepel. 

Den  29sten  Julij.  De  patiënt  wordt  naar  de  re* 


60 


convalescentenkamer  overgebragt  ,  waar  hij  eenU 
ge  dagen  daarna  geheel  herstelde. 

De  typhus  Cholericus  had  somtijds  te  gelijk 
met  Cholera  paralytica  plaats;  de  lijder  lag  dan 
met  koud  bïaauw  gelaat ,  naar  boven  gerigte  oo- 
gen  ,  zonder  pols,  en  met  verdere  verschijnselen 
van  Cholera  paralytica  en  tevens  met  slaapzucht; 
de  lijder  vroeg  naar  niets  ,  doch  lag  met  het 
achterhoofd  in  het  hoofdkussen  borende  ,  en  met 
het  gelaat  horizontaal ;  de  carotides  waren  voel¬ 
baar  ;  deze  was  echter  meer  zelden.  Gewoonlijk 
kwam  dezelve  in  het  stadium  congestionum ,  en 
was  het  gevolg  van  te  groote  reactie  en  dus  een 
opvolgende  ziektetoestand.  Bij  kinderen  volgde 
deze  na  alle  ,  zelfs  na  de  ligtste  aanvallen  ,  ook 
*>ij  oude  menschen  ,  die  dan  soms  4  tot  5  da¬ 
gen  in  dezen  soporeusen  staat  lagen.  Het  meeste 
volgde  dezelve  op  hevige  aanvallen  ,  en  hoe  meer 
de  bloedsomloop  belemmerd  was  geweest ,  hoe 
meer  bij  het  herstellen  van  denzelven  de  bloedmassa 
ongelijk  verdeeld,  en  het  eene  boven  het  ande¬ 
re  deel  van  bloed  voorzien  scheen  te  worden. 
Daarenboven  werden  die  deelen  het  meest  met 
bloed  opgehoopt ,  van  welke  de  vaten  het  min  • 
ste  aan  den  krampachtigen  of  verlamden  staat 
derzelve  gedurende  den  aanval  leden ,  namelijk 
bet  hoofd  en  de  buik  :  de  arteriae  carotides  en 
de  Aorta  immers  gevoelt  men  meestal  nog  klop¬ 
pen  ,  terwijl  er  in  de  ledematen  geene  circulatie 
te  bemerken  is ;  die  deelen  blijven  ook  het  lang¬ 
ste  warm  :  komt  er  nu  reactie ,  wordt  het  bloed 


61 


vloeibaarder ,  en  trekt  het  hart  zich  sterker  te 
zamen,  dan  vindt  het  bloed  met  moeite  door¬ 
gang  door  de  ledematen ,  die  dan  nog  koud  zijn 
en  waarin  men  nog  slechts  zwakke  pulsatie  ge¬ 
voelt  ,  doch  gemakkelijker  door  de  vaten  van  den 
hals  en  den  buik;  de  pulsalio  abdominalis ,  en 
der  carotides  wordt  dien  ten  gevolge  sterk ,  waar¬ 
door  bij  voorkeur  naar  deze  deelen  het  bloed  in 
grooter  massa  wordt  gevoerd;  heeft  deze  toevoer 
nu  voornamelijk  naar  het  hoofd  plaats,  dan  heeft 
men  fyphus  Cholericus • 

Erkenning; 

4. 

Dezelve  werd  erkend  door  sterke  slaapzucht:  men 
kon  den  lijder  naauwelijks  wakker  krijgen;  de 
huid  is  gewoonlijk  warm  en  droog,  de  tong  geel 
beslagen  en  warm,  het  gelaat  en  de  oogen  zijn 
•  meestal  rood,  de  carotides  kloppen  sterk,  de  pols 
is  veelvuldig ,  soms  klein ,  soms  ruim ,  de  lijders 
zijn  onrustig :  bij  sommigen  echter  is  de  huid  koud, 
het  gelaat  sterk  ingevallen,  de  oogen  nog  diep 
ingezonken  en  naar  boven  gerigt ,  en  de  pols 
traag  of  zeer  klein;  vooral  bij  kinders ,  die  dan 
onrustig  waren ,  gedurig  kreunden ,  even  als  of 
zij  pijn  hadden  ,  en  waarbij  te  gelijk  soms  /m- 
mus  was.  De  ontlasting  was  meestal  opgehouden , 
de  urienlozing  had  echter  plaats. 

Voorzegging. 

Deze  was  niet  de  gunstigste ;  vele  lijders ,  die 


62 


men  door  liet  te  voorschijn  komen  der  reactie 
reeds  hoop  had,  te  zullen  behouden,  stierven  nog 
aan  dezen  opvolgenden  ziektetoestand.  Goede 
teekenen  waren  groene  en  zwarte  brakingen;  bij 
kinders  het  schreeuwen ,  wanneer  men  ben  wak« 
ker  maakte;  goede  pols,  het  vragen  naar  drin¬ 
ken  enz. 

Slechte,  waren  :  koud  gelaat ,  zeer  kleine  of  in¬ 
termitterende  pols,  wanneer  namelijk  bij  iedere 
inademing  de  pols  wegging,  trismus ,  bet  steenen 
of  kreunen  ;  wanneer ,  hetgeen  men  bij  kinders 
waarnam ,  de  lijdertjes  zich  opriglen ,  en  met 
langzame  bewegingen  en  half  onislotene  oogen  om 
zich  heen  tastten  ;  het  boren  met  het  achterhoofd 
in  bet  hoofdkussen  ;  de  hik  was  noch  als  kwaad 
noch  als  goed  teeken  te  beschouwen  :  beiden ,  den 
dood  en  herstelling  zagen  wdj  na  denzelven  plaats 
hebben. 

Verloop. 

Het  verloop  was  dikwijls  nog  langdurig  en  4 — 6 
dagen  was  men  soms  tusschen  hoop  en  vrees  of 
men  den  lijder  zoude  behouden ,  ja  dan  neen : 
wanneer  de  typ  kus  in  den  dood  overging  werd 
bet  hoofd  koud,  de  oogen  zonken  nog  meer  in, 
de  oogleden  werden  blaauw,  de  pols  verminderde  , 
de  lijder  kreunde  sterk,  en  eindelijk  volgde  een 
zachte  dood.  Zoo  dezelve  in  herstelling  overging , 
werd  de  lijder  met  een  warm  zweet  bedekt ,  de 
oogen  kwamen  meer  vooruit,  de  lijder  begon  op 
vragen  le  antwoorden  ;  de  oogen  beginnen  ein- 


68 


delijk  helder  le  staan ,  en  de  lijder  ziet  rondom 
zich;  de  pols  wordt  gelijkmatig,  en  de  patiënt 
komt  langzamerhand  tot  herstelling;  des  avonds 
neemt  evenwel  de  slaapzuchtige  staat  weder  iets 
toe. 


Behandeling. 

Aan  de  aanwijzing  om  de  bloedophooping  naar 
het  hoofd  af  te  leiden ,  en  het  evenwigt  in  den 
bloedsomloop  te  herstellen,  werd  voldaan  door  de- 
nvantia  en  revelleniia :  als  aderlating,  plaatselij¬ 
ke  bloedontlasting  ,  ontlastingbevorderende  mid¬ 
delen ,  koude  omslagen,  warme  baden,  voetba¬ 
den  ,  vesicantia  en  zoo  de  pols  sterk  begon  te 
zinken ,  stortbaden  en  incitantia .  De  aanwen- 
d  ng  dezer  middelen  verschilde  naar  verschillende 
verschijnselen ;  want  soms  lagen  volwassene  lij¬ 
ders  met  rood  gelaat  even  als  apoplectisch,  soms 
ijlende  als  aan  arachnitis  lijdende,  soms  met  bleek 
koud  gelaat,  met  zeer  kleinen  pols  aan  den  arm# 
en  sterke  klopping  der  carotides :  ook  bij  kin* 
ders  verschilde  dezelve  nog  al  ;  bij  sommigen  was 
ook  rood  opgezet  gelaat  met  goeden  ontwikkelden 
pols,  soms  ook  met  verschijnselen  als  van  ky - 
drocephalus  acutus :  soms  was  de  geheele  huid 
ook  bij  dezen  koud  en  geen  pols  bijna  aan  de 
ar  ter  ia  radialis  te  voelen. 

Indien  bij  volwassenen  het  gelaat  rood  opge¬ 
zet,  de  huid  warm  en  droog  en  de  pols  ont¬ 
wikkeld  was,  werd  eene  aderlatinggedaan  ,  bloed¬ 
zuigers  aan  de  slapen  van  het  hoofd ,  of  bloedige 


u 


koppen  in  den  nek  gezet.  Tevens  werd  koude 
op  het  hoofd  aangewend  ,  door  middel  van  eene 
blaas  met  ijs ,  of  ook  wrei  door  een  doekje  mei  sal 
amnion .  en  nilrum  ,  hetwelk  gedurig  door  azijn 
bevogtigd,  en  dus  de  koude  altijd  vernieuwd  werd. 
Inwendig  werd  dan  mercur .  dulc.  aangewend, 
en  zoo  de  tong  zuiver  rood  en  de  ontlasting 
veelvuldig  en  dun  was,  werd  een  julapium  re- 
f Ha  er  arts  of  eene  saturalie  van  sal  tartar .  en 
succus  citri  gebruikt  :  sterke  mostaardpappen 
werden  aan  de  kuiten  gelegd.  Als  drank  werd 
water  en  azijn  toegediend.  Vermeerderden  zich 
de  soporeuse  verschijnselen  ,  tegelijk  met  klimmen- 
den  pols,  dan  werd  de  aderlating  herhaald :  was 
de  tong  bruin  beslagen,  de  dorst  sterk,  de  ont¬ 
lasting  opgehouden  ,  of  de  ontlaste  stof  zwart,  zoo 
werd  mercur .  dulc.  met  rheum  of  purgantia  ge¬ 
geven  of  de  ontlasting  door  clysmata  bevorderd; 
na  de  aanwending  dezer  middelen  en  het  ontlasten 
van  vele  saburrale  stoffen  verdween  soms  schielijk 
deze  typkus  ,  zoodat  het  scheen ,  als  of  door  de 
tegenwoordigheid  dier  stoffen  ,  deze  sopor  onderhou¬ 
den  werd.  De  kuur  werd  dan  met  amara  of 
soms  refngerantia  geëindigd. 

Ingevalle  echter  des  Ieders  ledematen  koud  wa- 
ren  ,  de  pols  niet  te  voelen  of  zeer  klein  was  ,  de 
carotides  echter  klopten  ,  het  gelaat  koudenblaauw 
enz,  en  er  tegelijk  typhus  aanwezig  was,  dan 
werd  de  lijder  in  het  hospitaal  in  een  warm  bad 
van  28°.  R'.  met  acid,  muriat . ,  gedurende  10  mi¬ 
nuten  geplaatst ;  hierdoor  werd  de  circulatie  in 


65 


de  huid  en  de  ledematen  bevorderd,  en  dus  eene 
sterke  afleiding  gemaakt;  Iegelijk  werden  dan  ook 
koude  overgietingen  gedaan  ,  op  de  wijze  als  in 
bet  algemeen  Piapport  der  commissie  ter  onder¬ 
zoeking  van  den  Aziatische»  braakloop ,  vermeld 
wordt.  Nadat  de  lijder  goed  afgewreven  en  in 
wollen  dekens  gewikkeld  was,  werden  koude 
omslagen  op  het  hoofd  en  de  borst  aangewend; 
dikwijls  werd  hierop  het  ligchaam  warm  en 
verminderde  allengskens  de  soporeuse  staat 

Bij  kinders  met  gekleurd  gelaat,  warme  huid, 
en  ontwikkelden  pols  werd  soms  ook  met  goed 
gevolg  eene  kleine  aderlating  gedaan,  doch  meest¬ 
al  bloedzuigers  aan  de  slapen  van  het  hoofd  ge¬ 
zet.  Een  sterk  voetbad,  sterke  mostaardpappen 
aan  de  kuiten,  koude  op  het  hoofd,  inwendig 
mercur .  dulc  naar  omstandigheden  met  rkeum , 
digitalis  purp . ,  of  moschus  waren  de  voornaam¬ 
ste  middelen.  De  mercur .  dulc .  werd  bij  deze 
gegeven ,  ook  wanneer  de  ontlasting  menigvuldig 
en  zeer  dun  was  ;  want  na  het  gebruik  derzelve , 
werd  de  ontlasting  groen  en  bruinachtig,  en  de 
slaapzucht  verminderde  alsdan  spoedig.  Was  de 
ontlasting  opgehouden  en  de  tong  bruin  beslagen, 
dan  werd  een  clysma  geappïiceerd ,  en  eccopro - 
tica ,  of  rheum  in  verbinding  met  mercurius , 
gegeven  .  De  kuur  werd  dan  met  zacht  op  de 
huid  werkende  middelen  ,  als  een  dccoct .  alth .  met 
Splr.  mind .  of  met  amara  geëindigd. 

Zoo  echter  deze  gunstige  keer  geene  plaats  had , 
de  zieke  koud  werd ,  met  koude  tong ,  bleek 
gelaat ,  en  kleiner  wordenden  pols ,  dan  werden 


s 


66 


incitantia  ,  arnica ,  campher  enz.  gegeven  ,  en 
zoo  de  ontlasting  opgehouden  had,  clysmata  in¬ 
citantia  van  campher ,  azijn  ,  valer  iana  enz. 
waarna  dan  nog  soms  herstelling  plaats  had  :  in 
het  hospitaal  werden  in  dit  geval  stortbaden  aan¬ 
gewend. 

Deze  typhus ,  ofschoon  het  gevolg  van  passive 
congestie  naar  het  hoofd  zijnde ,  ging  somtijds 
echter  over  in  ontsteking  der  hersenvliezen.  Zoo 
zag  ik  een  kindje  van  1  jaar  van  zekeren  Maar¬ 
ten  Spaans  ,  na  den  Cholera  -  aanval  met  rood  op¬ 
gezet  gelaat ,  uitpuilende  roode  oogen  ,  ontwikkel¬ 
den  koortsachtigen  pols,  sterk  woelen  enz.  kortom 
met  alle  teekenen  van  ontsteking.  Ook  in  het 
hospitaal  was  in  de  tweede  helft  van  Julij ,  toen 
vooral  veel  typhus  voorkwam ,  zekere  Geys  Tuit , 
een  man  van  40  jaren;  bij  deze  was  na  de  reac¬ 
tie  eerst  ligte  sopor  ontstaan ,  doch  weldra  werden 
het  hoofd  zeer  warm,  de  oogen  rood  opgeloopen , 
het  gelaat  gekleurd;  de  lijder  woelde  sterk  onder 
een  hevig  ijlen,  boorde  met  het  achterhoofd  in 
het  hoofdkussen;  het  schuim  stond  hem  op  den 
mond,  en  nu  en  dan  kwam  er  braking  van  groe¬ 
ne  stof;  de  lijder  sprak  onverstaanbare  woorden, 
en  brullende  nam  hij  als  het  ware  afscheid  van 
de  wereld. Wegens  tijdgebrek  waren  wij  in  de  on¬ 
mogelijkheid  de  obductie  te  doen,  waar  wel  den¬ 
kelijk  ontsteking  zoude  zijn  gevonden.  Deze  ge¬ 
vallen  waren  echter  zeer  zelden. 

Kortheidshalve  volgt  slechts  eene  enkele  korte 
ziektegeschiedenis. 


67 


&sheveningen9 

Typhus  Cholericus, 

Wout  van  der  Toorn ,  een  jongen  van  6  jaar 
werd  den  2östen  Julij  door  de  Cholera  aangetast , 
welke  des  middags  om  twee  ure  van  dien  dag 
reeds  in  typhus  overging.  Het  gelaat  nu  was  bleek 
ingevallen,  blaauwe  kringen  om  de  oogen ,  blaau~ 
we  lippen,  wit  beslagen  doch  warme  tong,  geeno 
braking  of  ontlasting  meer  ;  de  huid  is  droog 
en  warm ,  de  pols  zeer  klein ,  geene  urienlo- 
zing  en  beginnende  slaapzucht ;  sterke  mostaard- 
pappen  worden  aan  de  kuiten  gelegd,  koude  om¬ 
slagen  op  het  hoofd  aangewend  en  voorgeschreven  : 

% 

R.  Decoct.  alth.  unc.  vj. 

Spir.  Mind.  unc,  ij, 

Syr.  pap.  rhaead.  u.  (?, 

M.  D. 

S.  Alle  half  uur  een’  lepel. 

I)es  avonds  8  uur.  Genoegzaam  dezelfde  staat 
is  aanwezig  ;  de  huid  is  echter  uitwasemende. 

Den  Sisten  Julij.  Des  ochtends.  De  slaap¬ 
zucht  is  nu  sterk;  men  kan  liet  lijder! je  naau- 
welijks  wakker  maken ;  het  gelaat  is  bleek ,  de 
oogen  zijn  naar  boven  gerigt ,  de  huid  is  evenwel 
warm,  de  carotides  kloppen  sterk,  de  pols  aan 
de  arteria  radialis  is  zwak  ,  de  tong  is  geel  be¬ 
slagen.  Eene  blaas  met  ijs  wordt  op  het  hoofd 
gelegd  ,  en  voorgeschreven  : 


I 


68 

R,  Mercur.  dulc.  gr.  x. 

pulv.  rad.  rhei  gr.  xv. 

Sacch.  alb.  dr.  1  (3. 

M.  f.  pulv.  N°.  8. 

S.  Alle  uur  een*  poeder. 

f  1  ,  •/.■ 

Des  avonds.  Dezelfde  staat,  doch  het  gelaat 
meer  gekleurd ,  en  sterker  pols  ;  er  is  nog  geene 
ontlasting  gevolgd. 

Den  22sten  Julij.  De  patiënt  is  wederom 
bleek ;  de  oogen  zijn  naar  boven  gerigt , 
half  ontsloten ,  de  slaapzucht  is  sterker ;  het  lij- 
dertje  vraagt  naar  niets,  en  is  met  geene  mo- 
gelijkheid  wakker  te  krijgen  ;  de  carotides  klop¬ 
pen  sterk  de  pols  van  de  arteria  radialis  is  zeer 
gezonken,  er  wordt  veel  dunne  gele  stof  ontlast. 
Het  aanwenden  der  koude  en  der  sinapismi  wordt 
steeds  doorgezet,  het  gebruik  van  Mercur.  dulc. 
echter  gestaakt. 

R.  Infus.  arnic.  unc.  v. 

Caphur.  gr.  ij. 

Gumm.  Arab. 

Spir.  sal,  amm.  anis.  aa.  dr.j, 

Syr.  alth.  unc.  £. 

M.  D. 

S.  Alle  uur  een’  lepel. 

Des  avonds.  De  huid  is  weder  warmer,  de 
slaapzucht  hetzelfde ;  er  is  geen  stoelgang  ge¬ 
weest,  doch  urine  geloosd.  Dezelfde  middelen. 

Den  23sten  Julij  des  morgens.  De  sopor  is 
iets  minder;  het  lijdertje  toont  zich  verdrietig,  dat 


/ 


f)9 


men  iiem  wakker  maakt;  de  tong  is  zuiver  en 
warm;  er  is  ontlasting  van  eene  dunne  gele 
stof  geweest ;  de  pols  is  echter  nog  zeer  klein* 

Iter.  infus.  Arme . 

Des  avonds.  Er  is  weder  urine  geloosd ;  het 
gelaat  wordt  rood ;  de  huid  is  warm ,  de  pols 
meer  ontwikkeld. 

Den  24sten  Julij.  Het  gelaat  is  gekleurd,  de  huid 
overal  warm,  de  tong  geel  beslagen,  de  ontlasting 
dun  en  groen,  de  pols  sterker,  de  slaapzucht  minder. 

R.  Mercur.  dulc.  gr.  viij. 

Pulv.  rad.  rhei  scr.  j. 

Sacch.  alb.  dr.  j. 

M.  f.  pulv.  N°»  6. 

S.  Alle  2  uur  een*  poeder. 

R.  Decoct.  alth.  unc.  vj* 

Spir.  Mind.  u.  j. 

Rob.  samb.  unc»  (3 * 

M.  D. 

S.  Alle  uur  een*  lepel» 

Den  25sten  Julij.  De  slaapzucht  is  reeds  min¬ 
der;  het  lijdertje  opent  reeds  zijne  oogen ,  en 
vraagt  zelfs  naar  drinken ;  er  is  tweemaal  meer 
gebondene  groene  stof  ontlast;  de  pols  is  meer 
gelijkmatig,  de  huid  overal  warm.  Dezelfde  mid¬ 
delen. 

Den  26sten  Julij.  Er  zijn  verscheidene  zwarte 
ontlastingen  gevolgd ;  het  gelaat  is  weder  voller , 
en  de  lijder  veel  beter.  Het  gebruik  van  mercur* 


70 


wordt  ge;  taakt  en  alleen  het  decoct.  alth .  herhaald» 
In  de  drie  volgende  dagen  herstelde  het  lij  der !  je 
onder  deze  behandeling,  nadat  hier  en  daar  fu- 
runculi  zich  vertoond  hadden» 

Be  duur  der  ziekte  was  door  elkander  gerekend 
acht  da  «ren  :  zelden  werd  een  herstelde  Cholera  - 

O 

zieke  ,  zoo  hij  geheel  tot  zijne  vorige  gezondheid 
was  teruggekomen  ,  op  nieuw  weder  aangetast; 
evenwel  zijn  toch  hier  eenige  weinige  recidiven 
vóórgekomen.  Boor  de  Cholera  werden  hier  meer 
vrouwen  dan  mannen  aangetast,  vooral  zwangere 
en  zogende;  en  daar  de  vrouwen  hier,  als  op 
vele  andere  visschersdorpen  ,  zeer  vruchtbaar  zijn, 
waren  ook  de  meeste  of  zwanger  of  zogende, 
hadden  dus  meer  vatbaarheid  voor  de  ziekte  en 
welügt  was  dit  de  reden  ,  dat  alhier  meer  vrou¬ 
wen  dan  mannen  ziek  werden»  Voor  zwangere 
vrouwen  was  de  ziekte  zeer  gevaarlijk  en  wei¬ 
nige  herstelden  zonder  miskraam  :  na  deze  had 
echter  dikwijls  de  herstelling  plaats;  twee  geval¬ 
len  zijn  mij  bekend  waar  ook  zonder  miskraam 
de  herstelling  plaats  had  :  de  vrucht ,  ofschoon  vol¬ 
dragen  ,  kwam  altijd  dood  ter  wereld.  Het  meeste 
was  dezelve  doodelijk  bij  zeer  oude  menschen. 

Bij  aangetaste  zogende  vrouwen  begonnen  de 
borsten  dikwijls  op  te  zetten  en  pijnlijk  te  wor¬ 
den ,  zoo  dat  men  genoodzaakt  was  dezelve  te 
ontledigen;  want  de  melk  -  afscheiding  schijnt, 
als  die  der  gal,  gedurende  de  ziekte  voort  te  gaan  : 
de  uitgezogen  melk  had  de  gewone  kleur,  doch 
was  iets  dunner.  Ik  liet  de  borst  gewoon  lijk 


P"" « 

/I 


uitzuigen  door  eene  zuigster ,  die  de  uitgezogene 
melk  uitspuwde,  en  naderhand  haren  mond  uit¬ 
spoelde»  In  twee  gevallen ,  waar  de  moeders  door 
Cholera  aangetast,  hare  zuigelingen  aan  de  borst 
hadden  gehad  ,  stierven  beide  zuigelingen  kort 
daarna.  Het  eerste  geval  was  bij  de  dochter  van 
zekeren  Arie  Tuit ,  die  zogende  was  en  door  de 
ziekte  werd  aangetast ;  ik  liet  het  kind  aan  de 
borst  leggen ,  omdat  de  borsten  opgezet  en  pijn¬ 
lijk  waren  ;  doch  kort  daarop  kreeg  de  zuigeling 
diarrhoea ,  daarna  Cholera  en  stierf  aan  typhus . 
Het  tweede  geval  was  bij  de  vrouw  van  Maarten 
Spaans ,  welke  door  Cholera  aangetast  zijnde, 
haren  zuigeling  aan  de  borst  had;  het  kindje 
werd  aangetast  en  stierf  den  volgenden  dag.  Daar 
deze  vrouw  hare  borsten  zeer  opgezet  en  pijn¬ 
lijk  waren,  en  niemand  zich  wilde  leenen,  om 
dezelve  uit  te  zuigen,  liet  ik  dit  door  middel 
van  jonge  honden  doen ,  die  echter  zoo  verre 
mij  bekend  is,  bleven  leven:  ofschoon  het  ligt 
mogelijk  is,  dat  het  zuigen  der  kinderen  aan 
eene  door  Cholera  aangetaste  moeder,  niet  altijd 
dit  ongelukkig  gevolg  heeft ,  en  dat  deze  kinders 
misschien  evenwel  zouden  aangetast  geworden  zijn, 
zoo  durfde  ik  naderhand,  voorzigfigheidshalve , 
dit  niet  weder  beproeven,  doch  liet  steeds,  zoo 
het  noodig  was ,  de  borsten  door  eene  zuigster , 
of  door  glazen  ontledigen. 

Bij  vele  Cholera  -  zieken  meen  ik  eenen  eigen- 
aardigen  reuk  te  hebben  waargenomen,  veel  over¬ 
eenkomende  met  dien  van  het  liquor  arnnii  bij 
kraamvrouwen.  In  het  hospitaal  was  dit  niet  zoo 


C 


72 


op  te  merken,  als  aan  de  huizen  der  lijders,  waar 
de  patiënt  dikwijls  in  een  lokaal  lag,  daar  men 
niet  overeind  in  konde  staan.  De  bij  de  lijders 
zich  bevindende  ingewandswormen  worden  meest¬ 
al  door  stoelgang  en  zelfs  braking  ontlast;  de 
Cholera  is  te  dien  opzigte  een  goed  anthelmin - 
ticum . 

Eenige  ligle  aandoeningen  kon  men  als  voor¬ 
boden  der  Cholera  aanzien ,  die  ten  minste  bij 
verzuim  dikwijls  in  dezelve  overgingen.  Zoo  werd 
ik  soms  geroepen  bij  menschen  t  die  over  niets 
klaagden,  dan  over  een  buitengewoon  zweet,  hart¬ 
kloppingen  ,  en  pijn  of  ligte  kramptrekkingen  in  de 
ledematen.  Hierna  brak  wel  eens  de  Cholera  uit, 
indien  de  menschen  zich  niet  in  acht  namen  :  de 
warmte  van  het  bed  en  een  diaphoreticum  ,  wa¬ 
ren  voldoende  om  het  zweet  te  onderhouden , 
kwade  gevolgen  voor  te  komen ,  en  den  lijder 
te  herstellen.  Yele  geneeskundigen  ,  die  een  groot 
aantal  Cholera -lijders  bezochten,  en  ook  ik  zelve, 
ondervonden  genoemde  aandoening. 

Yeelvuldiger  echter  was  als  voorbode  aan  te 
zien,  pijn  in  den  hartkuil,  rommeling  in  den  buik, 
loomheid  der  beenen ,  suizen  der  ooren ,  en  soms 
duizeling,  na  welker  verzuim  wij  meermalen  Cho¬ 
lera  zagen  volgen.  In  gevalle  hierbij  een  bitte¬ 
re  smaak,  vuile  tong,  of  voorafgegane  fout  in 
de  dieet  was,  werd  met  goed  gevolg  een  braak¬ 
middel  gegeven,  waardoor  dikwijls  aanwezige  scha¬ 
delijke  stoffen  werden  uitgebraakt ,  weldra  een 
weldadig  zweet  uitbrak  en  in  korten  tijd  deze 
verschijnselen  verdwenen  :  was  echier  geen  braak- 


/ 


73 


middel  aangewezen  ,  dan  werd  met  goed  ge* 
volg  een  voetbad  aangewend,  en  inwendig  een 
diaphoretïcum  gebruikt ,  welke  dan  gewoonlijk 
ter  herstelling  toereikende  waren. 

Voorbode  van  eenen  zeer  hevigen  graad  was 
hevige  kramp  in  de  kuiten ;  zoo  kwam ,  onder 
anderen,  een  man  onze  hulp  inroepen,  die  ver¬ 
klaarde  zoo  gezond  te  zijn  als  wij  ,  doch  alleen 
kramp  in  de  kuiten  had :  ongelukkig  werd  zijne 
verklaring  niet  bevestigd ,  want  des  avonds  van 
den  zelfden  dag  reeds,  overleed  hij  aan  Cholera 
paralytiea . 

Als  dikwijls  nog  lang  nablijvende  ongesteldhe¬ 
den  zijn  te  noemen ,  cardialgia ,  krampen  in  de 
ledematen,  groote  zwakte,  oedema  pedum ,  pa - 
roti  lis  ,  tumores  scrofulosi ,  otorrhoea  ,  furunculi. 

Gedurende  het  heerschen  der  Cholera,  kwamen 
hier  zeer  weinige  andere  ziekten  voor,  behalve 
bilieuse  diarrhaëen ,  waarbij  sterke  rommelingen 
in  den  buik ,  verloren  eetlust ,  beslagen  tong , 
en  bittere  smaak  waren:  met  het  beste  gevolg  wer* 
den  deze  gestuit,  door  een  braakmiddel,  waar¬ 
door  dan  eenige  galachtige  brakingen  werden  ver¬ 
wekt,  de  diarrhaea  ophield,  en  de  eetlust  terug 
kwam. 

Cholera  sporadlca  kwam  zelden  gedurende  het 
heerschen  der  ziekte  voor ;  doch  in  het  begin  van 
Augustus,  kreeg  ik  eenen  jongeling  van  17  jaar 
onder  behandeling :  deze  had  des  morgens  een 
anker  geligt ,  waartoe  hij  zich  tot  aan  den  hals 
in  het  water  had  begeven;  te  huis  komende,  ge¬ 
voelde  hij  zich  niet  wel,  ging  te  bed,  kreeg  rom- 


74 


melingen  cn  pijn  in  den  buik ,  sterke  ontlastin¬ 
gen  van  dunne  stof,  en  braakte  daarbij  buiten¬ 
gewoon  veel.  Tpen  ik  bij  den  lijder  kwam,  was 
er  reeds  eene  groote  hoeveelheid  gekleurde  stof, 
bij  potten  vol  uitgebraakt  en  ontlast,  welke  ten 
laatste  wel  walerachtig  kleurloos  werd,  doch  niet 
de  zoo  eigenaardige  vlokjes  vertoonde;  men  be¬ 
hoefde  ook  slechts  den  lijder  in  het  gelaat  te 
zien ,  om  zich  dadelijk  te  overtuigen ,  dat  hier 
geene  Cholera  Asiatica  was.  Zijn  gelaat  was  ge¬ 
kleurd  ,  de  stem  helder,  een  warm  zweet  over 
het  geheele  ligchaam ,  goed  ontwikkelde  koorts¬ 
achtige  pols ,  en  urienlozing ,  en  dit  na  zulke 
overvloedige  ontlastingen.  Hem  werd  slechts  warm 
drinken  in  ruime  mate  toegediend :  des  avonds  , 
toen  de  braking  had  opgehouden,  werd  een  dia - 
phoreticum  voorgeschreven ,  en  den  volgenden 
dag  reeds  herstelde  de  lijder.  Dit  geval,  te  midden 
van  zoo  vele  aan  Cholera  Asiatica  lijdenden,  was 
eene  goede  gelegenheid ,  om  deze  beide  ziekten 
te  vergelijken ,  en  zich  te  overtuigen  van  den 
geheel  en  al  verschillenden  aard  derzelve.  Na 

o 

slechts  zeer  weinige  ontlasting,  en  soms  voor  nog 
iets  ontlast  is,  zinkt  in  Cholera  Asiatica  de  pols 
dadelijk;  doch  het  voornaamste  der  verschijnse¬ 
len,  die  de  Cholera  Asiatica  kenmerken,  is  de, 
door  eenen  geneeskundigen  ,  die  vele  Cholera -zie¬ 
ken  gezien  heeft  ,  nimmer  te  miskennen  ,  eigenen 
Cholerischen  gelaatstrek ,  die  in  het  ligtste  geval 
waargenomen  wordt  ,  en  met  woorden  niet  te 
beschrijven  is. 

Op  het  laatst  der  ziekte,  toen  reeds  meer  an- 


dere  ongesteldheden  voorkwamen,  werden  eemge 
ziekte  -  aandoeningen  waargenomen,  die  met  Cho¬ 
lera  in  verband  schenen  te  staan.  Zoo  werd  ik 
den  19den  Augustus  des  avonds  laat  bij  de  vrouw 
van  Willem,  Versluis  geroepen ,  eene  vrouw  van 
40  jaren  ,  van  een  volbloedig  gestel:  ik  vond  de¬ 
zelve  onder  een  hevig  delirium ;  zij  lachte, 
schreeuwde ,  of  wilde  van  het  bed  opspringen , 
sloeg  rondom  zich  heen  ,  bij  tusschenpoozen 
schreeuwende  over  hevige  pijn  in  het  hoofd  en 
de  kuiten  ,  die  als  ballen  waren  te  zaam  getrok¬ 
ken ;  zij  antwoordde  op  gedane  vragen  wartaal; 
het  gelaat  was  rood  opgezet ,  de  oogen  opgeloo- 
pen,  de  tong  rood  en  droog;  de  patiënt  had 
dien  dag  drie  waterachtige  ontlastingen  gehad ; 
de  huid  was  overal  warm ,  de  pols  sterk  en 
veelvuldig :  er  was  geen  wonde  of  letsel  aan  het 
hoofd  te  bekennen,  noch  slag  of  val  op  het  hoofd 
vooraf  gegaan.  Ik  nam  eene  tusschenpoozing  van 
pijn  waar,  om  eene  aderlating  van  12  oneen  te 
doen ,  liet  het  hoofdhaar  afscheren ,  koude  om¬ 
slagen  op  het  hoofd  en  mostaardpappen  aan  de 
kuiten  leggen  ,  en  de  patiënt  in  eene  halfzittende 
houding  brengen.  Inwendig  werd  een  julapium 
refrigerans  en  mercur.  dulc,  gegeven.  Dadelijk 
na  de  aderlating  bedaarde  het  ijlen  ,  en  werd 
de  patiënt  rustiger ,  die  nu ,  hare  vermogens  te¬ 
rugkrijgende ,  alleen  klaagde  over  pijn  in  de  kui¬ 
len.  Dea  volgenden  ochtend  was  ook  deze  pijn 
verdwenen ;  het  gelaten  bloed  had  eene  dunne 
crusla  injlammatona  en  onder  verdere  behande¬ 
ling  herstelde  deze  vrouw  drie  dagen  daarna. 


76 


Ik  hield  dit  geval  voor  phrenitis ,  zonder  re¬ 
den  te  kunnen  eeven  van  de  daarbij  ongewone 
kramp  der  kuiten :  kort  daarop  zag  ik  echter 
verscheidene  gevallen ,  waar  alleen  kramp  der 
kuiten  aanwezig  was.  Onder  anderen  werd  ik 
den  21  sten  geroepen  bij  zekeren  visscher  Maar¬ 
ten  Vrolyk  ,  een*  tenger’  man  van  26  jaar;  nog 
op  eenigen  afstand  van  zijne  woning  verwijderd 
zijnde ,  hoorde  ik  den  lijder  reeds  schreeuwen  : 
Wj  was  ziek  van  zijne  schuit  gekomen  ,  doch  in 
de  vorige  dagen  steeds  gezond  geweest;  zijn  ge¬ 
laat  nu  was  gekleurd,  de  tong  zuiver  en  droog, 
de  ontlasting  was  gebonden ,  als  gewoonlijk ;  de 
pols  veelvuldig  en  nog  al  sterk;  de  huid  warm, 
doch  hij  had  hevige  pijn  in  de  kuiten ,  zoodat 
de  lijder  wanhopig  schreeuwde.  Op  het  oogen- 
blik  was  ik  verlegen  en  wist  niet  tot  welke  ziek¬ 
te  ik  dit  geval  zoude  brengen  ;  daar  de  jlores 
%inci  ons  steeds  in  krampen  der  ledematen  zulke 
groote  dienst  bewezen  hadden ,  besloot  ik  deze 
hoewel  symptomatisch ,  hier  aan  te  wenden  en 
schreef  dezelve  tot  16  grein  ,  met  2  grein  opium 
in  6  poeders,  alle  uur  één’  poeder  voor:  eenige 
uren  daarna  terug  komende ,  had  de  patiënt  veel 
minder  kramp;  hij  was  zeer  warm  en  benaauwd, 
de  pols  nog  altijd  veelvuldig ;  sterke  dorst  en 
verlangen  naar  koud  water;  ik  deed  eene  ader¬ 
lating  tot  12  oneen  en  schreef  een  diaphoreticum 
voor.  bes  avonds  was  de  patiënt  geheel  en  al 
zonder  pijn  en  in  een  warm  zweet ,  de  pols  veel 
kalmer ,  en  was  er  geene  benaauwdheid  meer. 
Het  bloed  had  eene  zeer  dunne  ci'usta  vnjtam - 


% 


77 


matoria  9  en  was  een  weinig  violet-  kleurig.  De 
patiënt  herstelde  weldra  onder  eene  diaphoretische 
behandeling. 

Opmerkelijk  was  het,  dat  zoo  slechts  één  he¬ 
vig  Cholera  -  geval  zich  in  eene  buurt  of  in  een 
slopje  vertoonde,  dadelijk  meerdere  menschen  wer¬ 
den  aangetast ,  en  deze  ziekte  zulke  verwoesting 
maakte,  zelfs  meeneo  wij  te  heoben  opgemerkt, 
dat  de  ziekte  zich  in  éen  huis  of  buurt,  wat  de 
hevigheid  betreft,  zeer  gelijk  bleef;  zoodat,  wan¬ 
neer  de  eerste  lijder  in  een  huis  door  eenen  he- 
vigen  graad  werd  aangetast  en  overleed,  de  vol¬ 
genden  insgelijks  zeer  hevig  werden  aangetast  en 
overleden ,  terwijl  hetzelfde  met  hgteren  graad 
werd  waargenomen;  zoo  namelijk  de  eerste  zie¬ 
ke  in  een  huis  herstelde  ,  herstelden  gewoonlijk 
vele  der  volgenden.  Een  voorbeeld  slechts  zal  ik 
bijbrengen  van  genoemde  verspreiding  in  eene 
buurt,  na  dat  één  cholera  -  geval  er  zich  ver¬ 
toonde. 

Aan  het  einde  van  den  weg  naar  het  badhuis 
waren  vijf  huisjes  afgezonderd  gelegen  ,  drie  ter 
linker,  en  twee  ter  regter  zijde.  Dezelve  waren 
bewoond,  ter  regterzijde  door  Even  de  Roos ,  en 
door  Maarten  Mos ,  ter  linkerzijde  door  Jan  Zou¬ 
tenbier  ,  de  Wed.  van  den  Doorn ,  en  Koos  van 
Saanen , 

De  gezamentlijke  bevolking  dezer  vijf  huisjes 
bestond  uit  ongeveer  30  menschen. 

Op  den  23sten  Julij  werd  ik  het  eerst  in  de¬ 
ze  buurt  geroepen,  bij  de  vrouw  van  Wouter 

Pronk ,  die  toen  oppasser  in  het  ziekenhuis  was, 

* 


f 


78 


en  in  het  huis  van  Evert  de  Roos ,  zijnen  schoon¬ 
vader,  woonde:  deze  vrouw  was  den  vorigen  dag 
gehuwd ,  werd  door  Cholera  benigna  aange¬ 
tast  ,  en  herstelde  9  dagen  daarna.  Vervolgens 
werden  aangetast: 

Den  24sten  Julij  des  nachts,  in  het  huis  van  Jan 
Zoutenbier ,  zijne  dochter  van  12  jaren  ;  zij  overk¬ 
leed  reeds  des  ochtends  aan  Cholera  paralytica. 

Den  28sten.  In  het  huis  van  de  Wed.  Van  den 
I)  oom ,  de  dochter,  22  jaar  oud,  door  Cholera 
maligna,  herstelde. 

Inliet  huis  van  Jan  Zoutenbier ,  de  zoon  van  Maar¬ 
tenvan  den  Rooien,  6  jaar  oud  ,  Cholerine  ;  hersteld. 

Den  29sten.  In  het  huis  van  Evert  de  Roos , 
deze  zijne  vrouw  52  jaar  oud,  Cholera  mali¬ 
gna  j  overleed. 

In  het  huis  van  Jan  Zoutenbier ,  Maan  ten  van 
den  Doorn  ,  40  jaar,  cholerine ;  hersteld. 

Den  SOsten.  In  het  huis  van  Jan  Zoutenbier , 
deze  zelf,  Cholera  maligna ,  werd  naar  het  hos¬ 
pitaal  gebragt,  overleed.  Het  kind  van  Zouten¬ 
bier ,  2  jaar  oud  ,  Cholera  paralytica  $  overleed 
denzelfden  dag. 

In  het  huis  van  Evert  de  Roos ,  de  vrouw 
van  Claas  de  Jongy  40  jaar,  en  Leent  je  Zou¬ 
tenbier ,  eene  vrouw  van  42  jaar,  Cholera  ma¬ 
ligna  $  werden  naar  het  hospitaal  gebragt,  waar 
beiden  overleden. 

In  het  huis  van  Maarten  Mos ,  een  zesjarig 
zoontje  van  Simon  Spaans  ,  zijnen  schoonzoon  , 
Cholera  benigna ;  hersteld. 

In  het  huis  van  de  Wed .  van  den  Doorn , 


79 


deze  zelve,  door  Cholera  paralytica ;  zij  was  73 
jaar  oud,  werd  naar  het  hospitaal  gebragt  en 
overleed.  Hare  andere  dochter,  30  jaar  oud,  door 

diarrhoea  Choler.  benig  na ,  herstelde. 

Den  Isten  Augustus.  In  het  huis  van  Zouten - 
bier,  deze,  zijne  vrouw,  40  jaar  oud,  en  de  Wed. 
Zoutenbier  78  jaar,  diarrh.  Choler .  benig  na  • 
herstelden. 

Den  2den.  In  het  huis  van  Evert  de  Roos , 
de  schoonzoon  Wouter  Pronk ,  diarrhoea  Cho - 
Ier .  henigna;  hersteld. 

In  het  huis  van  Koos  van  Saanen ,  deze  zelf, 
84  jaar  oud,  Cholera  paralyticay  naar  het  hos¬ 
pitaal  gebragt;  overleed. 

Den  3den  in  het  hoekhuis  van  de  straat  naar  het 
badhuis,  eenige  schreden  van  genoemde  huizen 
een  kindje  van  2  jaar  van  Arie  Cornelissen 
Spaans ,  hetwelk  bij  mijne  komst  reeds  aan  Cho¬ 
lera  overleden  was. 

Den  4den.  In  het  huis  van  Maarten  Mos ,  zij¬ 
ne  dochter  ,  vrouw  van  Simon  Spaans ,  Cholera 
paralytica :  overleed  in  4  uren  tijds.  De  daar¬ 
bij  tegenwoordige  familie  bestond  uit  acht  men¬ 
sdien  ,  van  welke  denzelfden  en  volgenden  dag 
vijf  werden  aangetast  en  vier  overleden.  Deze 
acht  personen  waren  Maarten  Mos  en  zijne  vrouw, 
Simon  Spaans  f  Arie  Spaans  en  zijne  vrouw, 
de  vrouw  van  Jacob  Spaans ,  en  Arie  Cornelis¬ 
sen  Spaans  en  zijne  vrouw.  Van  dezen  wer¬ 
den  nog  denzelfden  dag  aangetast  de  vrouw  van 
Arie  Spaa?is ,  Cholera  malignu ;  overleed;  en  de 
vrouw  van  Jacob  Spaans ,  diarrh.  Choler.  henigna ; 
herstelde. 


* 


80 


Den  5den  Augustus.  Arie  Spaans  zelve,  Cho¬ 
lera  paralyticat  overleed ;  Maarten  Mos  zijne  vrouw, 
Cholera  paralytica,  overleed;  de  vrouw  van  Arie 
Cornelissen  Spaans ,  Cholera  maligna ,  overleed. 

Ben  Oden  Augustus.  In  het  huis  van  Evert  de 
Roos  werd  ziek,  Jan  van  Uffelen ,  28  jaar,  een 
soldaat  met  verlof  over  uit  het  leger ,  die  daar 
niet  woonde,  doch  bijna  den  ganschen  dag  in 
dit  huis  doorbragt ,  Cholera  maligna ;  naar  het 
hospitaal  gezonden ,  hersteld. 

Den  lOden.  ïn  het  huis  van  Evert  de  Roos  , 
de  zuster  van  Wouter  Pronk  ,  Cholera  maligna ; 
in  het  hospitaal  gezonden,  hersteld. 

Na  dezen  dag  openhaarde  zich  in  deze  zoo 
geteisterde  huisjes,  geen  Cholera  -  geval  meer,  en 
het  scheen  als  of  de  brandstof  voor  de  ziekte 
daar  op  was.  In  menig  slopje  tastte  de  ziekte  de 
helft  der  bewoners  aan :  zoo  werden  in  het  slop 
van  Bystei'velt ,  in  de  straat  naar  het  badhuis, 
binnen  zeer  korten  tijd  negen  menschen  aange¬ 
tast,  waarvan  echter  slechts  één  overleed. 

Be  verschijnselen  bij  lijkopeningen  verschilden 
naar  den  verschillenden  graad  of  het  tijdperk  der 
ziekte ,  waarin  de  dood  had  plaats  gehad  :  of 
dezelve  in  den  aanval  en  in  zeer  korten  tijd, 
of  in  eenen  opvolgenden  ziektetoestand,  in  het 
stadium  congestionum ,  of  na  langer  verloop  door 
uitputting  plaats  had ,  en  ook ,  naar  gelang  van 
deze  of  gene  heerschende  verschijnselen  geduren¬ 
de  de  ziekte. 

Bij  lijken  van  in  den  aanval  en  in  korten  tijd 
gestorvenen  werd  het  volgende  bevonden :  de 


81 


kleur  des  ligchaams  was  min  of  meer  blaauw, 
de  banden  en  voelen  gerimpeld,  bier  en  daar 
zwarte  plekken  op  de  huid,  die  soms  reeds  voor 
den  dood  zigtbaar  waren;  de  buik  ingevallen  en 
week  op  het  gevoel;  de  kuiten  meestal  kramo- 
achtig  te  zaamgetrokken  ;  als  ook  somtijds  de 
vingers;  het  lijk  weldra  geheel  stijf;  kramptrek¬ 
kingen  na  den  (schijnbaren)  dood,  zijn  hier  slechts 
in  één  geval  waargenomen.  De  armen  liggen 
meestal  op  de  borst;  het  gelaat  is  ingevallen 
blaauw  ,  blaauwe  morsige  vlekken  op  het  hoorn¬ 
vlies,  de  oogen  zijn  meestal  nog  half  ontsloten. 

Na  het  openen  der  buikbekleedselen  zag  men 
bet  omentum  in  deszelfs  gewoonlijke  ligging, 
doch  een  weinig  rood;  de  maag  was  insgelijks 
aan  de  buitenste  oppervlakte  een  weinig  opgelo¬ 
pen  en  gewoonlijk  groot  van  om  vang  ,  zoodat 
dezelve  zich  dieper  in  het  abdomen  uitstrek !e. 
De  buitenste  rok  der  dunne  ingewanden,  is  van 
eene  bleek  roode  kleur  en  glad ;  de  dikke  dar¬ 
men  zijn  iets  vernaauwd.  De  maag  is  opgevuld 
met  eene  dunne  graauwe  vlokkige  stof,  soms  met 
overblijfselen  van  reeds  voor  langen  tijd  geno* 
tene  spijzen;  de  darmen  bevatten  genoegzaam  de¬ 
zelfde  stof,  die  bier  echter  soms  rood  is,  wan¬ 
neer  er  namelijk  ten  laatste  bloederige  ontlastin¬ 
gen  zijn  geweest. 

De  mucosa  der  maag  is  ligt  rood  of  bruinachtig 

O  O  o 

en  kan  weggewreven  worden  ,  even  als  of  er  emol - 
lilio  plaats  bad  ;  soms  waren  er  zwarte  even 
ais  gangraencuse  plekken  in  dezelve ,  welke  ech- 

0 


82 


ter  alleen  uit  geëxtravaseerd  of  uitgezweet  zwart 
bloed  schenen  te  bestaan  ,  en  insgelijks  met  den 
nagel  konden  weggewreven  worden ;  de  mucosa 
der  dunne  en  dikke  darmen  was  ook  hier  en 
daar  ligt  rood  en  verweekt;  de  glandulae  Peye * 
rianae  waren,  vooral  in  het  Ileum  zeer  ont¬ 
wikkeld  en  soms  als  groote  verhevene  plekken 
zigtbaar.  De  milt  was  somtijds  zeer  klein  ,  doch 
dikwijls  ook  normaal  ;  de  lever  was  groot  ,  de 
galblaas  sterk  gevuld  met  groene  gal  ;  de  nieren 
waren  klein;  de  ureteres  een  weinig  vernaauwd; 
de  blaas  in  eenen  harden  knobbel  te  zaam  ge¬ 
trokken,  in  w^elker  zeer  kleine  holte,  een  weinig 
slijm  bevat  was.  De  longen  waren  ingevallen , 
met  een  weinig  zwart  bloed  gevuld  en  veel  lucht  be¬ 
vattende  ;  het  hart  was  groot  en  flets,  waarin 
soms  polypeuse  concrementen  gevonden  werden ; 
het  aderlijke  gedeelte  van  hetzelve  als  ook  de  aorta 
en  de  groote  aders  |voï  wTaren  van  een  teerach* 
tig  violetkleurig  bloed ;  zoo  ook  de  andere  slag¬ 
aders  als  de  arieria  cruralis ,  terwijl  de  naast 
aanliggende  ader  slechts  zeer  weinig  bevatte, 
zoodat  men  op  het  eerste  gezigt  niet  wist  of 
men  eene  ader  of  slagader  voor  had. 

Bij  lijken  van  aan  eenen  opvolgenden  ziekte¬ 
toestand  in  het  stadium  congestionum  of  aan 
typlius ,  of  na  langer  verloop  aan  zwakte  over¬ 
ledenen,  ontbraken  vele  der  voornoemde  ver¬ 
schijnselen.  liet  ui  terlijk  aanzien  heeft  veel  van 
eenen  aan  ontsteking  overledenen  ;  de  kleur  des 
ligcliaams  is  niet  blaauw ,  doch  meestal  geel , 
terwijl  evenwel  de  blaauwe  kringen  om  de  oo- 


gen  aanwezig  zijn  ;  de  spieren  zijn  niet  zöö 
hard  en  niet  krampachtig  zaamgetrokken ,  het 
lijk  is  niet  zoo  stijf. 

Was  er  voor  den  dood  sterke  pijn  in  den  hart¬ 
kuil,  welke  door  uitwendige  drukking  en  door 
de  inademing  vermeerderd  werd ,  dan  vertoonde 
het  onderste  gedeelte  der  maag  sterke  ophooping  van 
bloed  in  derzelver  vaten,  de  longen  waren  dan 
soms  met  donker  schuimend  bloed  gevuld.  Was 
er  st:rke  pijn  in  den  buik  voorafgegaan ,  dan 
vond  men  sterk  opgeloopene  en  ontstokene  dunne 
darmen  ,  en  zelfs  gangraena  derzelve ,  vooral  van 
het  onderste  in  het  kleine  bekken  gelegene  gedeelte. 
De  mucosa  had  bij  deze  lijken  de  bruine  ligt 
roode  kleur  niet  meer  en  was  zelden  verweekt  ; 
de  maag  en  ingewanden  bevatteden  de  voornoem¬ 
de  eigenaardige  stof  niet  meer;  de  slagaders  wa¬ 
ren  gewoonlijk  ledig;  de  blaas  wel  klein,  doch 
niet  in  eenen  harden  knobbel  te  zamen  ge¬ 
trokken  ,  doch  het  bloed  was  gewoonlijk  nog 
min  of  meer  violetkleurig. 

Opmerkelijk  was  liet  dat  bij  obductiën  van 
Cholera -lijken  bekomene  verwonding,  schoon  ge- 
gedurig  met  derzelver  verschillende  vloeistoffen  in 
onmiddellijke  aanraking,  geene  kwade  gevolgen 
had;  ja  dezelve  zonder  suppuratie  genas;  waar¬ 
op  mij  onder  anderen  de  heer  Bausch ,  heel¬ 
meester  te  Scheveningen  oplettend  maakte ,  die 
bij  eene  lijkopening  zich  aan  de  vingers  kwetste! 
en  nogtans  dezelve  volbragt ,  terwijl  de  wond 
spoedig  daarna  zonder  suppuratie  heelde. 


84 


Ik  eindig  deze  aanteekeningen  met  de  kier  vol¬ 
gende  lijst  der  zieken  en  derzelver  verhouding  tot 
geslacht,  ouderdom  en  sterfte,  hopende  door  de¬ 
zelve  eenigzins  aan  het  verzoek  mijner  genees¬ 
kundige  vrienden  voldaan  te  hebben  en  door  het 
alléén  practisch  doel  ,  verschooning  te  vinden  voor 
de  menigvuldig  in  dezelve  voorkomende  gebreken 
in  den  stijl  en  verdere  onnaauwkeurigheden. 

Het  getal  zieken  van  den  25sten  Junij  ,  tot  den 
28sien  Augustus  bedraagt  614,  van  welke  353 
hersteld  en  261  zijn  overleden. 


85 


Opgave  van  de  gedurende  bet  beerschen  des 
Aziatischen  braakloops  te  Scheveningen  aan¬ 
getaste  personen,  derzelver  ouderdom,  ge¬ 
slacht  en  verhouding  der  sterfte. 


* 

Geslacht. 

Hersteld. 

Overledenl 

|  OUDERDOM. 

O 

CD 

£L 

• 

& 

P 

3 

3 

O 

1 — i 

PT1 

• 

< 

>-s 

o 

3 

3 

CD 

jet- 

g 

p 

3 

3 

(75 

3 

• 

-Ü 

►s 

o 

3 

3 

<75 

3 

• 

p 

3 

3 

CD 

3 

• 

Vrouwen. 

1  Kinderen  onder 
de  10  Jaren. 

125 

69 

56 

38 

32 

31 

24 

1  Van  10  tot  19  Jaren. 

72 

30 

42 

24 

29 

6 

13 

1  «  20  «  29  cc 

74 

22 

52 

14 

34 

8 

18  1 

1  CC  30  CC  39  CC 

75 

29 

46 

16 

23 

13 

23  1 

CC  40  CC  49  CC 

62 

24 

38 

14 

21 

10 

17  I 

cc  50  «  59  cc 

47 

15 

32 

10 

16 

5 

16  1 

I  CC  60  CC  69  CC 

45 

21 

24 

10 

12 

11 

12 

1  cc  60  cc  79  cc 

34 

11 

23 

1 

5 

10 

18 

00 

o 

00 

o 

3 

3 

0 

1 

0 

2 

0 

lonopgegev.  ouderd. 

77 

34 

43 

21 

32 

13 

11 

Totaal. 

614 

258 

356 

149 

204 

109 

- 

152 

* 


\  : 


. 


I 


, 

".V 


vï' ■ 1  <  *  *•'  •  >■ 


>..«VS  .«*<>•*  *■£>& 
tetete.tete'te.  tete  '-  " 
te. 4  %  ...  ■  t. 


''y  •  >V  r>'  •  ■  te,  ' /'te'-  ,V:  .  \vte'  V:Ö>'  •'.  I  te  .  .  ’■  I 

te/tete  / .. te  te:: te*- .-te  v:/ yte  r  ateteite»;- r ' ' ;  ;  ,'■■  -te ■'  ,  £  te  ,  te  1 ;  ///te:, 

, te^fte^'S/rte; ^te.te  te  av;::-te:  v‘:\-  ■  ‘  . 

.  --"-V  "V  te  •  ,  r.  .>■■-■  / 

S  "  v.  ' 


msmBmM^rn 


'  i  .  ■ 

■  h'  t^u  '  .  v  ■■' 5 
.  ■■  .  ...  ,  :  •  '  ■  -  - 


.  ...  v:  Wr  tev  :•; O  otnï •*■  Ar  ^  ..•••••.  •  v.  \iru  , 

•  *  ,  v  * 


fsvr*w sppSBte- 


-■  ■•'AA  .K.,  'A  4'  ■  V*7 

{*V  ■  <  s,Wte-'  >  V;  t-/.v  ,• 

tete:  -•  'tete'te^-  ï'te^tea^teate  tete?;:' 


tete'tete  ite  tetete  --te  te teteö  ,V:v:  ,•  V te-  .'te.  W  •' 

. "!  •  •  !jrï te  *  •.. v ';'Cte: :,,y  *: te;  te  •, • .  ’ •£, ;...■; /v/-/*  •  .'  '  . ,/<?£.(' 


mm 

■>»’•' ..  C  'AA'-*'.'.  •'  •'«  'V v  ;  .  '<*■% 

'i  te'  4/  .  '.te''  '  ,-■  ..  ■  te  "te 


te  M  ;te:  tete;,te  te  ,; 
- .  :-Vr  te:  <tr  '  i:  V  te:  ..  ..  ,N